Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Elul

Elul

(E̱lul).

Na de ballingschap de naam van de zesde maanmaand van de joodse godsdienstige kalender, maar de twaalfde maand van de burgerlijke kalender, die overeenkomt met augustus/september. De betekenis van de naam staat niet vast.

In deze laatste zomermaand waren de dadels en ook het overgrote deel van de vijgen rijp. De wijnoogst vond plaats, en tegen het einde van de maand vloeide de nieuwe wijn. — Le 26:5; Nu 13:23; Jer 8:13.

In de maand Elul voltooide Nehemia de herbouw van de muren van Jeruzalem, welk project 52 dagen geduurd heeft (Ne 6:15). In de andere schriftplaatsen wordt de maand Elul alleen als de zesde maand aangeduid. — 1Kr 27:9; Ez 8:1; Hag 1:1, 15.

Uit de door Parker en Dubberstein in Babylonian Chronology, 626 B.C.–A.D. 75 (1971, blz. 27-47) verschafte tabellen blijkt dat de Babyloniërs de maand Elul en de maand Adar afwisselend als schrikkelmaand gebruikten.