Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Communicatie

Communicatie

In bijbelse landen uit de oudheid bediende men zich van verschillende manieren voor het overbrengen van inlichtingen en ideeën. Gewoon plaatselijk en buitenlands nieuws werd grotendeels mondeling overgebracht (2Sa 3:17, 19; Job 37:20). Reizigers, die vaak met karavanen reisden, vertelden nieuws uit verre plaatsen als zij voor voedsel, water en andere benodigdheden steden of punten langs de karavaanroutes aandeden. Palestina werd wegens zijn unieke ligging ten opzichte van Azië, Afrika en Europa het verkeersknooppunt van karavanen die naar en van verre streken reisden. De bevolking kon dus gemakkelijk inlichtingen verwerven over belangrijke gebeurtenissen in andere landen. Zowel binnenlands als buitenlands nieuws kon men vaak op de marktplaats van de steden vernemen.

Korte-afstandscommunicatie werd soms tot stand gebracht met behulp van hoorbare of zichtbare signalen of door het gesproken woord (Joz 8:18, 19; 1Sa 20:20-22, 35-39). Nadat Israël uit Egypte was vertrokken, kreeg Mozes de opdracht twee zilveren trompetten te maken voor communicatiedoeleinden. De Aäronitische priesters bliezen bijvoorbeeld op deze trompetten om de vergadering samen te roepen, de oversten te verzamelen, het kamp ordelijk te doen opbreken of een oproep uit te vaardigen om ten strijde te trekken tegen een vijand (Nu 10:1-10). Toen Gideon op een horen blies, was dit voor zijn mannen het signaal dat zij de strijd tegen Midian moesten aanbinden, die in een overwinning eindigde. — Re 7:18-22; zie HOORN, HOREN; TROMPET.

Functionarissen lieten mondelinge of schriftelijke boodschappen vaak door hardlopers overbrengen (2Sa 18:19-32). Hardlopers die brieven van koning Hizkia bij zich hadden, gingen heel Israël en Juda door om de bevolking op te roepen voor een paschaviering in Jeruzalem (2Kr 30:6-12). Koeriers in dienst van de Perzische koning Ahasveros verbreidden op snelle postpaarden het koninklijke tegenbevel waardoor Hamans snode plan om de joden in het Perzische Rijk uit te roeien, werd verijdeld (Es 8:10-17). De meeste heersers uit de oudheid bedienden zich voor een soepele afhandeling van regeringszaken van brieven en oorkonden. Afhankelijk van de tijd en de plaats werden deze gewoonlijk geschreven op materiaal als kleitabletten, papyrus en dierehuiden. Archeologen hebben veel regeringscorrespondentie en zakendocumenten uit de oudheid gevonden. Koninklijke besluiten werden door herauten bekendgemaakt (Da 3:4-6). Natuurlijk bedienden niet alleen regeerders maar ook andere personen zich van boodschappers. — Zie BODE, BOODSCHAPPER; HERAUT; KOERIER.

Communicatie binnen een land of over grotere afstanden hing ten zeerste van een wegennet af. In het oude Israël en Juda had men goede wegen, die in uitstekende staat werden gehouden. Later legden de Romeinen voortreffelijke wegen aan die vanuit Rome naar alle delen van het rijk voerden, wat de ambtelijke communicatie en troepenbewegingen vergemakkelijkte. Toen Jezus Christus op aarde was, reisden veel mensen over zulke wegen. Christenen, vooral Paulus en zijn medezendelingen, maakten er gebruik van toen zij naar Klein-Azië en Europa reisden om christelijke gemeenten op te richten en opnieuw te bezoeken.

Ambtelijke mededelingen en algemene berichten werden ook overgebracht via schepen die de Middellandse Zee bevoeren en verschillende havens aandeden. De Romeinse regering bediende zich bij bepaalde gelegenheden (gewoonlijk in de zomer) van schepen om officiële boodschappen door te geven, maar de meeste berichten schijnen overgebracht te zijn via landroutes. Deze waren betrouwbaarder.

De Romeinen ontwikkelden een officiële postdienst, maar uitsluitend voor regeringscorrespondentie. De mensen in het algemeen moesten hun brieven via kennissen verzenden. Toen het besturende lichaam in Jeruzalem de besnijdeniskwestie had opgelost, werd hun beslissing aan de gemeenten meegedeeld via een brief die rechtstreeks en persoonlijk werd overgebracht (Han 15:22-31). Dat was ook het geval met enkele geïnspireerde brieven, zoals die welke Paulus aan de christenen in Kolosse zond en die door Tychikus en Onesimus werd meegenomen. — Kol 4:7-9; zie BRIEVEN.

Jehovah is een God van communicatie, en hij heeft beseft dat zijn volk geschreven communicatie nodig heeft. Hijzelf schreef de Tien Geboden op stenen tafelen (Ex 31:18). Via goddelijke inspiratie werd een aantal getrouwe Hebreeuwse mannen (te beginnen met Mozes in 1513 v.G.T.) ertoe bewogen van Jehovah afkomstige boodschappen op te tekenen.