Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De aanbidding van de levende God

De aanbidding van de levende God

Hoofdstuk 14

De aanbidding van de levende God

1. (a) Welke vorm van aanbidding keurt God goed? (b) Waarom is het gevaarlijk eenvoudig tot welke religieuze groepering maar ook te behoren? (Matthéüs 15:14) (c) Op welke weg zal de ware aanbidding u leiden? (Filippenzen 4:8)

DE WARE aanbidding is opbouwend. Ze brengt liefde voor God en de naaste tot uitdrukking en mijdt de onreinheid van de wereld. Jezus’ halfbroer Jakobus beschreef deze aanbidding als volgt:

„De vorm van aanbidding die van het standpunt van onze God en Vader uit bezien rein en onbesmet is, is deze: voor wezen en weduwen zorgen in hun verdrukking en zichzelf onbevlekt van de wereld bewaren” (Jakobus 1:27).

Men is er niet klaar mee eenvoudig tot een religieuze groepering te behoren, zoals men een van de vele wegen zou nemen die een berg opvoeren. Die wegen kunnen gevaarlijk zijn en iemand op een dwaalspoor brengen, want er zijn thans talrijke tegenstrijdige sekten, en hun leiders hebben het vaak mis of hebben verkeerde beweegredenen. De ware aanbidding daarentegen zal u overeenkomstig „de wijsheid van boven” leiden, die „allereerst zuiver” is, „vervolgens vredelievend, redelijk, bereid tot gehoorzamen, vol van barmhartigheid en goede vruchten, geen partijdig onderscheid makend, niet huichelachtig”. — Jakobus 3:17.

2. (a) Waarom zijn sommigen van onze voorvaders van religie veranderd? (b) Wat dienen wij derhalve thans te doen? (1 Thessalonicenzen 5:20, 21)

2 Sommige personen rechtvaardigen het feit dat zij tot een bepaalde religie behoren door te zeggen: „Onze familie heeft dit geloof al sinds vele generaties.” Maar de geschiedenis toont aan dat velen van hun voorouders bereid waren te veranderen wanneer zij dit nuttig achtten. In Japan bijvoorbeeld was tot de negende eeuw bijna iedereen een aanhanger van het shintoïsme. Daarna voelden velen zich tot het boeddhisme aangetrokken en namen zij die religie aan. Tegenwoordig zullen de meeste Japanners zeggen dat zij boeddhist zijn. De reden daarvoor is dat hun voorouders niet de houding aannamen: „De religie van mijn ouders is goed genoeg voor mij.” Zij waren bereid naar iemand anders te luisteren. Thans luisteren vele personen naar de bijbel.

3. Welke verkeerde zienswijze zette Jezus recht toen hij over aanbidding sprak? (Jesaja 46:5-7)

3 Welke vorm van aanbidding beveelt de bijbel aan? Toen Jezus hier op aarde was, geloofde men algemeen dat ceremoniën en formalisme een belangrijk onderdeel van de aanbidding waren. Sommigen aanbaden God op een bepaalde berg, en anderen in de tempel te Jeruzalem. Jezus zei over deze mensen:

„Het uur komt waarin gijlieden de Vader noch op deze berg noch in Jeruzalem zult aanbidden. Gijlieden aanbidt wat gij niet kent . . . maar het uur komt, en is nu, waarin de ware aanbidders de Vader met geest en waarheid zullen aanbidden, ja, want de Vader zoekt zulke mensen om hem te aanbidden. God is een Geest, en wie hem aanbidden moeten hem met geest en waarheid aanbidden.” — Johannes 4:21-24.

4. Wat betekent het God „met geest en waarheid” te aanbidden? (Lukas 10:27)

4 Wat bedoelde Jezus daarmee? Hij bedoelde dat God niet op een formele wijze voor een schrijn of in een kerk met behulp van opzichtige ceremoniën aanbeden wil worden. Jehovah God is „de Geest” (2 Korinthiërs 3:18). Bij hem komt het niet op de vorm, maar op de geest aan waarin wij hem aanbidden; het komt erop aan dat wij hem uit een dankbaar hart aanbidden, ongeacht op welke plaats. Evenals God ons liefheeft en dit toont door alle grootse voorzieningen die hij voor ons heeft getroffen, kunnen wij hem „met geest” aanbidden door hem en onze medemensen onze liefde te tonen. Wij kunnen hem ’met waarheid’ aanbidden doordat wij uit zijn Woord, de bijbel, zijn voornemen met betrekking tot ons leren kennen en vervolgens zijn wil doen. Wanneer wij hem ’met waarheid’ willen aanbidden, moeten wij ook vastberaden alle religieuze dwaling verwerpen.

„GAAT UIT VAN HAAR, MIJN VOLK”

5. (a) Voor welke vorm van aanbidding dienen wij ons volgens de bijbel te hoeden? (Jeremia 10:3-5) (b) Hoe beschrijft de Openbaring het wereldrijk van valse religie, en waarom? (Jakobus 4:4)

5 Wil onze aanbidding Jehovah welgevallig zijn, dan moeten wij elke vorm van valse aanbidding volledig laten varen. De bijbel geeft dit op verscheidene plaatsen heel duidelijk te verstaan:

„Mijn geliefden, ontvliedt de afgoderij.” „Gij kunt niet aan ’de tafel van Jehovah’ en aan de tafel van de demonen deel hebben!” „Kindertjes, wacht u voor de afgoden” (1 Korinthiërs 10:14, 21; 1 Johannes 5:21).

In de Openbaring wordt hier nog het krachtige bevel aan toegevoegd: „Gaat uit van haar, mijn volk.” Waaruit? Uit „Babylon de Grote, de moeder van de hoeren en van de walgelijkheden der aarde” — het wereldrijk van valse religie, katholiek, protestant en niet-christelijk, die alle de bijbelse waarheid verwerpen! Zoals reeds vermeld, bestaat haar geestelijke hoererij erin dat ze de wereldse heersers en politici vleit en ondersteunt. Ze heeft zelfs haar eigen religieus beïnvloede politieke partijen georganiseerd. Te zamen met haar sektarische „dochter”-religies heeft ze in de loop der geschiedenis steeds de oorlogen en de gewelddadige of onderdrukkende programma’s van dictators en andere politieke heersers ondersteund. Naar buiten had ze een mooi aanzien, want ze beweerde het „reinigende” element in de politiek te zijn en verleende de heersers een vernisje van heiligheid en zegende hun oorlogswapens. Maar vanuit de hemel wordt ons dringend geboden: ’Houdt u verre van haar!’ Want de politieke machten — haar voormalige „minnaars” — staan op het punt haar te vernietigen! — Openbaring 17:3-5, 16; 18:4.

6. Kunt u enkele algemene religieuze gebruiken noemen die uit het oude Babylon stammen?

6 Wij moeten ons dus afscheiden van alle vals-religieuze plannen, leringen en gebruiken. Wat zijn enkele van deze gebruiken? De Britse kardinaal Newman somde in zijn werk Essay on the Development of Christian Doctrine (Verhandeling over de ontwikkeling van de christelijke leer), uitgegeven in 1878, enkele van deze gebruiken op:

„Het gebruik van tempels, die aan speciale heiligen zijn opgedragen en die bij bepaalde gelegenheden met boomtakken worden versierd; wierook, lampen en kaarsen; geloftegiften bij herstel van een ziekte; wijwater, plaatsen voor asiel; heiligedagen en feesttijden; het gebruik van [religieuze] kalenders, processies, het zegenen van akkers, priestergewaden, de tonsuur . . ., beelden op een later tijdstip, misschien de kerkelijke zang . . .”

In zijn verhandeling schreef de kardinaal verder dat de katholieke Kerk deze gebruiken „geheiligd” heeft door ze over te nemen van de niet-christelijke religies, ofschoon ze volgens zijn woorden „de werktuigen en het toebehoren der demonenaanbidding” zijn.

7. (a) Welke religieuze feesten keurt God niet goed? (b) Wordt Kerstmis op Jezus’ geboortedag gevierd? (c) Waar vonden kerstgebruiken volgens de Encyclopedia Americana hun oorsprong? (d) Hoe denken ware aanbidders over Kerstmis, en waarom? (2 Korinthiërs 6:17) (e) Welke ene gebeurtenis gebood Christus zijn volgelingen te gedenken? (Lukas 22:19, 20)

7 Zulke gebruiken worden echter door de God der waarheid niet goedgekeurd. Hij keurt ook geen feesten goed die uit de Babylonische religie stammen. Zo wordt bijvoorbeeld ieder jaar Kerstmis gevierd, waarbij zogenaamd de geboorte van Jezus wordt herdacht, hoewel dit feest zijn oorsprong vindt in het oude Babylon. Volgens de bijbel werd Jezus in werkelijkheid omstreeks 1 oktober van het jaar 2 v.G.T. geboren. Maar pas in de vijfde eeuw G.T. begon men op 25 december Kerstmis te vieren, want toen verbond de afvallige christenheid de naam „Christus” met de aan het einde van het jaar gebruikelijke uitgelaten orgieën van de natiën. In de Encyclopedia Americana, uitgave van 1959, Deel 6, bladzijde 622, kan men hierover lezen:

„De meeste gebruiken die nu met het kerstfeest in verband worden gebracht, waren oorspronkelijk geen kerstgebruiken, maar waren veeleer voorchristelijke en niet-christelijke gebruiken die door de christelijke kerk werden overgenomen. De Saturnaliën, een Romeins feest dat half december werd gevierd, verschaften het voorbeeld voor vele vrolijke kerstgebruiken. Aan dit feest werden bijvoorbeeld de uitgebreide feestmaaltijden, het geven van geschenken en het branden van kaarsen ontleend.”

In sommige delen der aarde vieren niet-christelijke boeddhisten, joden en anderen met dezelfde geestdrift „Kerstmis” als katholieken en protestanten. Dikwijls is dit feest met handelsgeest en hebzucht verbonden. Het is niet christelijk. Nergens in de bijbel vindt men een ondersteuning dat men de geboortedag van Jezus of van iemand anders dient te vieren. Wat Jezus zijn volgelingen wel gebood, was jaarlijks zijn dood te gedenken, „ter gedachtenis” aan hem. Want zijn dood vormde de basis voor de redding van het mensengeslacht. — 1 Korinthiërs 11:23-26.

8. Waarom is het dringend noodzakelijk dat wij ons van valse religie afscheiden? (Jeremia 51:6)

8 De levende God der waarheid kan de afgodische gebruiken en de politieke „minnarijen” van het wereldrijk van valse religie niet goedkeuren. Daardoor wordt ze in werkelijkheid als „Babylon de Grote” geïdentificeerd, waarover in Openbaring 18:21 staat:

„En een sterke engel hief een steen op gelijk een grote molensteen en slingerde hem in de zee, zeggende: ’Zo zal Babylon, de grote stad, met een snelle worp worden neergeslingerd.’”

Indien wij niet „met haar in haar zonden” en in haar vernietiging willen delen, is het dringend noodzakelijk dat wij ons volledig van valse religie afscheiden! — Openbaring 18:2-4.

DE AANBIDDING DIE DOOR GOD WORDT GOEDGEKEURD

9. Waarom dienen ware aanbidders bijeen te komen? (Efeziërs 4:15, 16)

9 De apostel Paulus beschreef met de volgende woorden wat ware aanbidders van God thans dienen te doen:

„Laten wij zonder wankelen vasthouden aan de openbare bekendmaking van onze hoop, want hij die beloofd heeft, is getrouw. En laten wij op elkaar letten ten einde tot liefde en voortreffelijke werken aan te sporen, het onderling vergaderen niet nalatend, zoals voor sommigen gebruikelijk is, maar elkaar aanmoedigend, en dat te meer naarmate gij de dag ziet naderen” (Hebreeën 10:23-25).

Terwijl dus de dag waarop God Babylon de Grote en alle andere onrechtvaardige stelsels zal vernietigen en hier op aarde een heerlijk paradijs zal herstellen, snel nadert, zullen degenen die Hem liefhebben, bijeenkomen om Gods Woord te leren kennen en elkaar aan te moedigen.

10. Welke rol speelt onze persoonlijkheid in verband met de ware aanbidding? (Kolossenzen 3:9, 10, 12-14)

10 De ware aanbidding omvat echter nog veel meer dan met anderen die God liefhebben, samen te komen. Om God welgevallig te zijn, moeten wij ons niet alleen van valse religie afwenden, maar ook van de verdorven levenswijze van de wereld. De apostel Paulus geeft ons de raad „de oude persoonlijkheid”, die door losbandig gedrag, onreinheid en hebzucht wordt gekenmerkt, weg te doen. Ook zegt hij:

„Gij [dient] nieuw gemaakt . . . te worden in de kracht die uw denken aandrijft, en de nieuwe persoonlijkheid . . . aan te doen, die naar Gods wil werd geschapen in ware rechtvaardigheid en loyaliteit” (Efeziërs 4:19-24).

Wij dienen derhalve een moreel rein leven te leiden en onze medemensen geestelijk op te bouwen. Wij dienen onze loyaliteit jegens God te bewijzen door hem in ons leven als Soeverein te erkennen.

11. Welk voorbeeld van ware aanbidding gaf Jezus nog meer? (Lukas 8:1)

11 Jezus zelf gaf op nog een belangrijke wijze het voorbeeld voor de ware aanbidding. Kort nadat hij door de Duivel was verzocht, nam hij het werk op dat in Matthéüs 4:17 wordt beschreven:

„Van die tijd af begon Jezus te prediken en te zeggen: ’Hebt berouw, want het koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.’”

Ongeveer drie jaar later, toen Jezus voor Pilatus terechtstond, bevestigde hij dat zijn getuigenis afleggen van de waarheid omtrent Gods koninkrijk een essentieel onderdeel van zijn aanbidding tijdens zijn aardse dienst was. Hij zei:

„Hiertoe ben ik in de wereld gekomen, om getuigenis af te leggen van de waarheid. Een ieder die aan de zijde van de waarheid staat, luistert naar mijn stem” (Johannes 18:37).

Hebt u naar zijn stem geluisterd? Dan kunt ook u zich in het voorrecht verheugen getuigenis af te leggen omtrent de waarheid van Gods koninkrijk, zoals Jezus dit deed.

12. Welk model voor het gebed gaf Jezus ons? (Johannes 14:13, 14; 15:16)

12 Nog een belangrijk onderdeel van de ware aanbidding is het gebed. Wij dienen tot Jehovah te bidden in de naam van Jezus, wiens zoenoffer het ons mogelijk heeft gemaakt tot God te naderen. De bijbel veroordeelt formalistische, steeds weer opgezegde gebeden. Jezus zelf zei:

„Als gij echter bidt, zegt dan niet steeds weer dezelfde dingen, zoals de mensen der natiën doen, want zij menen dat zij door veel woorden te gebruiken, verhoord zullen worden. Wordt daarom niet als zij, want God, uw Vader, weet welke dingen gij nodig hebt voordat gij hem er ook maar om vraagt. Gij dan moet aldus bidden . . .”

Jezus gaf toen een modelgebed, niet om dit gebed als ritueel met gebruikmaking van een rozenkrans of een beeld steeds weer op te zeggen, maar opdat het ons tot richtsnoer zou dienen. Jezus zei dat wij er eerst terecht om konden bidden dat de naam van onze hemelse Vader, Jehovah, wordt geheiligd, dat zijn koninkrijk komt en dat zijn wil hier op aarde geschiedt zoals in de hemel. In de tweede plaats konden wij erom bidden dat God onze dagelijkse behoeften vervult, onze zondige tekortkomingen vergeeft en ons helpt onze rechtschapenheid te bewaren ondanks „de goddeloze”, Satan (Matthéüs 6:5-13). Wij dienen gebeden nooit op een vrome toon te uiten, ongeacht of wij nu voor onszelf, met ons gezin of op een christelijke bijeenkomst bidden. Onze gebeden dienen oprecht te zijn en uit het hart te komen. Ze moeten ook volkomen vrij zijn van de bijgelovige gebruiken van de Babylonische religie. „Is bijgeloof dan schadelijk?” zou u kunnen vragen. Laten wij eens zien.

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 125]

Bij God tellen geen tempels of schrijnen; hij wil „met geest” aanbeden worden

[Illustratie op blz. 128]

Kerstmis is niet christelijk

[Illustratie op blz. 131]

Aanbidders van Jehovah komen bijeen om Gods Woord te bestuderen en delen het goede nieuws met hun medemensen