Beth-Araba
(Beth-Ara̱ba) [Huis van de woestijnvlakte].
Een van de zes steden in het gebied van Juda die volgens Jozua 15:61 „in de wildernis” lagen. Ze wordt gebruikt om de grens aan te geven tussen de stammen Benjamin en Juda (Joz 15:6). Hoewel vermeld wordt dat ze zich in het aan Juda toegewezen stamgebied bevond, wordt later gezegd dat ze tot Benjamin behoorde, wat er misschien op duidt dat het om een enclavestad van de Benjaminieten ging (Joz 18:21, 22). Wellicht wordt een overblijfsel van de naam aangetroffen in ʽAin el-Gharabah, een bron aan de N-kant van de Wadi el Qilt, ongeveer 6 km ten OZO van Jericho. Dit zou kunnen betekenen dat Beth-Araba in het woestijngebied aan het N-einde van de Dode Zee lag.