En-Gannim
(En-Ga̱nnim) [Bron der tuinen].
1. Een in de Sjefela, of het laagland, gelegen Judese stad, die in Jozua 15:33-35 genoemd wordt in dezelfde groep van steden waartoe ook Adullam behoorde. Ze lag misschien op de plaats van het huidige Beit Jimal, ongeveer 2,5 km ten Z van Beth-Semes, of daar in de buurt. Sommigen vermoeden dat En-Gannim zich bij Umm Jina bevond, dat ongeveer 1 km ten W van Beth-Semes ligt, maar dat is tamelijk onwaarschijnlijk omdat daar geen bron is.
2. Een stad in het erfdeel van de stam Issaschar (Joz 19:17, 21). Het kan daarbij gaan om de stad die Josephus Ginae noemde. Thans wordt ze geïdentificeerd met Jenin, een stad aan de Z-rand van de Jizreëlvallei, ongeveer 18 km ten ZO van Megiddo en 8 km ten NO van Dothan aan de hoofdweg die van Jeruzalem naar Nazareth loopt. Jenin is omgeven door boomgaarden en tuinen en heeft ook een bron, allemaal kenmerken die in overeenstemming zouden zijn met de betekenis van de naam En-Gannim.
En-Gannim werd met zijn weidegrond als levietenstad door het lot aan de zonen van Gerson toegewezen (Joz 21:27-29). In 1 Kronieken 6:73 wordt En-Gannim kennelijk Anem genoemd.