Betach
(Be̱tach).
Een stad die samen met Berothai genoemd wordt in verband met Davids overwinning op Hadadezer, de koning van Zoba (2Sa 8:8). De ligging is onbekend, hoewel aangenomen wordt dat het Aramese rijk Zoba ten N van Damaskus lag. In een parallel verslag van Davids overwinning in 1 Kronieken 18:8 wordt melding gemaakt van „Tibhath”, en volgens sommige lexicografen is Tibhath de juistere weergave. In de Syrische Pesjitta staat in 2 Samuël 8:8 „Tebach” (Tebah) in plaats van Betach. Er zij opgemerkt dat Betach in Tebach verandert wanneer eenvoudig de eerste twee Hebreeuwse medeklinkers verwisseld worden. Aangezien Betach (of Tibhath) een Aramese stad was, brengen sommige geleerden haar in verband met Tebah (of Tebach), de zoon van Nahor. — Ge 22:24; zie TIBHATH.