Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Enclavesteden

Enclavesteden

Steden van een bepaald volk of een bepaalde stam die door het gebied van een andere stam ingesloten zijn. Hedendaagse voorbeelden zijn het voormalige West-Berlijn, dat door het gebied van Oost-Duitsland omgeven was, en het terrein dat tot de Verenigde Naties behoort en volledig door de stad New York omsloten is. Een deel van het oude Jeruzalem bleef 400 jaar lang een Jebusitische enclave midden in het gebied van Israël, totdat David de stad ten slotte innam. — Joz 15:63; Re 1:21; 19:11, 12; 2Sa 5:6-9.

Bij de verdeling van het Beloofde Land onder de twaalf stammen waren er steden van bepaalde stammen die binnen het gebied van een andere stam lagen. Volgens Jozua 16:9 ’hadden de zonen van Efraïm enclavesteden [of: „afgezonderde (geïsoleerde) steden”] midden in het erfdeel der zonen van Manasse’ (NW, vtn.), dat wil zeggen, „steden, die voor de Efraïmieten midden in het erfdeel der kinderen van Manasse waren afgezonderd” (PC; zie ook Joz 17:8, 9). Sommige van de zonen van Manasse woonden in steden binnen de grenzen van Issaschar en Aser. — Joz 17:11; 1Kr 7:29.

Simeons erfdeel bestond uit steden die in het gebied van Juda lagen, omdat Juda’s toegemeten deel „te groot voor hen bleek te zijn” (Joz 19:1-9; KAARTEN: Deel 1, blz. 744, 947). De 48 door de levieten bestuurde steden, met inbegrip van de 6 toevluchtssteden, waren alle enclaven in het gebied van andere stammen (Joz 21:3-41). Op deze wijze ging Jakobs sterfbedprofetie betreffende Simeon en Levi in vervulling, waarin werd gezegd dat ’zij een aandeel in Jakob zouden hebben, maar in Israël verstrooid zouden worden’. — Ge 49:7.