Elteke
(E̱lteke).
Een stad in het gebied van Dan (Joz 19:44) die met haar weidegrond aan de Kehathitische levieten werd gegeven (Joz 21:20, 23). Op het Taylorprisma pocht de Assyrische koning Sanherib (een tijdgenoot van Hizkia, 745–717 v.G.T.): „Elteke [Assyrisch: Altaqu] . . . heb ik belegerd, veroverd en geplunderd.” Dit geschiedde nadat hij de Egyptische en Ethiopische strijdkrachten „in de vlakte van Elteke” een nederlaag had toegebracht. — Atlas van de Bijbel, door Luc. H. Grollenberg, 1954, blz. 89.
Vroeger identificeerden de meeste geleerden Elteke met Khirbet el-Muqannaʽ (Tel Miqne), dat 36 km ten W van Jeruzalem ligt. Als gevolg van onlangs verrichte opgravingen is die plek sindsdien echter in verband gebracht met het bijbelse Ekron. Daarom wordt — hoewel een precieze identificatie thans niet mogelijk is — door sommigen voorlopig aangenomen dat Elteke bij Tell esh-Shallaf (Tel Shalaf) lag, 18 km ten NO van Asdod.