(A̱ppius).

Een marktplaats 64 km ten ZO van Rome. Dit poststation was een bekende pleisterplaats aan de vermaarde Romeinse heerweg Via Appia, die van Rome via Capua naar Brundisium (thans Brindisi genaamd) liep. Zowel de weg als de marktplaats waren naar hun stichter, Appius Claudius Caecus genoemd, die in de 4de eeuw v.G.T. leefde.

Daar reizigers vanuit Rome aan het einde van hun eerste reisdag gewoonlijk bij dit poststation halt hielden, werd het spoedig een druk handelscentrum. De ligging ervan aan het noordelijke eindpunt van een kanaal dat langs de weg en door de Pontijnse moerassen liep, droeg ook tot de belangrijkheid van de plaats bij. Reizigers werden  naar verluidt ’s nachts met een door muildieren getrokken schuit over dit kanaal vervoerd. De Romeinse dichter Horatius beschrijft de ongemakken van de reis, beklaagt zich over de kikvorsen en muggen en zegt over de Marktplaats van Appius dat ze vol „scheepsvolk” was, terwijl hij de herbergiers „spitsboeven” noemt. — Satiris, I, V, 1-6.

Op dit drukke knooppunt werd de apostel Paulus, toen hij als gevangene van Puteoli naar Rome reisde, door een delegatie van christelijke broeders begroet, die hem uit Rome tegemoet waren gekomen nadat zij over zijn komst hadden gehoord. Een deel van de delegatie wachtte op hem bij de Drie Taveernen (15 km dichter bij Rome), terwijl de overigen doorreisden tot aan de Marktplaats van Appius. — Han 28:15.

Tegenwoordig ligt aan de Via Appia een plek die nog steeds als de Foro Appio of het Appiaforum bekendstaat. Een bord geeft het terrein aan waar zich eens de Marktplaats van Appius bevond. Aan de andere kant van de Via Appia bevindt zich een plattelandsstadje dat Faiti heet.