(A̱staroth).

Een stad in de landstreek Basan, tegenwoordig gewoonlijk geïdentificeerd met Tell ʽAshtarah, ongeveer 32 km ten O van de Zee van Galilea. De lage heuvel aldaar is omgeven door een goedbewaterde vlakte. De naam Astaroth kan te kennen geven dat deze stad eens een centrum van aanbidding van de godin Astoreth was.

In de bijbel wordt hoofdzakelijk over Astaroth gesproken in verband met koning Og van Basan, een reus, over wie wordt gezegd dat hij „in Astaroth, in Edreï,” regeerde (De 1:4; Joz 9:10; 12:4; 13:12). Het veroverde gebied van Ogs koninkrijk werd aanvankelijk aan de Machirieten van de stam Manasse toegewezen, maar Astaroth ging later als levietenstad naar de Gersonieten over (Joz 13:29-31; 1Kr 6:71). In Jozua 21:27, dat overeenstemt met het verslag in 1 Kronieken 6:71, wordt de stad Beësthera genoemd.

De stad wordt vermeld in Assyrische inscripties en in de Amarnatabletten.