Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Het hart van je luisteraars bereiken

Het hart van je luisteraars bereiken

Studie 15

Het hart van je luisteraars bereiken

1-4. Waarom is het hart belangrijk voor ons als bedienaren van het evangelie?

1 De apostel Paulus hield er niet mee op ten behoeve van degenen tot wie hij het goede nieuws had gepredikt te bidden of ’de ogen van hun hart verlicht mochten worden’ (Ef. 1:16-18). Merk op dat hij hier niet over een verlichte geest maar over een verlicht hart sprak. Wat bedoelde hij hiermee? Om doeltreffende sprekers en onderwijzers te kunnen zijn, moeten wij deze kwestie begrijpen.

2 Door bemiddeling van Paulus onthulde de geest van Jehovah datgene wat die geest ook bij monde van andere loyale dienstknechten van de Toetser van harten had geuit (Spr. 21:2). De bejaarde koning David gaf zijn koninklijke erfgenaam bijvoorbeeld de volgende gezonde raad: „Mijn zoon . . ., ken de God van uw vader en dien hem met een onverdeeld hart en met een bereidwillige ziel; want Jehovah doorzoekt alle harten, en elke neiging van de gedachten onderscheidt hij. Indien gij hem zoekt, zal hij zich door u laten vinden; maar indien gij hem verlaat, zal hij u voor eeuwig verstoten” (1 Kron. 28:9). Ware aanbidding uit het hart is iets wat de Schepper behaagt.

3 De Grotere David, Jezus Christus, gaf dienovereenkomstige wijze raad toen hij onderwees: „Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand en met geheel uw kracht” (Mark. 12:28-30). Bij het behagen van God is datgene wat in het hart van het schepsel is van het allergrootste belang. Als wij dit beseffen, krijgen de woorden van Spreuken 4:23 nog meer kracht: „Beveilig uw hart, ja, meer dan al het andere dat te behoeden is, want daaruit zijn de oorsprongen van het leven.”

4 Allen die het goede nieuws van Gods koninkrijk prediken en onderwijzen, moeten deze kwestie van het bereiken en raken van het hart van elke luisteraar van groot belang achten. Het is van belang voor de christelijke ouder wanneer deze zijn kinderen onderwijst en voor elke prediker die een huisbijbelstudie leidt bij mensen die naar het goede nieuws luisteren. Er dient nauwlettend aandacht aan geschonken te worden door broeders die vanaf het podium onderwijzen. In al zulke omstandigheden doen wij ons best de kostbare waarheidsboodschap tot de geest van anderen te laten doordringen. Wij moeten echter veel meer trachten te doen. Wij willen het hart bereiken. Wij willen anderen ertoe bewegen ’hun hart aan de grote hemelse Vader te geven’. — Spr. 23:26.

5, 6. Waarom moeten wij meer trachten te doen dan alleen maar kennis over te dragen aan de geest van andere mensen?

5 Een onderscheid maken tussen geest en hart. Een bekwame onderwijzer van het goede nieuws kan kennis overdragen aan de geest van luisteraars. De leerling of luisteraar is al gauw in staat datgene wat hij geleerd heeft te herhalen en zelf uit te leggen. Hij heeft het begrepen en het is in zijn geest gegrift. Maar de vragen rijzen: Wat gaat hij ermee doen? Heeft hij er alleen maar belangstelling voor kennis te verwerven of zal de kennis hem tot actie aansporen?

6 Nu gaat het hart een woordje meespreken, want in de bijbel wordt het hart met aandrijvende kracht verbonden. De ware aanbidder van God kan met de geïnspireerde bijbelschrijver zeggen: „In mijn hart heb ik uw woord als een schat weggelegd, opdat ik niet tegen u zondige” (Ps. 119:11). Iemand zou een uitstekende kennis over Gods voornemens in zijn geest kunnen hebben, vele van de voortreffelijke beginselen van de bijbel kunnen begrijpen en toch in zijn hart niet van zins kunnen zijn die beginselen en die kennis op zijn eigen levenswijze toe te passen. Veel mensen hebben de verfrissende waarheden van Gods Woord gehoord, maar wanneer het erop aankomt ze in hun leven toe te passen of dezelfde gelegenheid aan anderen te schenken, blijken zij gewoon in hun hart niet van plan te zijn zulk een levenreddende activiteit te verrichten.

7, 8. Toon aan wat het verschil is tussen de geest en het hart.

7 De geest moet noodzakelijkerwijs inlichtingen in zich opnemen en verwerken. De geest is de zetel van het verstand, het centrum waar kennis wordt verwerkt. De geest vergaart inlichtingen en komt door middel van het proces van redenering en logica tot bepaalde conclusies. En de Schrift geeft te kennen dat de geest, op de een of andere verbazingwekkende wijze, rechtstreeks verband houdt met het hart. Het hart speelt een uiterst belangrijke rol, want de genegenheden en beweegreden staan ermee in verband. De leiding die het hart aan iemands gehele levenswijze geeft, wordt aan toeschouwers duidelijk. Zij komen uiteindelijk te weten hoe de persoon in werkelijkheid van binnen is. Maar Jehovah kent te allen tijde „de verborgen persoon van het hart”. — 1 Petr. 3:3, 4

8 Soms kan het hart de conclusies van de geest verwerpen door tot iets aan te zetten waardoor de voorkeur wordt gegeven aan emotie of verlangen boven logische redenering. Iemand moet niet alleen met zijn geest weten wat juist is in Jehovah’s ogen, maar hij moet in zijn hart het verlangen bezitten die handelwijze te volgen. Dit vermogen van het hart om tussen facultatieve handelwijzen te kiezen en zich op een ervan te concentreren, verklaart waarom de bijbel over het hart van de mens opmerkt dat het ’plannen maakt’ en ’zijn wegen uitdenkt [zijn geest erop richt]’ (Spr. 19:21; 16:9). Tenzij bepaalde omstandigheden hen min of meer dwingen anders te handelen, zullen mensen de handelwijze volgen die hun hart aanlokt. Dit is vooral zo met betrekking tot morele en geestelijke aangelegenheden. — Matth. 5:28.

9, 10. Wat zal ons helpen het hart van een leerling te bereiken?

9 Het hart bereiken. Hoe dient de christelijke onderwijzer dan het hart van de mensen te bereiken? Eén manier is, de leerlingen ertoe aan te moedigen met waardering over de geleerde dingen na te denken. Houd in gedachten hoe er over Maria, de vleselijke moeder van Jezus, staat opgetekend dat zij „al deze woorden zorgvuldig in haar hart [bewaarde]” (Luk. 2:51). Het verslag zegt niet „in haar geheugen”, hoewel dat er wel bij betrokken was. Zij bewaarde ze in haar hart, de zetel der genegenheid en van de beweegreden, zodat zij later een getrouwe christin werd. Om leerlingen in deze tijd te helpen de waarheid in hun hart te krijgen, dien je er voldoende tijd voor te nemen sleutelpunten op bevredigende wijze uiteen te zetten. Probeer niet te veel materiaal te behandelen.

10 Vragen zijn heel erg nuttig om vast te stellen of de bijbelse waarheden die worden beschouwd werkelijk wortel schieten in het hart van de leerlingen. Na nieuwe waarheden besproken te hebben, zou je kunnen vragen: „Hoe denkt u hier nu over? Is dit wat u gelooft?” Oefen je hierin als je oefenlezingen houdt. Alleen door vast te stellen wat er in iemands hart is, kunnen wij hem helpen vorderingen in Jehovah’s dienst te maken.

11. Hoe kunnen wij een leerling van de belangrijkheid van zijn verhouding tot Jehovah doordringen?

11 Om Gods Woord in hun hart te laten doordringen, moeten de leerlingen die je onderwijst geholpen worden bij alles aan hun verhouding tot Jehovah te denken. En waar is een betere plaats om je in dit opzicht te bekwamen dan op de bedieningsschool, wanneer je een toewijzing behartigt? Moedig degenen die je onderwijst ertoe aan met hun gehele hart op Jehovah te vertrouwen, uit liefde voor hem en wegens zijn liefde voor ons. Door passende vragen kun je hun aandacht erop vestigen dat wat zij in de bijbel leren, van onze liefdevolle Schepper Jehovah afkomstig is, die „zeer teder in genegenheid en barmhartig is” (Jak. 5:11). Indien je een studie leidt, beklemtoon dan week na week Jehovah’s liefde en wijsheid, zoals die in de wonderbaarlijke waarheden die jullie samen bestuderen, tot uiting komen. Moedig de leerlingen ertoe aan in te zien hoe hun eigen leven zowel nu als in de dagen die voor ons liggen, wordt beïnvloed door hun verhouding tot Jehovah. Neem geregeld bijbelse beginselen met hen door, zodat zij hier heel goed bekend mee raken. Help hen erbij de gewoonte te ontwikkelen zich in elke kwestie altijd eerst van de wil van de hemelse Vader te vergewissen alvorens een beslissing te nemen. Geleidelijk zul je hen helpen inzien dat ons leven en alles wat wij bezitten, aan God toebehoren, want „hij zelf [geeft] aan allen leven en adem en alle dingen”; ook dat zijn aanbidding en zijn dienst de allereerste plaats in zowel ons hart als onze geest dienen in te nemen. — Hand. 17:25.

12-14. Wat moeten leerlingen over de beweegreden leren, en hoe kan iemand zijn beweegredenen analyseren?

12 Breng van tijd tot tijd het punt ter sprake dat bij God niet alleen telt wat wij doen, maar ook met welke beweegreden wij het doen. Hij wil dat wij er behagen in scheppen zijn wil te doen. Evenals de vader in het boek Spreuken, nodigt onze hemelse Vader ons ertoe uit: „Mijn zoon, schenk toch aandacht aan mijn woorden. Neig tot mijn gezegden uw oor. Mogen ze niet wijken uit uw ogen. Bewaar ze midden in uw hart. Want ze zijn leven voor wie ze vinden en gezondheid voor heel hun vlees.” — Spr. 4:20-22.

13 Degenen die je onderwijst, kunnen er dus toe aangemoedigd worden hun beweegreden voor het doen van bepaalde dingen te onderzoeken en zich vragen te stellen als: Waarom wil ik dit of dat doen? Wat zet mij ertoe aan deze bepaalde handelwijze te kiezen? Ik weet wat mijn verstand zegt, maar wat is er in werkelijkheid in mijn hart? Tracht ik God te behagen of mijn eigen verlangens te bevredigen? Zijn mijn overleggingen werkelijk oprecht? Of tracht ik mijzelf door valse overleggingen te bedriegen?

14 Leerlingen kunnen ook gewaarschuwd worden voor gevaren en misleiding waardoor onvoorzichtigen bedreigd worden. Iemand zou zijn hart bijvoorbeeld gezet kunnen hebben op een doel dat op zichzelf genomen misschien heel gerechtvaardigd is maar dat in zeker opzicht een belemmering vormt voor zijn aanbidding van of dienst voor Jehovah. De geïnspireerde spreuk heeft hier heel treffend het volgende over te zeggen: „Hij die op zijn eigen hart vertrouwt, is verstandeloos, maar hij die in wijsheid wandelt, díe zal ontkomen.” — Spr. 28:26.

15-17. Hoe kunnen het voorbeeld van Jezus en besprekingen over het gebed het hart ten goede komen?

15 Ten slotte is het goed de leerlingen het volmaakte voorbeeld dat wij in de Heer Jezus hebben voor ogen te stellen. Hij was loyaal aan zijn hemelse Vader. Omdat hij ’rechtvaardigheid liefhad en goddeloosheid haatte, zalfde Jehovah hem met de olie van uitbundige vreugde, meer dan zijn deelgenoten’ (Ps. 45:7). Hoe behield hij die juiste hartetoestand? Hij studeerde niet alleen om God te kènnen, maar ook om God te behágen. Hij had altijd de wil van de Vader in gedachten. Jezus zocht in gebed geregeld contact met zijn Vader. Door middel van zijn gebeden vroeg hij God in feite ’hem te onderzoeken en hem op de proef te stellen en zijn nieren te louteren en zijn hart te toetsen’ (Ps. 26:2). Hij wilde zich niet louter op zijn eigen overleggingen of de stem van zijn eigen hart verlaten. „Vader, . . niet zoals ik wil, maar zoals gij wilt”, was zijn gebedsvolle besluit toen zijn voorzegde offerdood naderde. — Mark. 14:36.

16 Is dat niet een prachtig voorbeeld om leerlingen voor ogen te houden? Ook zij kunnen geholpen worden door middel van gebed — een oprecht, innig gebed om wijsheid bij het volgen van de door God goedgekeurde handelwijze — Gods leiding in hun leven te zoeken. Lees hun enkele gebeden van Jezus voor. Toen Jezus naar de aarde kwam, bad hij tot God als Zijn Zoon. Toen hij zijn volgelingen leerde bidden, begon hij het modelgebed met te zeggen: „Onze Vader in de hemelen” (Matth. 6:9). Degene die bidt, dient dus als een zoon te zijn die zich tot zijn vader richt. Onze gebeden tonen misschien meer dan iets anders in welke verhouding wij tot Jehovah staan. Is dat een hartelijke, vertrouwelijke, intieme verhouding als van een zoon of dochter jegens een vader die van ganser harte wordt gerespecteerd en bemind? Of nadert men God als iemand die men slechts oppervlakkig kent, zoals in het geval van een buurman of een goede bekende? Streef ernaar het hart te bereiken van degenen tot wie je spreekt en met wie je studeert door het gebed met hen te bespreken, te vragen hoe zij erover denken en om welke dingen zij bidden. — Spr. 15:8, 29.

17 Gezien de belangrijkheid die God aan het hart toekent, dienen ook wij zorgvuldig aandacht aan het hart te schenken wanneer wij zijn Woord onderwijzen. Of je nu een openbare lezing houdt, een oefenlezing uitspreekt of een huisbijbelstudie leidt, stel je niet in de eerste plaats ten doel zoveel mogelijk stof te behandelen. Neem er de benodigde tijd voor om anderen te helpen tot Jehovah te naderen en zijn Woord stevig in hun hart te verankeren.

[Studievragen]