Met enthousiasme en warmte spreken
Studie 33
Met enthousiasme en warmte spreken
1. Wat zal tot enthousiasme aanzetten?
1 Enthousiasme is de ziel van een lezing. Als jij niet enthousiast bent over wat je zegt, zullen je toehoorders het beslist niet zijn. Als de stof jou niet raakt, zullen zij er niet door geraakt worden. Wil jij als spreker echter werkelijk met enthousiasme spreken, dan moet je er vast van overtuigd zijn dat je toehoorders beslist moeten horen wat je te zeggen hebt. Dat betekent dat je met hen in gedachten de lezing voorbereidde, zodat je punten uitkoos die bijzonder nuttig voor hen zouden zijn en ze in zulk een vorm goot dat je toehoorders er grif de waarde van zouden inzien.
Als je dit gedaan hebt, zul je je gedrongen voelen met ernst te spreken, en je toehoorders zullen hier gunstig op reageren.2-5. Hoe wordt door een levendige voordracht van enthousiasme blijk gegeven?
2 Van enthousiasme blijk geven door een levendige voordracht. Enthousiasme treedt het duidelijkst aan de dag door de levendigheid van je voordracht. Je kunt geen onverschillige of lusteloze geesteshouding aannemen. Je gelaatsuitdrukking, de klank van je stem en de wijze waarop je spreekt moeten bijzonder levendig zijn. Dit betekent dat je krachtig en energiek moet spreken. Je moet overtuigd klinken, doch niet dogmatisch. Hoewel je enthousiast dient te zijn, dien je je niet door de stof te laten meeslepen. Je zelfbeheersing verliezen, betekent je toehoorders verliezen.
3 Enthousiasme werkt aanstekelijk. Indien jij enthousiast bent over je lezing, zullen je toehoorders dat enthousiasme overnemen. En als er een goed contact met je toehoorders bestaat, zal dat enthousiasme vervolgens op jou teruggekaatst worden en je eigen enthousiasme levend houden. Hier staat tegenover dat indien jij doods bent, je toehoorders even doods zullen worden.
4 Paulus zegt dat wij vurig van geest dienen te zijn. Wanneer jij dit bent, zal Gods geest dank zij jouw levendige voordracht de toehoorders vervullen en hen tot activiteit aansporen. Apóllos gaf er in zijn spreken blijk van zulk een geest te bezitten, en hij wordt een welsprekend man genoemd. — Rom. 12:11; Hand. 18:25; Job 32:18-20; Jer. 20:9.
5 Om enthousiast over een lezing te kunnen zijn, moet je ervan overtuigd zijn dat wat je te zeggen hebt de moeite waard is. Werk net zo lang aan de stof die je gaat behandelen totdat je vindt dat je iets hebt te bieden waardoor je als spreker allereerst zelf wordt gestimuleerd. Het behoeft geen nieuw materiaal te zijn, maar je zou het onderwerp op een frisse wijze kunnen benaderen. Als je van mening bent dat je iets voor je toehoorders hebt dat hen in hun aanbidding zal sterken, iets dat hen tot betere evangeliepredikers of betere christenen zal maken, heb je alle reden om enthousiast over je lezing te zijn, en ongetwijfeld zul je dat ook zijn.
6-9. Hoe is de stof in iemands lezing van invloed op een enthousiaste voordracht?
6 Enthousiasme passend bij stof. Ter wille van de afwisseling in je lezing en ten behoeve van de toehoorders dien je niet gedurende de hele lezing met sterk enthousiasme te spreken. Als je dit doet, zullen zij al uitgeput zijn voordat zij tot actie moeten overgaan. Dit beklemtoont opnieuw de noodzaak om voldoende gevarieerd materiaal voor te bereiden, zodat je ook in je voordracht afwisseling kunt brengen. Het betekent dat sommige punten die je bespreekt natuurlijk meer enthousiasme vereisen dan andere, en deze dienen op bekwame wijze door je gehele lezing heen geweven te worden.
7 Vooral de hoofdpunten dienen op enthousiaste wijze behandeld te worden. Er dienen hoogtepunten in je lezing te zijn, climaxen waar je naar toe werkt. Aangezien dit de belangrijkste punten van je lezing zijn, zullen ze gewoonlijk ten doel hebben je toehoorders tot actie aan te sporen en de toepassing van je argumentatie, de door jou aangevoerde redenen of je raad duidelijk in hun geest te prenten. Nu je de toehoorders hebt overtuigd, dien je hen aan te sporen en hun te tonen hoe ze zich deze conclusies ten nutte kunnen maken en welke vreugde en voorrechten het naleven van deze overtuiging hun zal schenken. Daarvoor is een enthousiaste voordracht nodig.
8 Niettemin dien je nergens in je voordracht ooit tot onverschilligheid te vervallen. Je dient nimmer je warme waardering voor je onderwerp te verliezen of op enigerlei wijze gebrek aan belangstelling aan de dag te leggen. Roep je eens het beeld voor de geest van een hert dat rustig op een open plek in het bos loopt te grazen. Hoewel dit dier er uiterlijk ontspannen uitziet, schuilt er een latente kracht in zijn slanke poten, waardoor het bij de minste aanwijzing van gevaar met reusachtige sprongen kan verdwijnen. Het is op zijn gemak, maar voortdurend waakzaam. Dit is ook in jouw geval mogelijk, zelfs wanneer je niet met al je enthousiasme spreekt.
9 Wat betekent dit dan allemaal? Dat een levendige voordracht nooit geforceerd is. Er moet een reden voor zijn en je materiaal dient je die reden te verschaffen. Het zal je raadgever interesseren of je enthousiasme passend was voor de stof. Was er te veel, te weinig of misplaatst enthousiasme? Vanzelfsprekend zal hij jouw persoonlijkheid in aanmerking nemen, maar hij zal je aanmoedigen als je verlegen en gereserveerd bent en je waarschuwen als je al te levendig schijnt te zijn bij alles wat je zegt. Pas je enthousiasme dus bij je stof aan en breng afwisseling in je materiaal, zodat je enthousiaste voordracht steeds volkomen evenwichtig zal zijn.
**********
10-12. Wat wordt er met warmte en gevoel bedoeld?
10 Enthousiasme staat nauw in verband met warmte en gevoel. De uitingen ervan worden echter door andere emoties teweeggebracht en hebben een andere uitwerking op je toehoorders. Je bent als spreker gewoonlijk enthousiast over je stof, maar je spreekt met warmte als je aan je toehoorders denkt met het verlangen hen te helpen. „Warmte, gevoel”, zoals op het raadgevingenbriefje staat, verdient dus een aandachtige beschouwing.
11 Wanneer je warmte en gevoel tot uitdrukking brengt, zullen je toehoorders gewaarworden dat je iemand bent die liefde,
vriendelijkheid en teder medegevoel tot uitdrukking brengt. Zij zullen zich tot je aangetrokken voelen als tot een vuur op een koude avond. Een geestdriftige toespraak is stimulerend, maar tederheid is eveneens noodzakelijk. Het is niet altijd voldoende de geest te overreden; je moet het hart bewegen.12 Zou het bijvoorbeeld passend zijn de tekst in Galáten 5:22, 23 over liefde, lankmoedigheid, vriendelijkheid en zachtaardigheid voor te lezen zonder die hoedanigheden enigermate in je eigen wijze van voordracht te weerspiegelen? Merk tevens de tedere gevoelens op die in Paulus’ woorden in 1 Thessalonicenzen 2:7, 8 tot uitdrukking worden gebracht. Dit zijn uitlatingen die warmte en gevoel vereisen. Hoe dient dit getoond te worden?
13, 14. Hoe kan warmte door de gelaatsuitdrukking worden weerspiegeld?
13 Warmte weerspiegeld door gelaatsuitdrukking. Als je warme gevoelens jegens je toehoorders koestert, moet dit van je gezicht te lezen zijn. Indien dit niet het geval is, zouden je toehoorders er wel eens aan kunnen twijfelen of je hun werkelijk een warm hart toedraagt. Je hartelijkheid moet evenwel oprecht zijn. Ze kan niet als een masker worden opgezet. Ook dienen warmte en gevoel niet met sentimentaliteit en emotionaliteit verward te worden. Uit een vriendelijke gelaatsuitdrukking zal oprechtheid spreken.
14 In de meeste gevallen zul je tot een vriendelijk gezind publiek spreken. Indien je daarom de toehoorders werkelijk aankijkt, zal je hart naar hen uitgaan. Je zult je ontspannen en vriendelijk gezind voelen. Zoek onder je toehoorders naar iemand die bijzonder vriendelijk kijkt. Spreek enkele ogenblikken persoonlijk tot hem. Kies nog iemand uit en spreek dan tot die persoon. Dit zal je niet alleen van een goed contact met je toehoorders verzekeren, maar je zult je ook tot het publiek aangetrokken voelen en omgekeerd zullen de toehoorders zich door jouw warme gelaatsuitdrukking tot jou aangetrokken voelen.
15-19. Zet uiteen wat ertoe zal bijdragen warmte en gevoel in de stem van een spreker tot uiting te laten komen.
15 Warmte en gevoel merkbaar aan de klank van de stem. Men heeft geconstateerd dat zelfs dieren tot in zekere mate uit de klank van iemands stem zijn gevoelens kunnen opmaken. Hoeveel te meer zullen toehoorders dan gunstig reageren op een stem waaruit door de klank alleen al warmte en gevoel spreken.
16 Wanneer je werkelijk het gevoel hebt dat je los staat van je toehoorders, doordat je meer denkt aan de woorden die je uitspreekt dan aan de wijze waarop je toehoorders erop zullen reageren, zal dit voor een oplettend gehoor moeilijk te verbergen zijn. Indien je belangstelling zich echter oprecht concentreert op degenen tot wie je spreekt en het je vurige verlangen is je gedachten op hen over te brengen, zodat zij net zo zullen denken als jij, zullen je gevoelens door elke buiging van je stem worden weergegeven.
17 Het spreekt echter vanzelf dat deze belangstelling oprecht moet zijn. Oprechte warmte kan net zo min worden voorgewend als enthousiasme. Een spreker dient nooit een indruk van huichelachtige vriendelijkheid te wekken. Ook dienen warmte en gevoel niet te worden verward met sentimentaliteit of de aangeleerde, trillende stem van iemand die op een goedkope manier op de emoties werkt.
18 Als je een harde, onaangename stem hebt, zal het moeilijk zijn met warmte te spreken. Je dient gewetensvol en ijverig te trachten een dergelijk probleem te overwinnen. Het is een kwestie van stemkwaliteit en het zal tijd vergen, maar de juiste aandacht en moeite kunnen er veel toe bijdragen de warmte van je stem te doen toenemen.
19 Iets wat je zuiver uit technisch oogpunt bezien zou kunnen helpen, is te bedenken dat korte, afgebeten klinkers de spraak hard maken. Leer de klinkers lang aan te houden. Dit zal ze zachter maken en je spraak automatisch een warmere klank geven.
20, 21. In welk opzicht is de stof in een lezing van invloed op de warmte en het gevoel van de voordracht?
20 Warmte en gevoel passend bij stof. Evenals in het geval van enthousiasme hangen de warmte en het gevoel die je in je spraak legt in grote mate af van wat je zegt. Een voorbeeld hiervan is het verslag over Jezus’ veroordeling van de schriftgeleerden en Farizeeën in Matthéüs 23. Wij kunnen ons niet voorstellen dat hij deze vernietigende aanklacht op een saaie en levenloze wijze heeft uitgesproken. Middenin deze uiting van verontwaardiging en toorn vinden wij echter een zin vol warmte en tederheid, waarin Jezus’ medegevoel in de volgende woorden tot uiting komt: „— hoe dikwijls heb ik uw kinderen willen vergaderen, zoals een hen haar kuikens onder haar vleugels vergadert! Maar gijlieden hebt het niet gewild.” Deze uiting wijst duidelijk op tederheid, maar de verklaring die daarop volgt, „Ziet! Uw huis wordt u verlaten achtergelaten”, geeft deze zelfde gevoelens niet weer. Uit die toon spreken verwerping en afkeer.
21 Wanneer zijn warmte en gevoel dan passend? De meeste dingen die je in de velddienst of in een oefenlezing zegt, lenen zich voor een dergelijke uiting, maar dit is vooral het geval wanneer je redeneert, aanmoedigt, vermaant, medegevoel tot uitdrukking brengt, enzovoort. Als je eraan denkt met warmte te spreken, vergeet dan ook niet enthousiast te zijn wanneer dit passend is. Wees in alles evenwichtig, maar leg in alles wat je zegt zoveel mogelijk gevoelsuitdrukking.
[Studievragen]