Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Innerlijke beheerstheid en persoonlijke verschijning

Innerlijke beheerstheid en persoonlijke verschijning

Studie 37

Innerlijke beheerstheid en persoonlijke verschijning

1-9. Definieer innerlijke beheerstheid en vertrouwen, en vertel hoe deze verkregen kunnen worden.

1 Een innerlijk beheerste spreker is een ontspannen spreker. Hij is kalm en bedaard omdat hij de situatie beheerst. Daarentegen verraadt gebrek aan innerlijke beheerstheid een zeker gebrek aan vertrouwen. Deze twee gaan hand aan hand. Daarom staan „Vertrouwen en innerlijke beheerstheid” als één punt op het raadgevingenbriefje vermeld.

2 Hoewel vertrouwen en innerlijke beheerstheid voor een spreker wenselijk zijn, moeten ze niet verward worden met een te groot zelfvertrouwen, hetgeen blijkt uit het op zwierige of trotse wijze op het podium lopen of door er, indien men zit, op een al te ontspannen manier bij te hangen, of door op een al te nonchalante wijze tegen een deurpost te leunen als men van huis tot huis predikt. Indien iets in je voordracht doet denken aan een te groot zelfvertrouwen, zal je schoolopziener je ongetwijfeld onder vier ogen raad geven, omdat hij er belang in stelt je te helpen een dergelijke indruk, waardoor de doeltreffendheid van je bediening belemmerd zou kunnen worden, te overwinnen.

3 Indien je een nieuwe spreker bent, is het echter waarschijnlijker dat je je timide en verlegen zult voelen als je het podium betreedt. Je zult je misschien werkelijk nerveus en onzeker voelen, waardoor je zou kunnen gaan geloven dat je voordracht ondoeltreffend zal zijn. Dit is niet nodig. Vertrouwen en innerlijke beheerstheid kunnen verkregen worden wanneer je hier ijverig moeite voor doet en als je weet waarom het je eraan ontbreekt.

4 Waarom ontbreekt het sommige sprekers aan vertrouwen? Gewoonlijk bestaan hier twee redenen voor. Ten eerste: gebrek aan voorbereiding of een verkeerde kijk op hun stof. Ten tweede: een negatieve houding ten aanzien van hun bekwaamheid als spreker.

5 Wat zal je vertrouwen schenken? Voornamelijk de wetenschap of het geloof dat je in staat zult zijn je doel te bereiken. Het is de zekerheid dat je de situatie meester bent en kunt beheersen. Op het podium kan dit wat ervaring vereisen. Wanneer je al een aantal lezingen hebt gehouden, kun je er redelijk zeker van zijn dat ook deze zal slagen. Maar zelfs als je een betrekkelijk nieuwe spreker bent, dienen de eerste paar lezingen een aanmoediging voor je te betekenen, zodat je spoedig in staat zult zijn deze hoedanigheid in redelijke mate tentoon te spreiden.

6 Nog een belangrijk vereiste voor vertrouwen, of je nu een ervaren spreker bent of niet, is kennis van je stof en de overtuiging dat deze stof de moeite waard is. Dit betekent niet alleen een grondige voorbereiding van je onderwerp, maar ook een nauwkeurige voorbereiding van de voordracht. Indien je beseft dat de lezing zowel nuttig is voor je eigen theocratische vooruitgang als tot onderricht van de aanwezige broeders en zusters dient, zul je het podium gebedsvol betreden. Je zult geheel door je onderwerp in beslag genomen worden en jezelf en je nervositeit vergeten. Je zult eraan denken dat je God en niet mensen wilt behagen. — Gal. 1:10; Ex. 4:10-12; Jer. 1:8.

7 Dit houdt in dat je overtuigd moet zijn van alles wat je gaat zeggen. Vergewis je er bij je voorbereiding van dat dit het geval is. Indien je, nadat je alles hebt gedaan wat je kunt om een interessante en levendige lezing samen te stellen, nog het gevoel hebt dat het je lezing aan kleur ontbreekt of dat ze doods is, bedenk dan dat een levendig publiek zal bijdragen tot het enthousiasme van je lezing. Beziel je toehoorders dus door je voordracht, dan zal hun belangstelling je vertrouwen schenken in wat je te brengen hebt.

8 Evenals een dokter naar de symptomen van een ziekte zoekt, zal je raadgever letten op tekenen die onmiskenbaar op gebrek aan kalmte wijzen. En evenals een goede dokter veeleer aan de oorzaak dan aan de symptomen van je ziekte zal werken, zal je raadgever trachten je te helpen de werkelijke oorzaken van het gebrek aan vertrouwen en innerlijke beheerstheid te overwinnen. Indien je echter de symptomen kent en ze leert beheersen, zal dat je in werkelijkheid helpen de aan deze symptomen ten grondslag liggende oorzaken te overwinnen. Welke zijn dat?

9 Over het algemeen gesproken zijn er twee uitwegen voor opgekropte emoties of gespannenheid. Ze komen tot uiting in de reacties van je lichaam of zijn merkbaar aan je stem. Wanneer deze symptomen in een zekere mate aanwezig zijn, zeggen wij dat het zo’n persoon aan innerlijke beheerstheid ontbreekt.

10, 11. Hoe kunnen iemands gedragingen gebrek aan vertrouwen verraden?

10 Innerlijke beheerstheid blijkt uit je gedragingen. De eerste aanwijzing van innerlijke beheerstheid treedt dus aan het licht door je gedragingen. Hier volgen enkele kenmerken die zullen verraden of het je aan vertrouwen ontbreekt. Let eerst eens op de handen: handen die op de rug worden gevouwen, die strak langs het lichaam worden gehouden of stevig om de katheder worden geklemd; handen die herhaaldelijk in en uit de zakken worden gedaan, die een jasje dicht- en losknopen en doelloos aan wang, neus of bril zitten; onvolledige gebaren; met een horloge, een potlood, een ring of aantekeningen spelen. Of denk eens aan het voortdurend schuifelen met de voeten en het heen en weer bewegen van het lichaam; zo stijf als een plank of met doorzakkende knieën staan; veelvuldig de lippen bevochtigen, herhaaldelijk slikken en snel en kort ademhalen.

11 Al deze blijken van nervositeit kunnen door bewuste krachtsinspanningen beheerst of tot een minimum teruggebracht worden. Indien je die moeite doet, zul je wat je gedragingen betreft een indruk van innerlijke beheerstheid geven. Adem dus normaal en gelijkmatig en doe een doelbewuste poging om je te ontspannen. Pauzeer voordat je begint te spreken. Je toehoorders zullen hier beslist gunstig op reageren en omgekeerd zal het jou helpen het vertrouwen te krijgen dat je zo graag wilt bezitten. Concentreer je op je stof en maak je geen zorgen over je toehoorders of denk niet aan jezelf.

12-14. Indien iemands stem gebrek aan vertrouwen verraadt, wat kan er dan gedaan worden om innerlijke beheerstheid te verkrijgen?

12 Innerlijke beheerstheid blijkt uit beheerste stem. Met betrekking tot de stem zijn er aanwijzingen die nervositeit verraden, zoals een abnormaal hoge toon, een trillende stem, herhaaldelijk schrapen van de keel en een ongewoon schrale toon veroorzaakt door gebrek aan resonantie ten gevolge van gespannenheid. Deze problemen en aanwensels kunnen eveneens door ijverige krachtsinspanningen worden overwonnen.

13 Haast je niet als je naar het podium loopt of je aantekeningen rangschikt, maar wees ontspannen en blij dat je datgene wat je hebt voorbereid met anderen kunt delen. Indien je wanneer je begint te spreken, voelt dat je nerveus bent, moet je een speciale poging doen om tijdens de inleiding langzamer te spreken dan gewoonlijk en op een lagere toon dan jou als normaal voorkomt. Dit zal je helpen je nervositeit te bedwingen. Je zult bemerken dat zowel het maken van gebaren als pauzeren je zullen helpen je te ontspannen.

14 Wacht met het in praktijk brengen van deze dingen echter niet tot je naar het podium gaat. Leer in je dagelijkse spraak innerlijk rustig en beheerst te zijn. Dit zal er veel toe bijdragen je vertrouwen te geven als je op het podium staat of in de velddienst bent, waar dit uiterst belangrijk is. Door een rustige voordracht zullen je toehoorders op hun gemak gesteld worden, zodat zij zich op de stof kunnen concentreren. Wanneer je op de vergaderingen geregeld commentaar geeft, zal dit je helpen gewend te raken voor een groep te spreken.

**********

15. Waarom is een goede persoonlijke verschijning zo belangrijk?

15 Een goede persoonlijke verschijning kan je helpen innerlijke beheerstheid te hebben, maar is ook om andere redenen belangrijk. Indien er niet voldoende aandacht aan wordt geschonken, zou de prediker wel eens kunnen bemerken dat de toehoorders door zijn verschijning worden afgeleid, zodat zij niet werkelijk aandacht schenken aan wat hij zegt. In plaats daarvan vestigt hij de aandacht op zichzelf, wat vanzelfsprekend niet in zijn bedoeling ligt. Als iemand zeer onverschillig is ten aanzien van zijn persoonlijke verschijning, kan hij er zelfs de oorzaak van zijn dat anderen neerkijken op de organisatie waarvan hij deel uitmaakt en de boodschap die hij brengt verwerpen. Dit dient niet zo te zijn. Hoewel „Persoonlijke verschijning” dus als laatste punt op het raadgevingenbriefje wordt vermeld, dient dit niet als het minst belangrijke punt beschouwd te worden.

16-21. Welke raad wordt er gegeven met betrekking tot gepaste kleding en een verzorgd uiterlijk?

16 Gepaste kleding en een verzorgd uiterlijk. Uitersten in kleding dienen vermeden te worden. De christelijke bedienaar zal de rages van de wereld, die de aandacht op de persoon zelf vestigen, niet navolgen. Hij zal het vermijden zich te zwierig te kleden of zich zo opzichtig te kleden dat de aandacht op de kleding wordt gericht. Hij zal er ook voor oppassen dat hij niet slordig gekleed is. Goed gekleed zijn, wil niet zeggen dat men een nieuw pak aan heeft, maar men kan er altijd netjes en schoon uitzien. De pantalon dient geperst te zijn en de stropdas recht te zitten. Dit zijn dingen waarvoor iedereen kan zorgen.

17 De raad die de apostel Paulus over kleding gaf, zoals wij die in 1 Timótheüs 2:9 aantreffen, is passend voor christelijke vrouwen in deze tijd. Evenals in het geval van de broeders, dienen zij zich niet zodanig te kleden dat de aandacht op hen zelf wordt gevestigd, en het zou ook niet passend zijn indien zij zich volgens een buitenissige wereldse stijl zouden kleden waardoor gebrek aan bescheidenheid wordt verraden.

18 Natuurlijk dient men in gedachten te houden dat niet iedereen zich op dezelfde manier zal kleden. Men dient dit ook niet te verwachten. De mensen hebben een verschillende smaak, en dit is heel juist. Wat men als gepaste kleding beschouwt, varieert ook in de verschillende delen van de wereld, maar het is altijd goed het te vermijden zo gekleed te gaan dat er een ongunstige indruk in de geest van de toehoorders wordt gewekt, en te voorkomen dat degenen die onze vergaderingen bezoeken aanstoot nemen.

19 Met betrekking tot gepaste kleding voor broeders die op de school of tijdens de dienstvergadering een lezing houden, kan er gezegd worden dat zij op dezelfde algemene wijze gekleed dienen te gaan als een broeder die een openbare lezing uitspreekt. Indien het in jullie omgeving de gewoonte is dat degenen die openbare lezingen houden een colbertjasje en stropdas dragen, is dat ook de gepaste kleding voor het houden van lezingen op de theocratische bedieningsschool, aangezien je wordt opgeleid voor het spreken in het openbaar.

20 Ook aan een verzorgd uiterlijk dient aandacht besteed te worden. Ongekamde haren kunnen een slechte indruk achterlaten. Iemand dient er redelijke zorg aan te besteden dat hij er in dit opzicht netjes uitziet. Zo dienen de mannen in de gemeente die een toewijzing op de vergaderingen hebben er ook op toe te zien dat zij goed geschoren zijn.

21 Wanneer deze kwestie van gepaste kleding en een verzorgd uiterlijk aan de orde is, kan er, indien dit punt prijzenswaardig is, vanaf het podium altijd terecht een compliment over gegeven worden. Wanneer degenen die de juiste aandacht aan hun kleding en uiterlijke verzorging besteden, worden geprezen, worden anderen hierdoor in feite aangemoedigd dat goede voorbeeld na te volgen. Indien sommige facetten van de kleding en uiterlijke verzorging echter verbetering behoeven, zou het beter zijn wanneer de schoolopziener deze suggesties vriendelijk onder vier ogen doet en de leerling niet vanaf het podium raad geeft over deze punten.

22-28. Bespreek de uitwerking van iemands lichaamshouding op zijn persoonlijke verschijning.

22 Een juiste lichaamshouding. Een juiste lichaamshouding is ook bij de persoonlijke verschijning betrokken. Ook hier geldt echter weer dat niet iedereen dezelfde houding heeft en er dient geen poging te worden gedaan de broeders naar een bepaald strak patroon te vormen. Aan buitenissigheden die ongewenst zijn en de aandacht op de persoon en niet op de boodschap vestigen, dient echter enige aandacht te worden besteed, zodat ze gecorrigeerd of weggewerkt kunnen worden.

23 Niet iedereen zet zijn voeten bijvoorbeeld op dezelfde wijze neer, en over het algemeen maakt het weinig uit hoe je staat, zolang je maar rechtop staat. Indien een spreker echter zover met zijn benen uit elkaar staat dat hij de toehoorders de indruk geeft dat hij denkt op een paard te zitten, kan dit zeer afleidend zijn.

24 Ook wanneer een spreker voorovergebogen, niet rechtop staat, wekt dit bij de toehoorders een gevoel van medelijden jegens de spreker op, omdat hij niet in orde schijnt te zijn, hetgeen natuurlijk de aandacht van de lezing afleidt. Hun gedachten zijn niet bij wat hij zegt, maar bij hemzelf.

25 Op één voet staan, met het andere been er achterlangs omheen geslagen, wijst duidelijk op gebrek aan innerlijke beheerstheid, evenals met de handen in de zakken staan. Dit zijn dingen die vermeden dienen te worden.

26 En hoewel het niet verkeerd is wanneer een spreker af en toe zijn handen eens op de katheder laat rusten, indien deze aanwezig is, dient hij beslist net zo min op de katheder te leunen als een verkondiger in de velddienst tegen de deurpost zou leunen. Zijn verschijning zou in dat geval niet juist zijn.

27 Er dient echter opnieuw beklemtoond te worden dat mensen verschillen. Niet iedereen staat op dezelfde manier en op de theocratische bedieningsschool dient slechts gelet te worden op de ongewenste buitenissigheden die de aandacht van iemands voordracht afleiden.

28 Het verbeteren van de lichaamshouding is beslist een kwestie van voorbereiding. Indien je in dit opzicht verbeteringen moet aanbrengen, dien je daar van tevoren bij stil te staan en eraan te denken dat je, wanneer je het podium opstapt, voordat je begint te spreken de juiste houding dient aan te nemen. Ook dit punt kan verbeterd worden wanneer je je dagelijks in het aannemen van een juiste houding oefent.

29-31. Waarom dient onze uitrusting netjes te zijn?

29 Een nette uitrusting. Het is duidelijk dat het afleidend is wanneer er, terwijl je een toespraakje aan de deur of een lezing vanaf het podium houdt, papiertjes uit je bijbel vallen. Het doet afbreuk aan je verschijning. Dit wil niet zeggen dat je nooit iets in je bijbel mag leggen, maar wanneer er daardoor moeilijkheden ontstaan die de aandacht van je lezing afleiden, is dit een aanwijzing dat er meer aandacht aan een juiste verschijning besteed moet worden. Het is ook goed na te gaan hoe je bijbel eruitziet. Als gevolg van een veelvuldig gebruik kan hij er smoezelig of versleten uitzien en een slordige indruk geven. Het zou derhalve goed zijn vast te stellen of de bijbel die op het podium of in de velddienst wordt gebruikt, aanstoot zou kunnen geven aan degenen die wij graag willen helpen.

30 Hetzelfde geldt voor onze lectuurtas. Er zijn veel manieren waarop een lectuurtas netjes kan worden ingepakt, maar als wij, wanneer wij naar een deur gaan en een publikatie uit onze tas willen halen, in een massa papieren moeten „graaien” om deze te kunnen vinden, of als er, wanneer wij een tijdschrift pakken, andere dingen uit onze tas op de drempel vallen, dient er beslist iets aan te worden gedaan.

31 Het kan voor de toehoorders ook zeer afleidend zijn als de spreker zijn buitenzakken vol heeft met pennen en potloden en andere dingen die duidelijk zichtbaar zijn. Er behoeft geen regel vastgesteld te worden waar iemand deze dingen moet bewaren, maar indien de aandacht erdoor op hemzelf in plaats van op de lezing wordt gevestigd, dient er een wijziging te worden aangebracht.

32-34. Hoe belangrijk is onze gelaatsuitdrukking in verband met onze verschijning?

32 Gelaatsuitdrukking die bij de stof past. Bij het voorbereiden van een lezing is het raadzaam de stemming in aanmerking te nemen die door de stof wordt vereist. Wanneer je bijvoorbeeld over dood en vernietiging spreekt, zou het ontoepasselijk zijn een brede glimlach op je gezicht te hebben. Evenmin zou het passend zijn wanneer je de toehoorders somber zou aankijken als je over de gelukkige toestanden van het nieuwe samenstel van dingen spreekt.

33 Over het algemeen vormt de gelaatsuitdrukking geen probleem en sommige personen zijn vanzelfsprekend meer geneigd een ernstig gezicht te zetten dan anderen. Waar men echter voor moet waken is het buitenissige, waardoor afbreuk aan de lezing wordt gedaan. Indien de gelaatsuitdrukking een vraag in de geest van de toehoorders zou doen rijzen met betrekking tot de oprechtheid van de spreker, is dit beslist ongewenst.

34 Bij het voorbereiden van een toespraak is het dus goed de stemming waarin ze moet worden gehouden, te beschouwen. Indien het onderwerp ernstig is en over de vernietiging van de goddelozen handelt, dient de lezing op een ernstige wijze uitgesproken te worden. En als je over de stof nadenkt en die in gedachten houdt, zal dit in de meeste gevallen op een natuurlijke wijze in je gelaatsuitdrukking weerspiegeld worden. Indien je lezing over een vreugdevol onderwerp handelt, een onderwerp dat de toehoorders blij dient te stemmen, dient ze op een vreugdevolle wijze te worden uitgesproken. En wanneer je je op het podium op je gemak voelt, zal je gelaatsuitdrukking die vreugde gewoonlijk uitstralen.

[Studievragen]