Armoni
(Armo̱ni) [Van de woontoren; In de woontoren geboren].
Een van de twee zonen die Saul bij zijn bijvrouw Rizpa had. Teneinde Sauls bloedschuld te wreken, werden zeven van zijn nakomelingen, onder wie Armoni, uitgeleverd aan de Gibeonieten, die hen ter dood brachten en hun lijken op de berg tentoonstelden. Rizpa hield de wacht bij de lijken en beschermde ze tegen gevogelte of dieren, totdat David de beenderen liet begraven. — 2Sa 21:5-14.