Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Tactvol maar ferm

Tactvol maar ferm

Studie 14

Tactvol maar ferm

1. Waarom dienen wij tact aan te kweken?

1 Toen Jezus zijn discipelen uitzond om te prediken, maakte hij duidelijk dat zij doorzicht moesten tonen in hetgeen zij zeiden en deden. Hoewel hij beloofde dat hij met hen zou zijn, moesten zij zich geen onnodige moeilijkheden op de hals halen (Matth. 10:16). Zelfs onderling moesten christenen in hun spreken en handelen met beleid te werk gaan zodat zij elkaar niet onnadenkend zouden kwetsen (Spr. 12:8, 18). Wij dienen derhalve tact aan te kweken.

2. Wat betekent tact?

2 Tact wordt omschreven als „het onderscheiden van wat passend is om in de omgang met anderen te zeggen of te doen” en het „vermogen om met anderen om te gaan zonder aanstoot te geven”. Tactvol zijn betekent dat men in spreken en handelen zo hoffelijk is dat men anderen niet in hun gevoelens kwetst. Wij willen geen aanstoot geven door de wijze waarop wij dingen zeggen en doen. Dit wil echter niet zeggen dat wij anderen nooit aanstoot zullen geven door wat wij zeggen of doen, omdat de bijbelse boodschap zelf voor sommigen aanstootgevend is (Rom. 9:33; 2 Kor. 2:15, 16). Hoewel wij dus tactvol zijn in ons optreden, staan wij ook pal voor Gods waarheid.

3. Leg uit hoe de vrucht van de geest de basis voor tact is.

3 In ons dagelijks leven is het niet moeilijk tactvol te zijn als wij de vrucht van Gods geest ten toon spreiden. Die vrucht is de basis of grondslag voor tact (Gal. 5:22,23). Iemand die bijvoorbeeld door liefde wordt gedreven, wil anderen niet irriteren maar koestert het oprechte verlangen hen te helpen. Iemand die vriendelijkheid aan de dag legt, zal vriendelijk zijn in zijn manier van doen. En iemand die zelfbeheersing heeft aangekweekt en onder moeilijke omstandigheden kalm blijft, zal zeer waarschijnlijk een ander tot zijn zienswijze kunnen overhalen. Daarentegen zal iemand die opgewonden of heethoofdig is waarschijnlijk botweg dingen zeggen en daardoor degenen tot wie hij spreekt tegen zich in het harnas jagen (Spr. 15:18). Ons spreken en ons handelen dienen zo te zijn dat wij redelijk denkende mensen aantrekken en niet afstoten.

4-8. (a) Hoe kunnen wij tact tonen in onze van-huis-tot-huisbediening? (b) Betekent tact dat men moet schipperen? Wat houdt tact in?

4 Tact gebruiken in de velddienst. In de van-huis-tot-huisbediening kun je tact tonen door je gesprek te beginnen over dingen die de huisbewoner verontrusten en te tonen hoe Gods koninkrijk de oplossing zal verschaffen. Doe een beroep op zijn liefde voor rechtvaardigheid, op zijn rede en op zijn verlangen naar betere dingen. Door spot of een veroordeling van zijn religieuze zienswijze zul je zijn geest alleen maar toesluiten. Spreek dus niet over dingen waardoor een geschilpunt wordt opgeworpen, maar doe veeleer een beroep op de dingen die men over het algemeen als juist aanvaardt. Als het nodig is op een meer controversiële kwestie over te gaan, tracht dan eerst een punt van overeenstemming te vinden en beklemtoon dat je het daarin met de huisbewoner eens bent. Als je de hoop inboezemende waarheden van het Koninkrijk en de daarmee gepaard gaande zegeningen tot de geest van de huisbewoner kunt laten doordringen, zullen andere dingen te zijner tijd worden gecorrigeerd naarmate de persoon Gods onverdiende goedheid gaat beseffen.

5 De tactvolle persoon doet alle mogelijke moeite om degene tot wie hij spreekt ertoe aan te moedigen aan het gesprek deel te nemen en zijn zienswijze kenbaar te maken. Paulus trachtte zich in de zienswijze van degenen aan wie hij getuigenis gaf te verplaatsen, zodat hij beter in staat was krachtige argumenten ten gunste van het goede nieuws aan te voeren (1 Kor. 9:20-22). Wij moeten hetzelfde doen. Door de omstandigheden waarin andere mensen zich bevinden met medegevoel te bezien en te beschouwen waarom zij zo zijn en waarom zij op een bepaalde manier geloven en spreken, zal men geholpen worden hen tactvol en met empathie te bejegenen. Andere levensomstandigheden, andere ondervindingen of het steunen op een andere autoriteit kunnen verantwoordelijk zijn voor hun denkwijze. Wanneer je eenmaal een aanwijzing hebt hoe de andere partij denkt, kun je op een positieve wijze tot de aanbieding van het goede nieuws overgaan in plaats dat je onnodig aanstoot geeft omdat je niet weet hoe de andere persoon denkt en waarom hij zo denkt.

6 Het beschouwen van de zienswijze van iemand anders houdt niet in dat men schippert ten aanzien van wat juist is. Tact is geen verdraaiing van de feiten. Er moet te allen tijde krachtig worden vastgehouden aan wat juist is. Anders zou iemand kunnen bemerken dat hij in plaats van tactvol te zijn, ten aanzien van de waarheid schippert. Hij zou kunnen bemerken dat hij door mensenvrees wordt gedreven en niet door liefde voor rechtvaardigheid. Hoewel tact niet inhoudt dat men ten aanzien van de waarheid schippert, speelt de tijdsfactor niettemin een rol, dat wil zeggen dat men de juiste tijd moet vaststellen om bepaalde inlichtingen te geven. Soms getuigt het van tact om iets wat wordt gezegd eenvoudig te negeren. Het kan het beste zijn bepaalde dingen tot later te laten rusten, totdat iemand er gereed voor is. Jezus zei tot zijn discipelen: „Nog vele dingen heb ik u te zeggen, maar gij kunt ze op het ogenblik niet dragen” (Joh. 16:12). Hoewel wij het dus misschien niet eens zijn met degene met wie wij spreken, behoeven wij hem niet dadelijk op iedere verkeerde gedachte attent te maken. Zouden wij dit wel doen, dan zouden wij zijn geest wellicht alleen maar toesluiten en een verder gesprek onmogelijk maken.

7 Wanneer een huisbewoner in de loop van een gesprek vele punten uit de bijbel ter sprake brengt die volgens hem verkeerd zijn, is het moeilijk in korte tijd elke tegenwerping tactvol te ontzenuwen. Dikwijls is het het beste om de meeste gewoon te negeren en alleen datgene te bespreken wat betrekking heeft op het specifieke onderwerp van gesprek. Of misschien tracht de huisbewoner je in wereldse discussies te betrekken. Vermijd het op tactvolle wijze erbij betrokken te raken. Geef het bijbelse antwoord op zulke wereldse problemen. Aldus zul je het voorbeeld van Jezus navolgen. — Matth. 22:15-22.

8 Ontmoet je een boze huisbewoner, wees dan tactvol maar toch ferm. Schipper niet ten aanzien van de waarheid enkel en alleen om te trachten hem te kalmeren. Tracht veeleer te begrijpen waarom hij er zo over denkt door hem misschien zelfs te vragen waarom hij die zienswijze toegedaan is. Als hij commentaar geeft, zou je kunnen zeggen dat je op jouw beurt hem graag zou willen vertellen waarom jij jouw zienswijze hebt. Maar ongeacht in hoeverre je het gesprek kunt voortzetten, met tact zul je de beste resultaten krijgen. Denk aan de raad in Spreuken 15:1: „Een zacht antwoord keert woede af, maar een woord dat smart veroorzaakt, doet toorn opkomen.” Als sommige mensen er echter blijk van geven onredelijk te zijn, kun je het beste gewoon weggaan. — Matth. 7:6.

9, 10. Wordt er tact vereist wanneer wij met onze medechristenen omgaan?

9 Tactvol jegens christelijke broeders en zusters. Wij dienen niet alleen tact aan te kweken in onze omgang met degenen die Jehovah niet kennen, maar dit wordt ook vereist wanneer wij met onze geestelijke broeders omgaan. Soms kan het zijn dat broeders en zusters die in de velddienst heel tactvol zijn, vergeten dat zij ook tactvol in hun verhouding tot hun broeders moeten zijn. Vriendelijkheid in spreken en handelen is van groot belang binnen Jehovah’s organisatie ten einde een geest van liefde en eenheid op te bouwen en goede dagelijkse betrekkingen te hebben. Paulus zei: „Laten wij . . . het goede doen jegens allen, maar vooral jegens hen die aan ons verwant zijn in het geloof.” — Gal. 6:10.

10 Wij hebben belangstelling voor onze broeders en zusters en vooral voor hun geestelijke belangen, omdat wij ons allen in Jehovah’s organisatie bevinden (Fil. 2:2, 4). Wie tactvol is, beseft echter dat hij, hoewel hij belangstelling voor zijn broeders heeft, zich niet in hun persoonlijke aangelegenheden dient te mengen door misschien pijnlijke vragen te stellen over dingen waar hij niets mee te maken heeft. Tact zal ons helpen ons niet ’met andermans zaken in te laten’. — 1 Petr. 4:15.

11. Hoe wordt in de Schrift te kennen gegeven dat ouderlingen in de gemeente tact moeten bezitten?

11 Tact is vooral belangrijk voor ouderlingen die problemen in de gemeente behandelen. Toen de apostel Paulus Timótheüs instructies gaf over de wijze waarop hij eigenzinnige personen in de christelijke gemeente moest bejegenen, legde hij de nadruk op de noodzaak zachtaardig en vriendelijk te zijn door te zeggen: „Een slaaf van de Heer behoeft . . . niet te strijden, maar moet vriendelijk zijn jegens allen, . . . zich onder het kwade in bedwang houdend, met zachtaardigheid degenen onderrichtend die niet gunstig gezind zijn, daar . . . zij [misschien] weer tot bezinning komen uit de strik van de Duivel” (2 Tim. 2:24-26). Insgelijks gaf de apostel de raad om een broeder die een misstap heeft begaan voordat hij zich ervan bewust is, in een „geest van zachtaardigheid” te benaderen (Gal. 6:1). Wanneer ouderlingen zulke personen raad geven, moeten zij tactvol zijn doch terzelfder tijd pal staan voor de beginselen van rechtvaardigheid.

12, 13. Waarom is tact belangrijk binnen de gezinskring?

12 Onze tactvolle omgang met anderen dient zich ook tot de gezinskring uit te strekken. Er is geen reden om kortaf of onvriendelijk te zijn tegen leden van het gezin omdat wij hen goed kennen. Ook zij verdienen het met tact bejegend te worden. Botte, sarcastische of harde uitdrukkingen zullen afstotend voor hen zijn. En als andere gezinsleden geen dienstknechten van Jehovah zijn, betekent dat dan dat wij geen tact hoeven te gebruiken wanneer wij tot hen spreken? Volstrekt niet, want door tactvol met ongelovigen om te gaan, bestaat de mogelijkheid dat zij eens de ware aanbidding zullen aanvaarden. — 1 Petr. 3:1, 2.

13 Het gebruik van theocratische tact werpt veel goede vruchten af, of wij nu te doen hebben met het publiek, onze geestelijke broeders en zusters of ons eigen gezin. Het heeft een aangename uitwerking op de hoorder, zoals in Spreuken 16:24 wordt getoond: „Aangename woorden zijn een honingraat, zoet voor de ziel en genezing voor de beenderen.” Kweek dus vooral tact aan, waarbij je gedreven wordt door een sterk verlangen om iedereen die je ontmoet goed te doen.

[Studievragen]