Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Passende illustraties

Passende illustraties

Studie 34

Passende illustraties

1, 2. Toon in het kort aan wat illustraties voor een lezing doen.

1 Wanneer een spreker illustraties gebruikt, prent hij in werkelijkheid betekenisvolle beelden in de geest van zijn toehoorders. Illustraties stimuleren de belangstelling en doen belangrijke gedachten goed uitkomen. Ze wakkeren iemands denkprocessen aan en maken het gemakkelijker nieuwe gedachten te begrijpen. Goedgekozen illustraties doen zowel een beroep op het verstand als op het gevoel. Het resultaat is dat de boodschap veel krachtiger aan de geest wordt meegedeeld dan meestal het geval is wanneer er louter feitenmateriaal wordt vermeld. Dit is echter alleen het geval als de illustraties passend zijn. Ze moeten bij je stof passen.

2 Nu en dan kan er een illustratie worden gebruikt om te vermijden dat er vooringenomenheid of vooroordeel rijst. Er kunnen tegenwerpingen door worden ontzenuwd voordat er een betwiste leerstelling wordt ingeleid. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen: „Geen enkele vader zou de hand van zijn kind tegen een hete kachel houden om het te straffen.” Een dergelijke illustratie als inleiding tot de leerstelling van de „hel” zal de vals-religieuze voorstelling van de „hel” onmiddellijk weerzinwekkend maken en daardoor gemakkelijker te weerleggen.

3-6. Uit welke bronnen kunnen illustraties worden genomen?

3 Illustraties kunnen vele vormen aannemen. Het kunnen analogieën, vergelijkingen, contrasten, gelijkenissen, metaforen, persoonlijke ervaringen en voorbeelden zijn. Ze kunnen uit vele bronnen worden genomen en bezielde of onbezielde scheppingswerken tot onderwerp hebben. Ze kunnen gebaseerd zijn op beroepen van de toehoorders, op menselijke trekken of karaktereigenschappen, op huishoudelijke voorwerpen of op bepaalde bouwwerken van mensen, zoals huizen, schepen, enz. Wèlke illustratie er echter ook wordt gebruikt, ze dient gekozen te worden omdat de gelegenheid en de stof zich ertoe lenen en niet alleen omdat het een geliefkoosde illustratie van de spreker is.

4 Een waarschuwend woord: Kruid de lezing niet met te veel illustraties. Gebruik ze, maar doe dit met mate.

5 Een juist gebruik van illustraties is een kunst. Het vereist bekwaamheid en ervaring. Er kan echter niet genoeg worden gezegd over de doeltreffendheid ervan. Ten einde illustraties te leren gebruiken, moet je in termen van illustraties leren denken. Let wanneer je leest op de gebruikte illustraties. Wanneer je dingen bekijkt, denk er dan over vanuit het standpunt van de christelijke leefwijze en de bediening. Wanneer je bijvoorbeeld een dorre en verwelkte plant ziet, zou je kunnen denken: „Vriendschap is als een plant. Om te kunnen bloeien, moet ze water krijgen.” Sommige mensen bezien de maan alleen vanuit het standpunt van de ruimtevaart. Een christen beschouwt haar als het werk van Gods handen, een satelliet van Zijn schepping, een hemellichaam dat altijd blijft bestaan, iets dat van invloed is op ons dagelijks leven omdat er eb en vloed door wordt veroorzaakt.

6 Wanneer je bij het voorbereiden van een lezing niet gauw eenvoudige illustraties te binnen willen schieten, zoek dan in de publikaties van het Wachttorengenootschap naar aanverwant materiaal. Let op of daarin illustraties worden gebruikt. Denk na over sleutelwoorden in de lezing en beelden die daardoor bij je opkomen. Bouw hierop verder. Houd echter in gedachten dat een illustratie die niet toepasselijk is, erger is dan helemaal geen illustratie. Bij een beschouwing van het kopje „Illustraties passen bij stof”, dat op het raadgevingenbriefje staat aangegeven, dienen verscheidene aspecten in gedachten gehouden te worden.

7-9. Waarom zijn eenvoudige illustraties zo doeltreffend?

7 Eenvoudig. Een eenvoudige illustratie is gemakkelijker te onthouden. Ze ondersteunt de bewijsvoering in plaats dat ze er, door de ingewikkeldheid ervan, afbreuk aan doet. Jezus’ illustraties bestonden vaak uit niet meer dan een paar woorden. (Zie bijvoorbeeld Matthéüs 13:31-33; 24:32, 33.) Wil een illustratie eenvoudig zijn, dan moet de terminologie worden begrepen. Indien een illustratie veel uitleg nodig heeft, vormt ze overtollige ballast. Laat haar in dat geval weg of vereenvoudig haar.

8 Jezus gebruikte kleine dingen om grote te verklaren en gemakkelijke dingen om moeilijke uit te leggen. Men dient zich gemakkelijk een voorstelling van een illustratie te kunnen maken, terwijl er niet te veel onderdelen in één keer geboden dienen te worden. Een illustratie dient ondubbelzinnig en concreet te zijn. Zulke illustraties worden niet gemakkelijk verkeerd toegepast.

9 Een illustratie is het geschiktst als ze volledig parallel loopt met de stof die erdoor geïllustreerd moet worden. Indien enig aspect van de illustratie niet toepasselijk is, kan ze beter niet gebruikt worden. Iemand zou over de niet toepasselijke onderdelen kunnen gaan nadenken en dan zou het effect ervan verloren gaan.

10, 11. Toon aan waarom de toepassing van illustraties duidelijk gemaakt moet worden.

10 Toepassing duidelijk gemaakt. Indien de toepassing van een illustratie niet wordt getoond, zullen sommigen de clou ervan misschien wel begrijpen, maar velen niet. De spreker moet de illustratie goed in zijn geest hebben en het doel ervan kennen. Hij dient in eenvoudige bewoordingen te vertellen waarin de waarde van de illustratie schuilt. (Zie Matthéüs 12:10-12.)

11 Een illustratie kan op verschillende manieren worden toegepast. Ze kan worden gebruikt om een beginsel te staven dat hetzij vóór of na de illustratie in eenvoudige bewoordingen is vermeld. Ze kan worden toegepast door te laten zien wat de gevolgen van de door de illustratie toegelichte argumentatie zijn. Of ze kan worden toegepast door eenvoudig de aandacht te vestigen op de overeenkomst tussen de punten van de illustratie en de argumentatie.

12-14. Waardoor wordt men geholpen vast te stellen wat een passende illustratie is?

12 Belangrijke punten beklemtoond. Gebruik een illustratie niet louter omdat die je nu net toevallig te binnen schiet. Analyseer de lezing ten einde te weten wat de hoofdpunten zijn en kies dan illustraties om ze duidelijk te doen uitkomen. Indien voor minder belangrijke punten krachtige illustraties worden gebruikt, zal het publiek de minder belangrijke punten eerder onthouden dan de hoofdpunten. (Zie Matthéüs 18:21-35; 7:24-27.)

13 De illustratie dient het punt dat belicht moet worden niet te overschaduwen. Het is misschien datgene wat de toehoorders zich het beste herinneren, maar wanneer de illustratie hun voor de geest komt, dient ook het punt dat erdoor belicht moest worden in de herinnering terug te komen. Is dit niet het geval, dan heeft de illustratie te zeer de boventoon gevoerd.

14 Weeg bij het voorbereiden van een lezing en het kiezen van illustraties de waarde van de illustratie af tegen de te beklemtonen punten. Worden deze punten erdoor versterkt? Komen ze er duidelijker door uit? Zijn de punten er gemakkelijker door te begrijpen en te onthouden? Zo niet, dan is de illustratie niet passend.

**********

15, 16. Leg uit waarom illustraties bij het publiek moeten passen.

15 Illustraties moeten niet alleen bij de stof passen, maar ze moeten ook aan je toehoorders aangepast zijn. Dit staat apart op het raadgevingenbriefje vermeld als „Illustraties passen bij publiek”. Toen Nathan de opdracht ontving David naar aanleiding van zijn zonde met Bathséba terecht te wijzen, koos hij de illustratie van een arme man en zijn ene lammetje (2 Sam. 12:1-6). Deze illustratie was niet alleen tactvol, maar paste ook bij David, aangezien hij een herder was geweest. Hij begreep onmiddellijk waar het om ging.

16 Wanneer het merendeel van de toehoorders uit oudere personen bestaat, zullen er geen illustraties worden gebruikt die alleen jonge mensen aanspreken. Voor een groep studenten zouden deze illustraties daarentegen volkomen op hun plaats kunnen zijn. Soms kunnen illustraties ten behoeve van het publiek van twee tegenovergestelde kanten benaderd worden, zoals voor jong en oud, voor mannen en vrouwen.

17-19. Waaraan moeten illustraties worden ontleend opdat ze je toehoorders zullen aanspreken?

17 Ontleend aan bekende situaties. Wanneer je bij je illustraties voor de hand liggende dingen gebruikt, zal je publiek ermee vertrouwd zijn. Jezus deed dit. In het gesprek met de vrouw aan de bron vergeleek hij zijn levengevende hoedanigheden met water. Hij gebruikte de kleine dingen in het leven, niet de uitzonderlijke. Zijn illustraties brachten de toehoorders dadelijk een beeld voor de geest of deden hen onmiddellijk aan de een of andere persoonlijke ervaring in hun eigen leven denken. Hij gebruikte zijn illustraties om te onderwijzen.

18 Zo is het ook thans. Huisvrouwen zullen wellicht iets van het zakenleven af weten, maar je doet er beter aan je opmerkingen te illustreren met dingen uit hun dagelijkse leven, zoals hun kinderen, hun huishoudelijke taken en voorwerpen die in verband met de huishouding gebruikt worden.

19 Het is ook doeltreffend illustraties te gebruiken die zijn gebaseerd op iets wat zuiver plaatselijk is, wat misschien alleen in die bepaalde omgeving voorkomt. Recente gebeurtenissen die algemeen bekend zijn in de gemeenschap, zoals een plaatselijk nieuwtje, zijn ook geschikt, mits ze van goede smaak getuigen.

20-22. Noem enkele valstrikken die bij het gebruiken van illustraties vermeden moeten worden.

20 Van goede smaak getuigend. Elke illustratie die wordt gebruikt, dient gepast te zijn voor een bijbelse bespreking. Het is duidelijk dat illustraties niet „schuin” mogen zijn, dat wil zeggen, met betrekking tot de moraal. Vermijd dubbelzinnige verklaringen indien ze verkeerd uitgelegd zouden kunnen worden. Een goede gedragslijn is: Twijfel je, dan weglaten.

21 Illustraties dienen niemand onder je toehoorders, en vooral niet de pas verbondenen, onnodig te kwetsen. Om deze reden zou het niet goed zijn leerstellige aangelegenheden of strijdpunten te berde te brengen die niet werkelijk aan de orde zijn. Je zou dus niet een onderwerp als bloedtransfusie of het groeten van de vlag als voorbeeld moeten nemen indien dit niet het hoofdpunt van je lezing vormde. Iemand zou op een zijspoor en zelfs tot struikelen gebracht kunnen worden. Indien je dergelijke punten als onderdeel van je lezing moet bespreken, is het iets anders. Dan heb je de gelegenheid erover te redeneren en je publiek te overtuigen. Streef je doel echter niet voorbij door toe te staan dat je illustraties vooroordeel bij de toehoorders wekken ten opzichte van de belangrijke waarheden die je bespreekt.

22 Gebruik dus onderscheidingsvermogen bij het kiezen van je illustraties. Wees er zeker van dat ze passend zijn. Dit zal het geval zijn als ze zowel bij je stof als bij je publiek passen.

[Studievragen]