Akrabbim
(A̱krabbim) [Schorpioenen].
Een helling of opgang aan de ZO-grens van Juda die bij de verdeling van Kanaän onder de Israëlieten een grensscheiding vormde (Nu 34:4; Re 1:36). De opgang van Akrabbim lag ongeveer 29 km ten ZW van het Z-einde van de Dode Zee in de nabijheid van de Wildernis van Zin. Het gebied is geïdentificeerd met het huidige Naqb es-Safa (Maʽale ʽAqrabbim), waar de weg van Berseba naar de Araba abrupt afdaalt naar de Wadi Murra (Nahal Zin). De naam kan ontleend zijn aan de vele schorpioenen in dit woestijngebied of misschien aan de talrijke haarspeldbochten in de weg, die doen denken aan de zich krommende staart van een schorpioen. In de oudheid was het klaarblijkelijk een weg die naar Edom en zuidwaarts naar Akaba aan de Golf van Akaba voerde.