Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Achbor

Achbor

(A̱chbor) [Springmuis; Springend knaagdier].

1. De vader van Baäl-Hanan, die als de zevende koning van Edom vermeld staat. — Ge 36:38, 39; 1Kr 1:49.

2. De zoon van Michaja; hij bekleedde een vertrouwenspositie aan het hof van koning Josia (2Kon 22:12). In 2 Kronieken 34:20 wordt hij „Abdon, de zoon van Micha,” genoemd. Nadat Josia uit het oude boek van de Wet, dat kort daarvoor weer gevonden was, te weten was gekomen dat Jehovah hevig vertoornd was op zijn volk, stuurde hij Achbor met nog vier anderen naar de profetes Hulda om te vernemen wat er gedaan moest worden (2Kon 22:8-14). Achbor was de vader van Elnathan — een vorst aan het hof van koning Jojakim — en zeer waarschijnlijk de overgrootvader van koning Jojachin. — Jer 26:22; 36:12; 2Kon 24:8.