Baäl-Salisa
(Ba̱äl-Sali̱sa) [Eigenaar van Salisa].
Een plaats vanwaar een man kwam om de profeet Elisa twintig gerstebroden van de eerstelingen van zijn oogst en wat vers koren aan te bieden (2Kon 4:42-44). Er heerste hongersnood en Elisa bevond zich in Gilgal. De bescheiden hoeveelheid bleek voldoende voor de honderd daar vertoevende „profetenzonen” te zijn, ja, zij hielden zelfs over. — 2Kon 4:38, 43; vgl. Mt 14:20; Mr 8:8.
Men is van mening dat Baäl-Salisa bij Gilgal lag; dit was waarschijnlijk in „het land Salisa”, waar Saul doorheen kwam toen hij op zoek was naar de ezelinnen van zijn vader (1Sa 9:4). In de Babylonische talmoed wordt Baäl-Salisa genoemd en beschreven als een plaats waar de vruchten vroeger rijpten dan elders (Sanhedrin 12a). Men vermoedt dat het hierbij gaat om Kafr Thulth in de uitlopers van het gebergte van Efraïm. De naam Thulth is het Arabische equivalent van het Hebreeuwse Salisa. Kafr Thulth ligt ongeveer 46 km ten NNW van Jeruzalem.