Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Het leven heeft wel degelijk een doel

Het leven heeft wel degelijk een doel

Hoofdstuk 1

Het leven heeft wel degelijk een doel

1, 2. Ook al verheugt iemand zich in een aangenaam leven, door welke vragen kan hij dan toch in verbijstering worden gebracht? (Prediker 1:2-4, 10, 11)

HOE heerlijk is het te leven, het gevoel te hebben dat u iets presteert en dat uw leven werkelijk zinvol is! Niemand put werkelijke vreugde uit een doelloos leven.

2 Miljoenen mensen over de gehele aarde werken hard en trachten geluk in het leven te vinden. Toch komt er een tijd dat men zich gaat afvragen: Waar leef ik eigenlijk voor? Het lijkt misschien dat het leven slechts een kwestie is van enkele korte jaren te leven, kinderen groot te brengen om de familienaam in stand te houden en dat dan de kinderen op hun beurt dezelfde kringloop herhalen. Heeft het leven geen verhevener doel?

3, 4. (a) Welke dingen kunnen ons gehele levensplan snel veranderen? (Psalm 90:10) (b) Als wij willen weten hoe ons leven zinvoller kan worden, welke vraag moet dan beantwoord worden?

3 Men weet ook dat iets waaraan men zijn hele leven hard heeft gewerkt, maar al te vaak door een economische klap, een oorlog of een andere calamiteit verwoest kan worden. Wat nog droeviger is, een innig geliefd persoon wegens ziekte, een ongeval of misdaad te moeten verliezen, kan het leven plotseling verschrikkelijk leeg en doelloos doen lijken. Zelfs in het gunstigste geval lijkt het leven zo kort. Vergeleken met het eeuwigdurende universum rondom ons, is de levensduur van de mens slechts als de tik van een klok.

4 Er is toch beslist wel iets beters voor de mensheid weggelegd, iets wat ons leven werkelijk zinvol kan maken. Zo ja, wat dan wel? Voor het antwoord op deze vraag moeten wij eerst het antwoord te weten komen op een nog fundamentelere vraag, namelijk: Is dit universum en al het daarin bestaande leven het produkt van een „Meesterarchitect”, namelijk God?

IS ER EEN MEESTERARCHITECT MET EEN VOORNEMEN?

5. Hoe kan onzekerheid of twijfel met betrekking tot het bestaan van een Schepper van invloed zijn op ons leven en op het leven van degenen die zich om ons heen bevinden?

5 Onze zienswijze met betrekking tot de oorsprong der dingen kan een veel sterkere invloed hebben op de wijze waarop wij het leven bezien, en op onze houding ten aanzien van degenen die zich om ons heen bevinden, dan veel mensen beseffen. Onzekerheid met betrekking tot het bestaan van een universele Schepper kan ons onzeker maken ten aanzien van het werkelijke doel van het leven. Het kan ons er ook aan doen twijfelen wat onze ware verplichtingen ten opzichte van andere mensen zijn. Wat gebeurt er dan? Welnu, als we onzeker zijn, moeten we ons leven eenvoudig zo inrichten als een ieder van ons dit het beste denkt. Dit betekent dat wij geen duidelijke maatstaf hebben met betrekking tot wat goed en verkeerd is, en geen werkelijk verantwoordelijkheidsgevoel ten opzichte van andere mensen bezitten. Het is niet moeilijk te zien dat dit veel problemen kan scheppen en hoe onze levensvreugde daaronder kan lijden.

6, 7. (a) Waarom concluderen sommige mensen dat er geen Schepper is, maar wat zien zij wellicht over het hoofd? (b) Welke conclusies met betrekking tot een Schepper zouden er logischerwijs getrokken kunnen worden door het universum met een horloge te vergelijken? (Jesaja 40:26)

6 Welke reden is er om in een Meesterarchitect, een God met een voornemen, te geloven? Aangezien er zoveel onrecht en lijden is, concluderen sommigen dat er geen Schepper is. Maar zij zien wellicht over het hoofd dat er veel dingen zijn waar schepping de enige verklaring voor vormt. Als men iemand een horloge laat zien en hem zou zeggen dat het geen maker had, zal hij dit niet geloven, is het wel? Hij zal waarschijnlijk toegeven dat dit instrument om de tijd te meten, een bepaald doel dient, hetgeen bovendien aantoont dat de maker ervan een doel in gedachten had. Wat zullen wij dan zeggen van het oneindig veel ingewikkelder en ontzag inboezemende universum? Misschien is het probleem hierin gelegen dat wij niet begrijpen wat het doel of voornemen van de Schepper is. Laten wij eens enkele bewijzen beschouwen waaruit blijkt dat er een Schepper met een voornemen moet bestaan.

7 De hemellichamen roteren reeds talloze miljoenen jaren met enorme snelheden en een verbazingwekkende precisie in hun vaste banen. Planeten bewegen zich op een ordelijke wijze in een baan om de zon; de ontelbare sterren en andere hemellichamen zijn georganiseerd in sterrenstelsels en zelfs clusters van sterrenstelsels. Hun immense grootte en verbazingwekkende nauwkeurigheid van beweging doen het fijnste horloge daarmee vergeleken grof lijken. Zijn we niet gedwongen onszelf af te vragen: Hoe kan het dat er voor het horloge een maker nodig is geweest, maar dat het universum, dat veel ontzagwekkender en preciezer is, zonder maker zou zijn ontstaan? En zou bovendien iets wat zo ingewikkeld en nauwkeurig is, geen doel dienen?

8. Waarom druist het tegen al het bewijsmateriaal in te zeggen dat het universum het produkt van toeval of blinde krachten is? (Hebreeën 3:4)

8 Te zeggen dat al deze precisie en orde door toeval of blinde krachten tot stand is gekomen, druist tegen al het bewijsmateriaal in. Kunnen we ook maar iets ordelijks opnoemen dat door louter toeval is ontstaan? Wat ons ook voor de geest komt — een machine, een lopende band, een huis of zelfs een eenvoudige bezem — het had een ontwerper: de mens. Onbezielde materie wordt nooit door toeval tot een ordelijk produkt of proces gerangschikt. Ongeacht hoeveel tijd u ervoor vergunt, waaiende winden of in beweging zijnde wateren zullen nooit materie bijeenbrengen om zelfs maar de eenvoudigste machine te vervaardigen. Alles wat gemaakt is om een doel te dienen, vereist een intelligente organisator en maker.

9. Hoe verschaffen radioactieve stoffen het bewijs dat materie niet altijd heeft bestaan?

9 Stel dat we ervan zouden uitgaan dat er geen Schepper is. Dan zouden we moeten zeggen dat het universum altijd heeft bestaan, dat de daarin aanwezige materie eeuwig is. Niettemin toont het duidelijke bewijsmateriaal aan dat materie niet altijd heeft bestaan. Wij weten bijvoorbeeld dat sommige elementen van de aarde instabiel zijn, dat wil zeggen, ze zijn radioactief. Uranium bijvoorbeeld blijft radioactieve deeltjes uitzenden totdat het ten slotte in lood verandert. Had materie echter altijd bestaan, dan zouden er thans geen radioactieve elementen meer voorhanden zijn. De radioactiviteit zou reeds lang geleden volledig ’opgeraakt’ zijn, net als water dat uit een lekkend vat loopt, ten slotte volledig opraakt.

10. Hoe wordt door het verschil in temperatuur te kennen gegeven dat het universum een begin heeft gehad?

10 Nog een bewijs is het verschil in temperatuur dat in het universum wordt aangetroffen, van de gloeiende hitte van de zon tot de ijzige kou van de buitenaardse ruimte. De door de wetenschap aanvaarde wetten met betrekking tot de wijze waarop warmte werkzaam is (de wetten van de thermodynamica genaamd), stellen dat warmte altijd van een warm lichaam naar een koeler lichaam stroomt totdat beide dezelfde temperatuur hebben. Indien nu het universum en de daarin aanwezige materie eeuwig hadden bestaan, dan zou (volgens de „thermodynamica”) overal dezelfde temperatuur heersen, en nog wel een zeer koude temperatuur! Maar gelukkig is dat niet het geval. Onze zon blijft warmte en energie uitstralen, en hetzelfde is waar met betrekking tot myriaden andere sterren. Dit bewijst dat het universum, alsook de materie waaruit het is samengesteld, een begin heeft gehad.

11, 12. Tot welke conclusie brengt een onderzoek van het atoom ons?

11 Wanneer geleerden materie, en in het bijzonder het atoom, aan een onderzoek onderwerpen, vinden zij het bewijs dat alle materie het produkt is van energie — enorme hoeveelheden energie. Eens dachten zij dat het atoom de eenvoudigste vorm van materie was, de ondeelbare bouwsteen van alle materie. Maar na jarenlang onderzoek zijn zij erachter gekomen dat de structuur van het atoom zo ingewikkeld is dat zij nog steeds niet in staat zijn alle geheimen ervan te ontraadselen. Het is duidelijk dat de bron van de enorme energie waaruit het atoom, en alle materie, is opgebouwd en die het universum in beweging heeft gezet, een persoon moet zijn, met een verstand dat verre superieur is aan dat van de mens. Ja, dit zijn krachtige, op feiten gegronde bewijzen dat het universum werkelijk op een definitieve tijd in het verleden is ontstaan. Het werd geschapen.

12 En hoe staat het met de planeet waarop wij mensen wonen, deze aarde? Welk bewijs dat er sprake is van een intelligent, doelbewust ontwerp wordt verschaft door het vermogen dat de aarde bezit om het leven in stand te houden?

ZON EN AARDE — PRECIES OP ELKAAR AFGESTEMD

13, 14. Hoe levert de zon het bewijs dat er een machtige, goedgunstige Meesterarchitect is? (Psalm 74:16)

13 Mensen hebben kerncentrales — thermonucleaire reactors — gebouwd, waarmee veel meer energie opgewekt kan worden dan op andere manieren. Maar ze moeten constant onder controle staan om geen verwoestende explosie te krijgen. Niettemin hebben er zich reeds enkele ongelukken voorgedaan. Deze door mensen gebouwde reactors nu zijn nietig en onbeduidend vergeleken met onze zon. Indien de hevige, explosieve processen die zich op de zon voordoen, niet in bedwang gehouden zouden worden, zou de aarde in een ogenblik kunnen verbranden. Toch produceert de zon reeds miljarden jaren, met klaarblijkelijk weinig of geen verandering, op gestadige wijze licht en warmte. Men heeft berekend dat als slechts één percent van de massa der zon in energie omgezet zou worden, de zon gedurende ten minste een miljard jaar haar huidige lichtsterkte zou behouden.

14 Is het dan redelijk te concluderen dat voor door mensen gebouwde reactors een intelligent ontwerp nodig was, maar dat de oneindig veel grotere en veel betrouwbaarder zonnereactor, de zon, door louter toeval is ontstaan? Dienen wij in plaats daarvan niet de eer te geven aan een goedgunstige Meesterarchitect, die een zonne-„reactor” heeft ontworpen waardoor precies de juiste hoeveelheid van haar enorme energie over een afstand van 150.000.000 kilometer veilig naar onze aarde wordt gezonden?

15. Hoe blijkt uit de afstand van de aarde ten opzichte van de zon dat er sprake moet zijn van een doelbewust ontwerp?

15 Laten wij de factoren waardoor het mogelijk is dat de aarde de zonneënergie op een dusdanige wijze gebruikt dat daardoor de instandhouding van het leven wordt gewaarborgd, eens nader beschouwen. De afstand van de aarde ten opzichte van de zon is precies juist. Zou de zon dichterbij zijn, dan zou het op aarde te heet zijn voor leven; zou ze verder verwijderd zijn, dan zou het te koud zijn.

16. (a) Wat heeft het feit dat de aarde om haar as draait, te maken met de voedselvoorziening voor mens en dier? (Psalm 104:14, 19-22) (b) Welk doel wordt in ons belang gediend door de schuine stand van de aardas? (Genesis 1:14; 8:22)

16 De snelheid waarmee de aarde roteert, zorgt ervoor dat de gehele aarde afwisselend dag- en nachtperiodes heeft van de juiste lengte om plantengroei mogelijk te maken. Planten zetten met behulp van zonneënergie water en koolzuur om in suikers. Dit proces, dat als fotosynthese bekendstaat, is onontbeerlijk voor het voortbrengen van voedsel voor mens en dier (Genesis 1:29, 30). De schuine stand van de aardas in een vaste richting onder een hoek van ongeveer 23 12 graad met het verticale vlak, zorgt voor de jaargetijden. De tijd die de aarde nodig heeft voor een reis om de zon, maakt dat de jaargetijden precies de juiste lengte hebben. Hoewel de lengte van de dagen en de jaargetijden in verschillende delen van de aarde enigszins varieert, ontvangt de overvloedige verscheidenheid van de vegetatie niettemin de benodigde energie om te kunnen groeien.

ONZE ATMOSFEER — IDEAAL MEDIUM OM IN TE LEVEN

17. Hoe werken de zon en de atmosfeer van de aarde samen om bescherming te bieden tegen een dodelijk kenmerk van de zonnestraling?

17 Indien een van de bovengenoemde kenmerken een belangrijke verandering zou ondergaan, zou dit rampspoedig zijn voor het leven op aarde. Toch zijn ze slechts een fractie van de dingen die onontbeerlijk zijn voor het leven. Ja, indien onze aarde niet door een atmosfeer werd omgeven, zouden het licht en de energie van de zon nutteloos en zelfs gevaarlijk zijn. De uitgestrekte atmosfeer van de aarde beschermt het leven tegen dodelijke stralen. En de zonnestraling zelf helpt de atmosfeer een ozonlaag te produceren, een vorm van zuurstof die de dodelijke ultraviolette stralen uitfiltert.

18. Is het louter „toeval” dat er volop zuurstof in de atmosfeer van de aarde voorkomt, en dat deze zuurstof aanzienlijk verdund is met stikstof? Licht dit toe.

18 De samenstelling van de atmosfeer van de aarde is ook zeer belangrijk voor het voortbestaan van het leven. Wij mensen kunnen bijvoorbeeld niet zonder zuurstof leven. Wanneer wij slechts enkele minuten van zuurstof verstoken zijn, treedt er ernstige hersenbeschadiging op. Gewoonlijk is de dood het gevolg. Is het niet geweldig dat zuurstof in overvloedige hoeveelheden in de atmosfeer voorkomt? Daar staat echter tegenover dat zuurstof ook vuur mogelijk maakt. De grote hoeveelheid van dit gas rondom ons zou dus verwoestend voor het leven kunnen zijn; wij zouden gevaar kunnen lopen te verbranden. Waarom gebeurt dit niet? Omdat de zuurstof in onze atmosfeer aanzienlijk verdund is met stikstof, een betrekkelijk inactief gas.

19. Welke conclusies kunnen wij trekken uit een vergelijking van de atmosfeer van de zon met die van de aarde?

19 Bovendien is de atmosfeer als het ware volgens een fijn „recept” samengesteld uit de juiste hoeveelheden andere onontbeerlijke ingrediënten — koolzuur, waterdamp, enzovoort. Op de zon is een atmosfeer noodzakelijk die hoofdzakelijk uit waterstof bestaat, maar in de atmosfeer van de aarde zou waterstof, wegens haar explosieve eigenschappen, een voortdurende bedreiging vormen. Indien er geen Meesterarchitect met een voornemen is, waarom zou er dan zo’n evenwicht, een „samenwerking” als het ware, in de atmosfeer van zowel de zon als de aarde bestaan, zodat de aarde zo wonderbaarlijk geschikt is voor leven, terwijl de zon, die zich zo ver weg bevindt, toegerust is om dat leven te onderhouden?

WATER — LEVENONDERHOUDENDE VLOEISTOF

20, 21. (a) Welke van levensbelang zijnde substantie komt in grote hoeveelheden op aarde voor, hetgeen de aarde zo uniek maakt onder de planeten? (b) Wat zijn enkele waardevolle doeleinden die door de machtige oceanen worden gediend?

20 Behalve een atmosfeer met precies het juiste mengsel van gassen, is water in zijn normale vloeibare vorm — in overvloedige hoeveelheden — onontbeerlijk voor het fysieke leven. Van alle planeten is de aarde in dit opzicht uniek. Het enorme volume van de oceanen is de basis voor de regenkringloop, waardoor plantengroei mogelijk wordt gemaakt. De oceanen verhinderen ook dat er extreme temperatuurschommelingen voorkomen.

21 Zonder de oceanen zou een andere kringloop — de zuurstof-koolzuurkringloop — niet bestaan. Zuurstof is nodig voor het dierlijke leven en koolzuur voor het planteleven. De oceanen absorberen miljarden tonnen koolzuur en staan deze ook weer af naar gelang dit nodig is om de hoeveelheid te allen tijde in evenwicht te houden. Natuurlijk zijn de oceanen ook een bron van overvloedige rijkdom aan mineralen en dierlijk leven. — Deuteronomium 33:19.

22. Waarom is water zo waardevol voor de voeding van het plante- en dierenleven?

22 Water is een unieke vloeistof, bijna een „wondervloeistof”. Van alle vloeistoffen is water het beste oplosmiddel. Om die reden kan het de chemische verbindingen bevatten die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van het planteleven. Water dringt in de grond door en lost de zich daarin bevindende, levenonderhoudende chemicaliën op. Vervolgens transporteert het deze voedingsstoffen naar de verschillende plantedelen (Jesaja 55:10). Water is het voornaamste bestanddeel van bloed, dat de lichaamscellen van mensen en dieren van levenonderhoudende voeding voorziet. Ons lichaam bestaat in feite voor ongeveer 70 percent uit water.

23. Waarom is het feit dat water als vloeistof onder een grote schommeling van temperaturen stabiel blijft, belangrijk voor ons leven?

23 Eveneens opmerkelijk is het feit dat water onder een grote schommeling van normale temperaturen vloeibaar blijft. Als het sneller zou verdampen, zou er geen regen op of in de grond kunnen blijven om de mineralen op te lossen en deze naar de planten te vervoeren. De vegetatie zou te snel haar vocht verliezen, en grote gebieden zouden in een woestenij veranderen. Indien het kookpunt van water veel lager zou liggen dan nu het geval is, zou het gevaar bestaan dat ons bloed zou gaan koken wanneer wij aan de hete zon werden blootgesteld. Indien water te snel zou bevriezen of condenseren, zou regenval te verwaarlozen zijn en zouden planten sterven.

24. Welke doeleinden worden erdoor gediend dat water de ongewone eigenschap heeft bij bevriezing uit te zetten?

24 Bovendien zet water wanneer het ijs wordt, enigszins uit, zodat het ijs blijft drijven in plaats dat het zinkt. Hierdoor wordt voorkomen dat meren en andere grote watermassa’s tot op de bodem bevroren zouden raken, wat schadelijk zou zijn voor het leven. Deze eigenschap van uitzetting speelt een belangrijke rol bij het doen ontstaan van grond, want water loopt in scheuren en spleten van rotsen, zet vervolgens bij bevriezing uit en doet rotsen uiteenvallen in fijne, bebouwbare grond — en dit alles zonder dat de mens zich erom hoeft te bekommeren.

25. Indien wij logisch nadenken over het feit dat de aarde zo’n overvloedige hoeveelheid water heeft, tot welke conclusie worden wij dan onherroepelijk gebracht? (Jeremia 10:12, 13)

25 Hoe komt het dat er van alle vloeistoffen nu juist zoveel van dit waardevolle water op aarde is? Dit is beslist geen toeval. Deze voorziening moet het werk zijn van een Meesterarchitect — iemand die zich werkelijk om zijn levende schepping op aarde bekommert!

HET GETUIGENIS IS ONMISKENBAAR

26. Hoe kunnen wij, alhoewel God voor mensenogen onzichtbaar is, weten dat er zo’n Meesterontwerper en Schepper bestaat?

26 Waarlijk, wie goed naar het zichtbare getuigenis om zich heen kijkt, kan zien dat er een hoogst intelligente Persoonlijkheid, een Meesterontwerper en Schepper moet zijn. Hoewel deze goedgunstige Ontwerper voor mensenogen onzichtbaar is, worden „zijn onzichtbare hoedanigheden . . . van de schepping der wereld af duidelijk gezien, omdat ze worden waargenomen door middel van de dingen die gemaakt zijn, ja, zijn eeuwige kracht en Godheid”. — Romeinen 1:20.

27. Waarom is het niet redelijk als wij God per se eerst willen zien, voordat wij geloven dat hij bestaat?

27 Sommigen willen God per se eerst zien, alvorens zij zullen geloven dat hij bestaat. Maar heeft het zin te verwachten dat wij Degene die al deze wonderbaarlijke dingen heeft geschapen, kunnen zien? Wij kunnen het niet eens verdragen rechtstreeks in de zon te kijken, en wij zouden stellig verblind worden en verbranden indien enkele van de grotere zonnen zo dicht bij de aarde zouden staan als onze zon. Wat een schittering zou de Schepper van deze zonnen dan wel niet ten toon spreiden indien hij zich aan mensenogen zou openbaren! Toen Mozes vroeg Zijn heerlijkheid te mogen zien, antwoordde God: „Gij kunt mijn aangezicht niet zien, want geen mens kan mij zien en nochtans leven.” — Exodus 33:20.

28. Hoe kunnen wij, in overeenstemming met Romeinen 1:20, bij het gadeslaan van het universum bewijzen zien dat er een liefdevolle en zorgzame Meesterarchitect bestaat?

28 Indien wij echter ons vermogen om te redeneren gebruiken, kunnen wij in de schepping een uiting van grenzeloze macht en toezicht zien. Toeval of blinde krachten kunnen geen doelgericht toezicht uitoefenen of wetten vaststellen. Wetten en toezicht zijn bewijzen van de onzichtbare hoedanigheden van een Meesterarchitect. Ook de zorg die spreekt uit de wijze waarop het universum (met inbegrip van ons zonnestelsel en onze planeet de aarde) in elkaar zit, zodat het in al het goede voor het leven van de mensheid voorziet, getuigt van grote liefde en grote zorgzaamheid. Dit zijn eigenschappen die alleen bij een intelligente en meedogende persoonlijkheid kunnen behoren.

29. Wanneer wij tot de conclusie zijn gekomen dat er een Schepper is, welke vragen verdienen dan vervolgens onze aandacht?

29 Bekommert God zich echter in onze tijd om zijn schepping? Is hij, na het universum te hebben ontworpen en voortgebracht, er verder nog in geïnteresseerd? Heeft God een toekomst voor de mens in petto en heeft hij een voornemen met betrekking tot elkeen die leeft of heeft geleefd?

[Studievragen]

[Paginagrote illustratie op blz. 4]

[Illustratie op blz. 6]

Een horloge heeft een maker . . .

[Illustratie op blz. 7]

. . . Hoe staat het dan met het ontzag inboezemende universum?

[Illustratie op blz. 11]

De mens kan het niet verdragen rechtstreeks in de zon te kijken. Dienen wij dan te verwachten de ontzag inboezemende Schepper ervan te kunnen zien?

[Illustratie op blz. 13]

Hoe komt het dat deze voor het leven onontbeerlijke vloeistof zo overvloedig op aarde voorkomt?