Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

District

District

De aanduiding voor een bestuurseenheid, een gebied rondom een stad, of een gebied binnen bepaalde grenzen.

Toen Nehemia de herbouw van de muur van Jeruzalem organiseerde, wees hij aan de hoofden of ’vorsten’ en aan de bewoners van zekere ’districten’ bepaalde gedeelten toe. Deze districten waren naar hun voornaamste stad genoemd, en sommige (Jeruzalem, Beth-Zur, Kehila) waren in tweeën gedeeld (Ne 3:9, 12, 14-18). Waarschijnlijk waren dit onderverdelingen van het Perzische „rechtsgebied” of de „provincie” Juda (Ne 1:3; GNB; PC; WV). Het Hebreeuwse woord waarmee deze districten werden aangeduid (peʹlekh), is naar verluidt afgeleid van het Akkadische woord pilku, waardoor misschien te kennen wordt gegeven dat ze na de val van Jeruzalem door de Babyloniërs in het leven werden geroepen. — Zie RECHTSGEBIED.

De Hebreeuwse uitdrukking kik·karʹ brengt de gedachte over van iets ronds. Ze wordt gebruikt ter aanduiding van een „rond brood” (Ex 29:23), een ’rond deksel’ van lood (Za 5:7), een „talent” goud of zilver (Ex 25:39; 1Kon 20:39) en een min of meer cirkelrond „district” of „bekken”. — Ge 13:10, vtn; Ne 12:28.

In de christelijke Griekse Geschriften duidt het woord hoʹri·on (altijd in het meervoud) letterlijk op de grenzen van een geografisch gebied (Han 13:50; Mt 19:1), maar het kan ook betrekking hebben op datgene wat begrensd is, namelijk een „gebied” (Mt 2:16; 15:22). De uitdrukking meʹris, waarmee in Handelingen 16:12 het „district” Macedonië wordt aangeduid, betekent letterlijk een „part” ofte wel „deel”. — Vergelijk Int; Han 8:21.