Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Hoe het goede nieuws werd bewaard

Hoe het goede nieuws werd bewaard

Hoofdstuk 5

Hoe het goede nieuws werd bewaard

1. Waarom werd de bijbel tot nu toe bewaard?

VELE oude geschriften zijn verdwenen. Evenals hun schrijvers zijn ze tot het stof teruggekeerd en in de vergetelheid geraakt. Van de meeste literatuur der voorbijgegane duizenden jaren zijn slechts fragmenten overgebleven. Maar de bijbel bestaat nog steeds! Het is precies zoals wij in 1 Petrus 1:24, 25 lezen:

„Want ’alle vlees is als gras, en al zijn heerlijkheid is als een bloesem van het gras; het gras verdort, en de bloem valt af, maar wat Jehovah [God] zegt, blijft in eeuwigheid’. Welnu, dit is het ’gezegde’, dit wat u als goed nieuws is bekendgemaakt.”

Dat het bijbelse bericht zowel de tand des tijds als de aanvallen van zijn vijanden heeft overleefd, is opmerkelijk. Ongetwijfeld heeft God ervoor gezorgd dat het „goede nieuws” werd bewaard opdat het ons in de huidige kritieke tijd tot richtsnoer zou dienen.

DE BEWARING VAN DE BIJBEL

2. Hoe bleven de oorspronkelijke bijbelse geschriften van Mozes bewaard, en hoe lang?

2 De geïnspireerde bijbelschrijvers gebruikten voor hun oorspronkelijke „boekjes” materiaal dat uit dierehuiden was vervaardigd. Getrouwe mannen zorgden ervoor dat die eerste berichten veilig werden bewaard „naast de ark”, de heilige kist die de Israëlieten op Gods bevel moesten maken (Deuteronomium 31:26; 1 Samuël 10:25). Toen Israël tot afgodenaanbidding verviel, ging de Wet die door Mozes geschreven was, voor enige tijd verloren, maar de goede koning Josía vond ze weer toen hij de tempel in Jeruzalem liet herstellen. Deze oorspronkelijke geschriften verdwenen op zijn laatst toen de Babyloniërs deze tempel in 607 v.G.T. verwoestten.

3. (a) Waaruit blijk dat er ten tijde van Daniël afschriften van de Bijbel waren? (b) Hoe werd in 537 v.G.T. een profetie vervuld? (Jeremia 29:10)

3 Tegen deze tijd waren er echter andere met de hand geschreven afschriften van deze geïnspireerde Geschriften gemaakt, zodat Gods dienstknecht Daniël, een gevangene in Babylon, „aan de hand van de boeken” — Jeremia’s profetieën — „onderscheidde” dat de gevangenschap van de joden na 70 jaar, in 537 v.G.T., moest aflopen (Daniël 9:2). En de geschiedenis verhaalt dat de gevangenschap inderdaad in dat jaar eindigde, want God zorgde er door een wonder voor dat een overblijfsel van de joden naar Jeruzalem terugkeerde om de tempel van God te herbouwen.

4. (a) Waartoe moedigde Ezra aan, hetgeen de joden tot groot nut was? (Ezra 7:6) (b) Welke nieuwe ontwikkeling begon omstreeks het jaar 280 v.G.T.?

4 Na dit herstel moedigde „Ezra, de afschrijver”, ertoe aan dat de bijeengekomen joden ’dag aan dag uit het boek van de wet van de ware God werd voorgelezen’ (Nehemía 8:13, 18). Destijds schijnen er vele afschrijvers aan het werk te zijn geweest. Zij schreven de Geschriften met de hand af, opdat ze de joden, die intussen in de gehele wereld der oudheid verstrooid leefden, ter beschikking stonden. Omstreeks 280 v.G.T. begon men er in Alexandrië (Egypte) mee, de Hebreeuwse Geschriften ten behoeve van de daar woonachtige Grieks-sprekende joden in het Grieks te vertalen. Deze vertaling staat als de Septuaginta (wat „zeventig” betekent) bekend, daar ze naar verluidt door zeventig joden vertaald is.

5. (a) Welke voorzorgsmaatregelen namen de schriftgeleerden om in hun afschriften fouten te vermijden? (b) Wat laat een vergelijking van de „Dode-Zeerol” van Jesaja met handschriften uit de tiende eeuw zien? (Deuteronomium 4:2)

5 Afschriften van de Hebreeuwse Geschriften werden met grote zorgvuldigheid vervaardigd, en de schriftgeleerden namen buitengewone voorzorgsmaatregelen om er zeker van te zijn dat zij geen fouten maakten. Zij controleerden de afschriften door de woorden, ja zelfs de letters te tellen, en als slechts één letter verkeerd was, vernietigden zij dit deel van het handschrift en schreven het opnieuw. Als bewijs voor deze nauwkeurigheid bevatten handschriften uit de tiende eeuw G.T. in wezen hetzelfde bericht als de in recente tijd ontdekte „Dode-Zeerol” van Jesaja, die in de eerste of tweede eeuw v.G.T. werd geschreven. Dat betekent dat de tekst van de bijbel in de loop van duizend jaar ondanks herhaaldelijke afschriften onvervalst bewaard is gebleven!

6. Waarom kunnen wij er zeker van zijn dat de tekst van de bijbel thans correct is?

6 Insgelijks werd er bij het afschrijven van de christelijke Griekse Geschriften minutieuze zorgvuldigheid betracht. Wij kunnen er derhalve zeker van zijn dat de Hebreeuwse en Griekse tekst, die aan onze hedendaagse bijbelvertalingen ten grondslag ligt, in wezen hetzelfde luidt als de originele handschriften die „door God geïnspireerd” werden. Een vergelijkende studie van tienduizenden handschriften in vele talen bevestigt dit. Ja, de gedrukte bijbel zoals wij die thans in meer dan 1500 talen ter beschikking hebben, is hetzelfde „woord” dat onder Gods inspiratie van de zestiende eeuw v.G.T. tot de eerste eeuw G.T. met de hand werd opgetekend.

POGINGEN OM HET „GOEDE NIEUWS” TE ONDERDRUKKEN

7. (a) Wie waren de vijanden van de bijbel, wat zei Jezus tot hen, en hoe reageerden zij daarop? (Matthéüs 23:27, 28) (b) Wie gebruikte Satan om zijn tegenstand tegen het „goede nieuws” voort te zetten? (2 Petrus 2:1, 2)

7 De bijbel heeft altijd al vijanden gehad. Verbazingwekkend genoeg waren zijn voornaamste vijanden religieuze leiders, die beweren de bijbel te onderwijzen. De religieuze leiders onder de joden in Jezus’ tijd bijvoorbeeld maakten „het woord Gods krachteloos” omdat zij ’overleveringen’ en „mensengeboden als leerstellingen” onderwezen (Matthéüs 15:6-9). Jezus veroordeelde hen hierom en zei tot hen:

„Gij zijt uit uw vader de Duivel, en gij wenst de begeerten van uw vader te doen. . . . hij stond niet vast in de waarheid, omdat er geen waarheid in hem is. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij overeenkomstig zijn eigen aard, want hij is een leugenaar en de vader van de leugen” (Johannes 8:44).

Omdat Jezus de waarheid sprak en omdat hij het „goede nieuws” van Gods voornemen de mensheid te bevrijden, verkondigde, lieten die religieuze leiders hem ter dood brengen. En hoewel Jezus de christelijke gemeente als „een pilaar en ondersteuning van de waarheid” stichtte, zette Satan de Duivel zijn tegenstand tegen het „goede nieuws” met behulp van zijn religieuze werktuigen op aarde voort. — 1 Timótheüs 3:15.

8. (a) Met welke woorden voorzei de bijbel de grote afval? (Matthéüs 7:15, 20) (b) Wanneer en door wie werd de christenheid gesticht? (c) Waarvan werd de religie van de christenheid een deel? (d) Wat maakt de sekten der christenheid tot vijanden van God?

8 De apostel Paulus voorzei wat er zou gebeuren toen hij in 56 G.T. tot de ouderlingen van de christelijke gemeente in Éfeze zei:

„Ik weet dat er na mijn heengaan onderdrukkende wolven bij u zullen binnenkomen, die de kudde niet teder zullen behandelen, en uit uw eigen midden zullen mannen opstaan die verdraaide dingen zullen spreken om de discipelen achter zich aan te trekken” (Handelingen 20:29, 30).

En zo gebeurde het. Binnen drie eeuwen vond de grote afval plaats. In 325 G.T. stichtte de ongedoopte Romeinse keizer Constantijn de „christenheid”. In dit religieuze stelsel werd de christelijke leer verdraaid en met vele van de door Satan geïnspireerde mysteries van het oude Babylon, dat volgens de bijbel het uitgangspunt van alle valse religie was, verbonden. Op deze wijze werd de religie van de christenheid een deel van het wereldrijk van valse religie, dat in de bijbel als „Babylon de Grote, de moeder van de hoeren en van de walgelijkheden der aarde”, wordt aangeduid (Openbaring 17:3-5). Met deze hoererij worden de handelingen bedoeld van religieuze sekten die beweren God toe te behoren, maar die zeer bevriend zijn met de corrupte politieke leiders van deze goddeloze wereld. Dit maakt hen tot ’vijanden van God’ (Jakobus 4:4). Dikwijls hebben de religieuze sekten der christenheid de politieke heersers ertoe aangezet ware christenen te vervolgen.

9. Welke geschiedkundige gebeurtenissen bewijzen dat de christenheid bloedschuld op zich heeft geladen? (Jeremia 2:34)

9 Uiterlijk mag de religie der christenheid heel mooi schijnen, wanneer men aan haar schitterende kathedralen, basilieken en kerken denkt, alsook aan haar pompeuze processies en indrukwekkende muziek. Maar wat voor bericht heeft de christenheid opgebouwd? Door de eeuwen heen heeft de christenheid weerloze volken uitgeplunderd, gekoloniseerd en onderdrukt. De geschiedenis wijst met een beschuldigende vinger op bloedige kruistochten in het nabije Oosten, op de wrede inquisitie in vele katholiek beheerste landen, op de opiumoorlog tegen China en ook op de wrede oorlogen en religieuze geschillen van deze twintigste eeuw. Zowel de Eerste als de Tweede Wereldoorlog braken in de christenheid uit, waarbij katholieken en protestanten elkaar zonder onderscheid afslachtten.

10. Waaruit blijkt dat de religies van de christenheid slechts in schijn christelijk zijn? (Matthéüs 26:52)

10 De bijbel veroordeelt zulke zelfzuchtige oorlogen met krachtige woorden:

„Uit welke bron komen er oorlogen en uit welke bron komen er gevechten onder u? Komen ze niet uit deze bron, namelijk uit uw begeerten naar zingenot, die strijd voeren in uw leden? Gij begeert en toch hebt gij niet. Gij blijft moorden en hebzucht koesteren, en toch kunt gij met verkrijgen. Gij blijft strijden en oorlog voeren. Gij hebt niet, omdat gij niet vraagt. Gij vraagt en toch ontvangt gij niet, omdat gij met een verkeerde bedoeling vraagt, om het te besteden voor uw begeerten naar zingenot.” — Jakobus 4:1-3.

TEGENSTAND TEGEN DE VERTALING VAN DE BIJBEL

11. Welke tegenstand bood de katholieke Kerk tegen de verspreiding van de bijbel? (Johannes 3:19, 20)

11 Tot het bericht dat de religies der christenheid hebben opgebouwd, behoort ook de verbitterde tegenstand tegen de verspreiding van de bijbel en het daarin vervatte „goede nieuws”. En geen wonder! — want daarin wordt haar bloedschuld aan de kaak gesteld. In de beruchte donkere middeleeuwen, toen de christenheid meer dan duizend jaar door de pausen van Rome werd beheerst, werden er geen krachtsinspanningen gedaan de bijbel onder het gewone volk in omloop te brengen. De weinige exemplaren die ter beschikking stonden, waren in het Latijn geschreven, een taal die mettertijd nog slechts de priesters verstonden. Toen ten slotte moedige mannen moeite deden om de bijbel in de taal van het gewone volk te vertalen, opdat deze mensen de bijbel konden lezen en begrijpen, werden zij vervolgd en in vele gevallen gedood. In de veertiende eeuw G.T. vertaalde John Wyclif als eerste de bijbel uit het Latijn in het Engels. Maar de katholieke aartsbisschop van Canterbury (Engeland) beschreef hem met de woorden: „Deze pest, deze verwenste kerel . . ., de zoon van de oude Slang.” Enkele jaren na Wyclifs dood werd zijn stoffelijk overschot door tegenstanders van de bijbel opgegraven en verbrand, en de as werd in de rivier de Swift geworpen.

12. (a) Welk doel stelde Tyndale zich? (Lukas 2:10) (b) Wat deed hij om dit doel te bereiken, maar wat gebeurde er met hem? (c) Tot welk resultaat leidde Tyndales werk?

12 In de zestiende eeuw vertaalde William Tyndale de bijbel uit het oorspronkelijke Hebreeuws en Grieks in het Engels en verklaarde: „Als God mij in het leven houdt, zal ik ervoor zorgen dat binnen enkele jaren een jongen die achter de ploeg loopt, meer van de Schrift weet dan de priesters.” Maar hij moest van Engeland naar het Europese vasteland vluchten om zijn bijbel te kunnen vertalen en drukken. Vervolgens werden de gedrukte exemplaren Engeland binnengesmokkeld en in grote aantallen in omloop gebracht, en dat ondanks het feit dat de geestelijkheid alle bijbels waar ze de hand op kon leggen, in het openbaar verbrandde. Tyndale werd door een huichelaar verraden, later gewurgd en daarna tot as verbrand. Maar zijn bijbelvertaling leefde voort, en zo was het mogelijk dat een gewoon mens, „een jongen die achter de ploeg loopt”, het „goede nieuws” van de bijbel kon lezen. Later werd zijn vertaling bij de voorbereiding van de bekende Engelse King James-​bijbel grondig geraadpleegd.

13. Onder welke omstandigheden ontstonden enkele vertalingen van de bijbel in oosterse talen?

13 Ook andere bijbelvertalingen stuitten op tegenstand. In Kanton (China) vertaalden Robert Morrison en zijn helpers de bijbel in het geheim ’s nachts, wetend dat zij doodgemarteld konden worden als zij werden ontdekt. Toen zij eens de houten drukvormen van het boek Handelingen verstopten, werden deze door termieten opgegeten. In 1818 vervaardigden zij de volledige bijbel in het Chinees. De vertaling van de bijbel in het Burmaans werd in 1835 voltooid, nadat de vertaler, A. Judson, bijna een jaar lang geketend in een door ongedierte vergeven gevangenis had doorgebracht, terwijl hij het manuscript van zijn vertaling in zijn kussen verborgen hield. In de jaren 1880, toen de activiteit van de zendelingen in Korea werd verboden, werden delen van de bijbel in Mantsjoerije in het Koreaans vertaald en toen gedrukt, en vele exemplaren vonden hun weg naar Korea. De eerste volledige bijbel in het Japans werd in 1887 vervaardigd, en enkele van de eerste uitgaven bevatten de naam van God, Jehovah, in zowel de Hebreeuwse als de Griekse Geschriften.

HET „GOEDE NIEUWS” LEEFT VOORT!

14. (a) Waaruit blijkt dat Satans pogingen om de bijbel te onderdrukken, hebben gefaald? (b) Stellen de sekten der christenheid zich werkelijk ten doel de bijbel te onderwijzen?

14 Satans pogingen om de bijbel te onderdrukken, hebben gefaald. In de laatste jaren zijn er voortreffelijke bijbelvertalingen in vele talen verschenen, en het „goede nieuws” is voor de gehele mensheid toegankelijk geworden. In vele huizen kan men de bijbel vinden. Maar hebben de religieuze sekten van de christenheid de mensen geholpen de bijbel te begrijpen? Neen, ze verkeren thans in dezelfde positie als de religieuze leiders in Jezus’ tijd. Ze stellen het woord van God terzijde „om [hun] overlevering te handhaven”, dat wil zeggen de valse leringen uit Babylon, die werden aangenomen toen Constantijn de „christenheid” stichtte. — Markus 7:9, 13.

15. Hoe komt het dat het goede nieuws „in heel de schepping” gepredikt wordt? (Handelingen 1:8)

15 Gelukkig zijn er thans in alle landen van de aarde christenen die tot de zuivere leer van het goede nieuws dat Jezus en zijn apostelen verkondigden, zijn teruggekeerd. Evenals in de tijd van de eerste-eeuwse christelijke gemeente prediken zij dat goede nieuws wederom „in heel de schepping die onder de hemel is” (Kolossenzen 1:23). Het is „het glorierijke goede, nieuws van de gelukkige God” (1 Timótheüs 1:11). Maar wie is deze „gelukkige God”, en hoe kunnen wij door hem gezegend worden?

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 40]

De „Dode-Zeerol” van Jesaja bewijst dat de bijbel nauwkeurig werd overgeleverd

[Illustratie op blz. 43]

De christenheid bewijst door haar oorlogen dat ze niet het ware christendom vertegenwoordigt

[Illustratie op blz. 46]

Ondanks tegenstand van de valse religie wordt het ’goede nieuws in heel de schepping gepredikt’