Azor
(A̱zor) [uit het Hebr.: Iemand die hulp biedt].
Een na de ballingschap levende voorouder van Jozef, de pleegvader van Jezus. — Mt 1:13, 14, 16.
(A̱zor) [uit het Hebr.: Iemand die hulp biedt].
Een na de ballingschap levende voorouder van Jozef, de pleegvader van Jezus. — Mt 1:13, 14, 16.