Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Avrékh

Avrékh

(Avre̱kh).

Een term waardoor eer en waardigheid wordt aangeduid en die voor de wagen van Jozef uit werd geroepen nadat Farao hem tot de op één na hoogste in het koninkrijk had aangesteld (Ge 41:43). Indien de uitdrukking van Hebreeuwse oorsprong is, zoals de vertaler uit de oudheid Aquila vermoedde en zoals ook door de Latijnse Vulgaat wordt ondersteund, kon ze „Buigt de knie!” betekenen, en op soortgelijke wijze wordt ze ook in enkele vertalingen weergegeven (Lu; LV; PC; SV). Deze zienswijze wordt echter door velen ten gunste van soortgelijke woorden in andere talen verworpen. Sommigen houden de uitdrukking bijvoorbeeld voor de Babylonische of Assyrische titel van een hoge functionaris en menen dat ze „ziener” of „grootvizier” betekent. Sommigen verwijzen naar het Koptisch en zeggen dat ze „Buigt het hoofd!” betekent; anderen wijzen erop dat de Arabieren iets soortgelijks zeggen wanneer zij hun kamelen gebieden neer te knielen. In de Syrische Pesjitta staat: „Vader en Heerser!” Andere onderzoekers houden het voor een uitgesproken Egyptische uitdrukking. Origenes, een Egyptenaar van geboorte, en Hiëronymus zijn van mening dat de term „een geboren Egyptenaar” betekent en wegens de minachting die Egyptenaren voor buitenlanders hadden, vermoedelijk een openbare bekendmaking van naturalisatie was. Een soortgelijke uitdrukking, die in een papyrus voorkomt, betekent ’uw gebod is het voorwerp van onze wens’, dat wil zeggen: ’Wij staan tot uw dienst.’ — The Life and Times of Joseph in the Light of Egyptian Lore, door H. Tomkins, Londen, 1891, blz. 49, 50.

De exacte betekenis van deze uitdrukking is derhalve nog niet vastgesteld, en daarom is ze in sommige vertalingen (KB; NW) onvertaald gelaten. Van dit niet-Hebreeuwse gebruik om voor een geëerd persoon die door de stad reed uit te gaan en een openbare aankondiging te doen, is ook een voorbeeld te vinden in Esther 6:11, waar verteld wordt hoe Mordechai op bevel van de Perzische koning Ahasveros in het openbaar werd geëerd.