Akan
(A̱kan).
De laatstgenoemde van de drie zonen van het stamhoofd Ezer van de Seïrieten (Ge 36:20, 21, 27). In de masoretische tekst wordt Akan in 1 Kronieken 1:42 met „Jaäkan” weergegeven, maar in de Griekse Septuaginta (Codex Alexandrinus) en in 22 Hebreeuwse handschriften staat „Akan”, hetgeen in overeenstemming is met Genesis 36:27.