Augustus
(Augu̱stus) [Verhevene].
Deze titel werd aan Gaius Octavius verleend. Latere Romeinse keizers namen de titel eveneens aan (Han 25:21, 25), maar de term op zich, wanneer die als naam wordt gebruikt, heeft betrekking op Octavius (Octavianus), de eerste keizer van het Romeinse Rijk.
In september 31 v.G.T., dertien jaar na de moord op zijn oudoom Julius Caesar, trad Octavius als de onbetwiste heerser van het Romeinse Rijk op het toneel. Hij wees de titels „koning” en „dictator” af, maar aanvaardde de speciale titel „Augustus”, die de senaat hem op 16 januari 27 v.G.T. verleende. Na de dood van Lepidus in 12 v.G.T. nam Augustus de titel „pontifex maximus” aan. Naarmate zijn macht toenam, voerde hij hervormingen in de regering door, reorganiseerde het leger, richtte de pretoriaanse lijfwacht op (Fil 1:13) en liet vele tempels bouwen en restaureren.
In 2 v.G.T. „ging er een verordening uit van Caesar Augustus, dat de gehele bewoonde aarde zich moest laten inschrijven; en alle mensen gingen op reis om zich te laten inschrijven, een ieder naar zijn eigen stad” (Lu 2:1, 3). Deze verordening had tot gevolg dat Jezus als vervulling van de bijbelse profetie in Bethlehem werd geboren (Da 11:20; Mi 5:2). Afgezien van deze inschrijving die met het oog op belastingheffing en dienstplicht verordend was, de aanstelling van stadhouders in sommige provincies en de voltrekking van de doodstraf, bemoeide Augustus zich heel weinig met het plaatselijke bestuur. Zijn politiek, die na zijn dood werd voortgezet, verleende het joodse Sanhedrin verstrekkende bevoegdheden (Jo 18:31). Door deze keizerlijke toegeeflijkheid hadden de onderdanen weinig aanleiding om in opstand te komen.
Wat een opvolger betreft had Augustus weinig keus. Zijn neef, twee kleinzonen, een schoonzoon en een stiefzoon stierven, en zijn enig overgebleven kleinzoon Postumus werd onterfd en officieel verbannen, zodat alleen zijn stiefzoon Tiberius overbleef. Augustus stierf op 17 augustus 14 G.T. (19 augustus volgens de Juliaanse kalender), in de maand die hij naar zichzelf had genoemd.