Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Apollyon

Apollyon

(Apo̱llyon) [Vernietiger; Verderver].

De Griekse naam die door de apostel Johannes in Openbaring 9:11 wordt gebruikt als vertaling van het Hebreeuwse woord „Abaddon”. Apollyon betekent „Vernietiger; Verderver”, en deze naam wordt aan „de engel van de afgrond” gegeven. Hoewel de meeste naslagwerken deze naam op een boosaardige persoon of kracht toepassen, laat de hele setting van het apocalyptische visioen het tegendeel zien, aangezien daarin herhaaldelijk wordt getoond dat God zich van engelen bedient om weeën over Zijn vijanden te brengen.

De manier waarop het verwante werkwoord a·polʹlu·mi gebruikt wordt, verduidelijkt dit, want in Jakobus 4:12 wordt over God gezegd: „Eén is wetgever en rechter, hij die kan redden en vernietigen.” (Vgl. Mt 10:28.) De onreine geest die door Jezus werd uitgedreven uit een man in een synagoge te Kapernaüm, erkende Jezus als Gods gevolmachtigde en zei: „Wat hebben wij met u te maken, Jezus, gij Nazarener? Zijt gij gekomen om ons om te brengen?” (Mr 1:24; Lu 4:34) Jezus waarschuwde onberouwvolle tegenstanders onder zijn toehoorders voor het gevaar vernietigd te worden (Lu 13:3-5; 20:16). Deze en andere bijbelteksten duiden op de verheerlijkte Christus Jezus als degene die met deze titel wordt aangeduid. — Vgl. Opb 19:11-16; Lu 8:31; zie ABADDON.