Anathothiet
(Anathothi̱e̱t) [Van (behorend tot) Anathoth].
Een inwoner van Anathoth, een priesterstad in het gebied van Benjamin. — 2Sa 23:27; 1Kr 11:28; 12:3; 27:12.
(Anathothi̱e̱t) [Van (behorend tot) Anathoth].
Een inwoner van Anathoth, een priesterstad in het gebied van Benjamin. — 2Sa 23:27; 1Kr 11:28; 12:3; 27:12.