Daleth
[ד] (da̱leth).
De vierde letter van het Hebreeuwse alfabet. De letters daʹleth [ד] en rēsj [ר] lijken heel veel op elkaar, zodat er bij het kopiëren afschrijffouten gemaakt kunnen zijn. Dit verklaart wellicht een aantal verschillen in spelling, zoals „Rodanim” in 1 Kronieken 1:7 en „Dodanim” in Genesis 10:4.
In de Hebreeuwse tekst begint het eerste woord van elk van de acht verzen van Psalm 119:25-32 met deze vierde letter. — Zie HEBREEUWS.