Athach
(A̱thach).
Een stad van Juda die genoemd wordt als een van de plaatsen waarheen David een gedeelte van de buit zond die hij op de binnenvallende Amalekieten had veroverd. — 1Sa 30:26, 30.
(A̱thach).
Een stad van Juda die genoemd wordt als een van de plaatsen waarheen David een gedeelte van de buit zond die hij op de binnenvallende Amalekieten had veroverd. — 1Sa 30:26, 30.