Hoofdstuk 18

Gelukkige gezinnen in Gods voornemen

1. Wat doet Jehovah om zijn kinderen gelukkig te maken, en waarom dienen wij hem dus te danken? (Jakobus 1:17)

JEHOVAH GOD is „de Vader, aan wie elke familie in hemel en op aarde haar naam te danken heeft”. Als „de gelukkige God” weet hij hoe hij ook zijn universele familie gelukkig kan maken (Efeziërs 3:14, 15; 1 Timótheüs 1:11). Hij voorziet ruimschoots in alle behoeften van zijn kinderen, en daarvoor dienen wij hem steeds te danken, zoals ook de psalmist dit deed:

„Weet dat Jehovah God is. Hij is het die ons heeft gemaakt en niet wijzelf. Wij zijn zijn volk en de schapen van zijn weide. . . . Brengt hem dank, zegent zijn naam. Want Jehovah is goed; zijn liefderijke goedheid duurt tot onbepaalde tijd, en zijn getrouwheid van geslacht tot geslacht.” — Psalm 100:3-5.

2. Hoe wilde God dat het gebod ’de aarde te vullen’, ten uitvoer werd gebracht? (1 Korinthiërs 7:10, 11)

² Jehovah heeft voor gezinnen hier op aarde een zeer liefdevolle regeling getroffen. Toen hij onze oorspronkelijke ouders gebood ’vruchtbaar te zijn en tot velen te worden en de aarde te vullen’, diende dit niet lukraak te geschieden. Deze opdracht diende door de eerbare instelling van het huwelijk vervuld te worden. Ieder echtpaar — man en vrouw — zou als „één vlees” eeuwig verenigd zijn, zonder dat het tot problemen of een echtscheiding zou komen, en  aldus zou er een stabiele basis zijn voor de verzorging van gezinnen en het grootbrengen van kinderen in het paradijs van God. — Genesis 1:28; 2:22-24.

3. Hoe bekrachtigde Jezus de heiligheid van het huwelijk? (1 Korinthiërs 6:18)

³ Toen de goddeloze religieuze leiders uit Jezus’ tijd trachtten Jezus door moeilijke vragen over echtscheiding in een val te lokken, bekrachtigde hij de heiligheid van Gods oorspronkelijke regeling inzake het huwelijk:

„Hij gaf ten antwoord: ’Hebt gij niet gelezen dat hij die hen van het begin af heeft geschapen, hen als man en als vrouw heeft gemaakt en gezegd heeft: „Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en de twee zullen één vlees zijn”? Zodat zij niet langer twee, maar één vlees zijn. Wat God derhalve onder één juk heeft samengebracht, brenge geen mens vaneen. . . . Al wie zich van zijn vrouw laat scheiden, behalve op grond van hoererij, en een ander trouwt, [pleegt] overspel.’” — Matthéüs 19:4-9.

4. Welk voornemen van God met betrekking tot de aarde zal ten slotte verwezenlijkt worden? (Jesaja 45:12, 18)

⁴ Wat een heerlijke toekomst had Jehovah voor deze aarde op het oog! Daar de mens „naar Gods beeld” werd geschapen, zouden alle families van de mensheid eveneens Zijn persoonlijkheid weerspiegelen. De aarde zou ten slotte met volmaakte mannen en vrouwen, broeders en zusters, gevuld zijn, die allen God, de Schepper, zouden loven (Genesis 1:27). Dat voornemen zal beslist verwezenlijkt worden!

5. Waarom lijden vele huwelijken thans schipbreuk? (Romeinen 1:24, 31)

⁵ Wat wij thans echter zien, is heel anders dan wat God voor gehuwde personen in gedachten had. Hoe komt dit? Dit komt doordat de mensheid niet meer het „beeld” van Gods persoonlijkheid weerspiegelt. Vooral in deze „laatste dagen” mankeert het aan echtelijke trouw en aan „natuurlijke genegenheid”, en de gevolgen daarvan zijn een epidemie van echtscheidingen, uiteengevallen gezinnen, geslachtsziekten, onwettige geboorten en abortussen. Vele personen  hebben verzuimd acht te slaan op de gezonde raad van de apostel Paulus:

„Het huwelijk zij eerbaar onder allen en het huwelijksbed zonder verontreiniging, want God zal hoereerders en overspelers oordelen.” — Hebreeën 13:4; 2 Timótheüs 3:1-5.

6. Hoe kunnen wij seks en het huwelijk in ere houden? (1 Thessalonicenzen 4:3-8)

⁶ Hoe kunnen wij seks en het huwelijk thans in ere houden? Wij kunnen dit doen door „hoererij, onreinheid, seksuele begeerte, schadelijke verlangens en begerigheid” te vermijden en ons „met de nieuwe persoonlijkheid [te bekleden], die door middel van nauwkeurige kennis wordt vernieuwd naar het beeld van Degene die ze schiep”, Jehovah God. — Kolossenzen 3:5-10.

7. (a) Hoe kunnen wij een nieuwe persoonlijkheid aankweken? (Efeziërs 4:22-24) (b) Welke praktische stappen kan een gezin ondernemen om de eenheid te bevorderen? (Filippenzen 2:2-4)

⁷ Deze „nieuwe persoonlijkheid” is onontbeerlijk voor allen die een gelukkig, lonend gezinsleven wensen. Door deze persoonlijkheid aan te doen, kunnen gezinsleden de voordelen oogsten die het heeft overeenkomstig bijbelse beginselen met betrekking tot het huwelijk te leven. In dit verband zijn de verdere woorden van Paulus van toepassing:

„Bekleedt u dan, als Gods uitverkorenen, heilig en bemind, met de tedere genegenheden van mededogen, goedheid, ootmoedigheid van geest, zachtaardigheid en lankmoedigheid. Blijft elkaar verdragen en elkaar vrijelijk vergeven als de een tegen de ander een reden tot klagen heeft. Zoals Jehovah u vrijelijk vergeven heeft, doet ook gij evenzo. Bekleedt u bij al deze dingen echter met liefde, want ze is een volmaakte band van eenheid” (Kolossenzen 3:12-14).

Ja, liefde is „een volmaakte band van eenheid”, en deze band wordt verstevigd doordat allen in het gezin belangstelling voor elkaar hebben en doordat allen voor de maaltijden en bij andere gelegenheden samenkomen en met elkaar spreken en gezamenlijk hun vrije tijd doorbrengen, vakantie nemen en zich aan andere opbouwende activiteiten wijden. Wanneer allen in het gezin — ouders en kinderen — er bewust moeite voor doen, kunnen zij deze eenheid  gezamenlijk tot stand brengen, en het resultaat zal dan een gelukkig, harmonisch gezin zijn. Zoals Paulus verder verklaarde, dient elkeen zijn deel daartoe bij te dragen.

DE ROL VAN DE VROUW

8. (a) Welke plaats dienen vrouwen in te nemen, en waarom? (1 Petrus 3:5, 6) (b) Hoe kan een vrouw de liefde en goedkeuring van haar gezin verwerven?

⁸ Vrouwen doen er goed aan de volgende woorden van Paulus ter harte te nemen:

„Gij vrouwen, weest aan uw man onderworpen, zoals het betaamt in de Heer” (Kolossenzen 3:18).

Dit is in overeenstemming met Gods oorspronkelijke regeling dat de vrouw voor haar man een ’hulp als zijn tegenhanger’ zou zijn (Genesis 2:20). Wanneer beiden het hoofd willen zijn, is er een voortdurend touwtrekken, en het gevolg is onenigheid. Wanneer de vrouw echter steeds „diepe achting voor haar man” heeft, zijn beslissingen respecteert en zelfs bereid is zijn zwakheden over het hoofd te zien, kan zij een belangrijke bijdrage tot een harmonisch en gelukkig gezinsleven leveren. Een vrouw die naarstig „waakt over de gang van zaken in haar huisgezin”, inclusief het onderricht van haar kinderen, wordt door hen „gelukkig geprezen”. Ook haar man zal haar prijzen. — Efeziërs 5:33; Spreuken 31:10-31.

9. Welke raad geeft de bijbel met betrekking tot ongelovige huwelijkspartners? (Romeinen 12:17, 18)

⁹ Ook al is haar man een ongelovige, dan is hij nog steeds haar „hoofd”. Wanneer zij een gelovige wordt, dient zij haar vrouwelijke plichten te blijven vervullen en zelfs nog meer liefdevolle belangstelling, voor zijn welzijn te tonen dan voordien, zoals het een christelijke hulpe betaamt (1 Korinthiërs 11:3). De apostel Petrus gaf vrouwen de raad een „stille en zachtaardige geest” te tonen, en zei:

„Gij vrouwen, weest aan uw eigen man onderworpen, opdat, indien sommigen niet gehoorzaam zijn aan het woord, zij zonder woord gewonnen mogen worden door het gedrag  van hun vrouw, omdat zij ooggetuigen zijn geweest van uw eerbare gedrag te zamen met diepe achting” (1 Petrus 3:1-4).

Het geduld van een vrouw die loyaal bij haar ongelovige man blijft, ook al is hij tegen haar religieuze activiteiten gekant, kan op een dag beloond worden doordat hij het „goede nieuws” gaat onderzoeken en aanvaardt. In ieder geval worden haar jonge kinderen, voor zover zij gehoorzaam zijn, door God in de gezinsregeling, die zij in stand tracht te houden, als „heilig” beschouwd. Hetzelfde geldt wanneer een gelovige man met een ongelovige vrouw getrouwd is. — 1 Korinthiërs 7:12-16.

DE ROL VAN DE MAN

10. Hoe dienen mannen hun vrouw te behandelen? (Spreuken 5:18)

¹⁰ Echtgenoten zullen rijkelijk beloond worden wanneer zij acht slaan op de woorden die Paulus vervolgens aan de Kolossenzen schreef:

„Gij mannen, blijft uw vrouw liefhebben en weest niet bitter toornig op haar” (Kolossenzen 3:19).

De echtgenoot moet zijn gezag als hoofd altijd liefdevol uitoefenen, niet tiranniek. Terwijl hij ’zijn vrouw blijft liefhebben’, dient hij zich erop toe te leggen haar ’eer toe te kennen als aan een zwakker vat’, dat wil zeggen, hij dient rekening te houden met haar gevoelens en met de wisselvalligheden waaraan zij onderworpen is (1 Petrus 3:7). Voordat hij beslissingen neemt die het gezin betreffen, dient hij alles met haar te bespreken en haar mening en wensen liefdevol in aanmerking te nemen. Hij dient altijd het welzijn van zijn vrouw op het oog te hebben, en vooral haar geestelijke welzijn.

11. Waarom dient een man zijn vrouw niet hardvochtig te bejegenen? (1 Korinthiërs 11:3; Matthéüs 11:28, 29)

¹¹ In alle aspecten van het leven dient de man zijn vrouw zo lief te hebben als „ook de Christus de gemeente heeft liefgehad en zich voor haar heeft overgeleverd”. Nergens in de Evangeliën lezen wij dat Christus „bitter toornig” was  op de gemeente. Ook dienen echtgenoten hun vrouw niet hardvochtig te bejegenen. Zij moeten ’hun vrouw liefhebben als hun eigen lichaam’ en voor haar zorgen als voor hun eigen vlees, want beiden zijn inderdaad „één vlees”. — Efeziërs 5:25, 28-30.

12. Welke schitterende toekomst wensen wij voor onze kinderen? (Psalm 148:12, 13)

¹² Maar hoe staat het met onze kinderen? Zij zijn ons zeer dierbaar, en wij willen graag dat zij met ons Jehovah tot in eeuwigheid in het aardse paradijs van God loven. Wij zullen nu onderzoeken hoe wij hen kunnen helpen dit doel te bereiken.

[Studievragen]