Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

’Leg je toe op het voorlezen’

’Leg je toe op het voorlezen’

Studie 6

’Leg je toe op het voorlezen’

1, 2. Welke gelegenheden hebben wij zoal om voor te lezen?

1 De apostel Paulus maande Timótheüs aan: „Ga er . . . mee voort u toe te leggen op het voorlezen.” En hij gaf Timótheüs instructies om zijn christelijke medebedienaren van het evangelie zowel dit vereiste als nog meer hoedanigheden voor de bediening te onderwijzen (1 Tim. 4:13). Die geïnspireerde raad is ook passend voor iedere dienaar van God in deze tijd en wij doen goed er acht op te slaan.

2 Er wordt dikwijls een beroep op de theocratische bedienaar van het evangelie gedaan om voor te lezen. Op de Wachttoren-studie en op de gemeenteboekstudie moeten schriftplaatsen en paragrafen worden gelezen. Tijdens de dienstvergadering en de theocratische bedieningsschool, en ook in de velddienst, worden er bijbelteksten gelezen. Daarom is het zowel in het belang van elke prediker zelf als in het belang van degenen die naar hem zullen luisteren, dat hij een goede voorlezer wordt.

3. Waarom is voorbereiding belangrijk?

3 Voorlezen wil zeggen dat men hardop ten aanhoren van anderen leest. Maar zullen de luisteraars er werkelijk ten volle profijt van trekken als de lezer over woorden struikelt en op verkeerde plaatsen pauzeert of de verkeerde klemtoon legt waardoor de gedachte wordt verduisterd? Wat voor aandacht zullen zij schenken als hij geen enthousiasme heeft en monotoon leest? Goed lezen in een groep vereist voorbereiding. Het is goed een leestoewijzing, zelfs op een gemeenteboekstudie, nooit te behartigen zonder eerst de stof te hebben doorgelezen. Anders zullen de toehoorders er niet ten volle profijt van trekken en zij zouden heel goed een verkeerde uitspraak van de lezer kunnen overnemen. Ja, elke bedienaar van het evangelie dient zich toe te leggen op het voorlezen. — Hab. 2:2.

4, 5. Welke hoedanigheden zijn nodig opdat de toehoorders door het voorlezen gestimuleerd zullen worden en het gemakkelijk te begrijpen zal zijn?

4 Noodzakelijke hoedanigheden. Wees enthousiast wanneer je leest. Leg warmte in je voordracht en breng de gevoelens over die door de woorden worden beschreven. Aldus zul je geen koude en levenloze voordracht houden. Pas op dat je stemvolume niet zo zwak is dat je toehoorders belangrijke gedeelten missen. Je moet voldoende luid spreken zodat iedereen in de kamer of zaal die wordt gebruikt, je kan verstaan. Elk woord dient door iedereen zonder inspanning te kunnen worden verstaan.

5 Je dient je woorden duidelijk uit te spreken, zonder sommige woorden gedeeltelijk af te bijten of in elkaar te laten vloeien zodat ze onverstaanbaar worden. Aan de andere kant is het niet goed om zo precies te worden dat je voordracht afbreuk doet aan de boodschap. Goed gearticuleerd lezen betekent dat de luisteraar nooit in twijfel verkeert over de woorden die je leest. Onduidelijkheid is dikwijls te wijten aan het feit dat het stemgeluid van de lezer niet op de toehoorders wordt gericht. Maak het dus tot een gewoonte met opgeheven hoofd te lezen. Doe je mond open zodat de klanken zonder belemmering naar buiten kunnen komen.

6. Hoe kan worden vastgesteld waar de klemtoon moet worden gelegd, en op welke wijze dragen pauzen tot de klemtoon bij?

6 De juiste klemtoon is belangrijk. Het is werkelijk de sleutel tot het begrijpen van wat je voorleest. Het is welbekend dat door een verandering van klemtoon een hele andere gedachte op de toehoorders overgebracht kan worden. Soms heeft een enkel woord speciale klemtoon nodig, maar dikwijls moet een groep woorden of een hele zinsnede beklemtoond worden. De plaats waar de klemtoon moet worden gelegd, dient te worden bepaald door de gedachte die overgebracht moet worden, en die wordt niet louter door de rest van de zin maar door het hele betoog bepaald. Goed geplaatste pauzen zijn een belangrijk onderdeel van de klemtoon. Korte pauzen zijn een hulp om woorden op een betekenisvolle wijze te groeperen en de aandacht op hoofdgedachten te vestigen; door langere pauzen wordt het slot van een hoofdonderdeel van het betoog aangegeven.

7. Wat is een hulp om het voorlezen net als een conversatie te doen klinken?

7 Afwisseling in toonhoogte en tempo moet ook in aanmerking worden genomen wanneer je ernaar streeft goed voor te lezen, anders zal de voordracht saai en onaantrekkelijk zijn. Wanneer je op juiste wijze afwisseling in je toonhoogte en tempo aanbrengt, zal dit er veel toe bijdragen dat je lezen meer als een natuurlijke, levendige conversatie klinkt.

8. Wanneer zou een manuscriptlezing passend kunnen zijn?

8 Van een manuscript voorlezen. Een van de belangrijke situaties waarbij voorlezen een rol speelt, is de voordracht van een manuscriptlezing. Deze soort van voordracht is soms op zijn plaats. Het Genootschap kan bijvoorbeeld van tijd tot tijd regelingen treffen dat alle gemeenten van Gods volk in een bepaald land terzelfder tijd dezelfde inlichtingen te horen krijgen. Voorts worden er manuscriptlezingen gehouden op congressen, waar de mogelijkheid bestaat dat gedeelten van de toespraak door de nieuwsmedia aangehaald zullen worden of waar ingewikkelde stof nauwkeurig gebracht moet worden.

9, 10. Wat is de grootste moeilijkheid die bij het uitspreken van een manuscriptlezing overwonnen moet worden, en hoe kan dit worden gedaan?

9 De grootste moeilijkheid die bij het voorlezen van een manuscript overwonnen moet worden, is het te doen klinken alsof de woorden en zinsneden in de vorm van een conversatie werden opgesteld. De toon moet echter aanzienlijk worden versterkt. Gewoonlijk is de bewoording van het geschrift heel anders dan jij doorgaans zou gebruiken, terwijl de zinnen misschien langer en ingewikkelder zijn. De uitgelezen woordkeus en het ritme zijn misschien heel onnatuurlijk voor jouw normale spreektrant. Misschien ben je wel van mening dat je de lezing veel beter zou uitspreken als je de stof met eigen woorden mocht weergeven. Maar oefening en ervaring zullen je in staat stellen opvallende vorderingen in het houden van manuscriptlezingen te maken.

10 Voorbereiding is de sleutel tot succes. Je moet er tijd voor nemen om vertrouwd te raken met het manuscript. Je dient je stof verscheidene malen door te lezen om je de hoofdgedachten eigen te maken. Mochten er enkele onbekende woorden in voorkomen, zoek ze dan in een goed woordenboek op en maak een aantekening van de uitspraak op het manuscript. Oefen dan door de lezing hardop te houden ten einde je vertrouwd te maken met de voordrachtsstijl van de oorspronkelijke schrijver. Sommige lezers vinden dat hardop oefenen voor een spiegel hen helpt het contact met de zaal te verbeteren, wat heel belangrijk is als de lezing in een kleine zaal wordt gehouden.

11. Welke tekens zou men als een hulp op het manuscript kunnen aanbrengen?

11 Het is nuttig sleutelwoorden die je wilt beklemtonen, te onderstrepen of er accenttekens op te zetten. Sommige lezers vinden het een hulp zinsneden in het manuscript af te bakenen door ze tussen verticale streepjes te zetten. Bovendien kunnen moeilijke of ongewone woordgroepen die als één aaneengesloten geheel uitgesproken moeten worden, met een boogje worden samengevoegd om je eraan te herinneren niet eerder te pauzeren totdat je aan het einde van de zinsnede bent gekomen. Dit voorkomt onnatuurlijkheid of het verloren gaan van de betekenis. Men kan ook overwegen op het manuscript aan te geven waar lange pauzen redelijkerwijs op hun plaats zouden zijn. Pauzen kunnen verwachting scheppen, de nadruk op iets leggen en tijd geven om de stof te laten bezinken. Het is ook belangrijk hoogtepunten in de lezing aan te geven. Deze kunnen op de een of andere manier worden gekenmerkt zodat je naar een goede climax toe kunt werken; verander daarna je tempo.

12-15. Waarom is voorbereiding vooral belangrijk bij het voorlezen uit de bijbel?

12 Bijbellezen. Bijbellezen is zowel voor jong als oud belangrijk. Er doen zich dikwijls situaties voor waarin het noodzakelijk is hardop uit de bijbel voor te lezen. Van tijd tot tijd kunnen er zulke toewijzingen op de theocratische bedieningsschool zijn. En wij allemaal lezen schriftplaatsen wanneer wij in onze bediening met mensen spreken. Maar lezen wij ze goed? Hebben wij ze geoefend zodat wij niet hakkelen, zodat wij die gedeelten beklemtonen waardoor ons argument wordt ondersteund en zodat ons lezen natuurlijk en als een conversatie klinkt?

13 Voorbereiding is beslist noodzakelijk wanneer het op voorlezen uit de bijbel aankomt. Houd in gedachten dat dit het Woord van God is, dat het vol staat met passages die gekenmerkt worden door buitengewone schoonheid en emotie, terwijl het tevens nauwkeurige en logische redenering bevat. Wij moeten proberen het op een waardige wijze in het belang van de luisteraars weer te geven. Als wij van tevoren weten dat wij uit de bijbel moeten voorlezen, dienen wij ons zorgvuldig voor te bereiden zodat wij niet over ongewone woorden, zinsneden of uitdrukkingswijzen struikelen.

14 Beschouw die vreugdevolle gelegenheid eens toen de teruggekeerde ballingen van Israël zich op het openbare plein voor de Waterpoort van Jeruzalem verzamelden om met onverdeelde aandacht naar de woorden van hun God te luisteren. Waren de levieten die moesten voorlezen slecht voorbereid en slordig in hun voordracht? Het verslag antwoordt: „Zij bleven voorlezen uit het boek, uit de wet van de ware God, terwijl het werd vertolkt en er betekenis in werd gelegd; en zij bleven het voorgelezene begrijpelijk maken” (Neh. 8:8). Die voorlezers hadden diep respect voor de Oppermachtige, wiens woorden zij op medeaanbidders overbrachten.

15 Of wij nu voor onszelf hardop lezen of voorlezen in de gezinskring, in de Koninkrijkszaal of aan iemand bij wie wij op de stoep staan, laat het zijn met de bedoeling de oorspronkelijke stof getrouw weer te geven, met al het gevoel en de geloofopbouwende kracht die erin liggen. Dat wij bij het voorlezen dit motief dienen te bezitten, wordt met de volgende woorden, die door de apostel Johannes werden opgetekend, onderstreept: „Gelukkig is hij die de woorden van deze profetie voorleest en zijn zij die ze horen en die onderhouden al wat daarin geschreven staat; want de bestemde tijd is nabij.” — Openb. 1:3.

[Studievragen]