Gaddiël
(Ga̱ddiël) [Goed fortuin (afkomstig) van God].
Zoon van Sodi uit de stam Zebulon; een van de twaalf oversten die door Mozes vanuit de Wildernis van Paran werden uitgezonden om het land Kanaän te verspieden. — Nu 13:2, 3, 10.
(Ga̱ddiël) [Goed fortuin (afkomstig) van God].
Zoon van Sodi uit de stam Zebulon; een van de twaalf oversten die door Mozes vanuit de Wildernis van Paran werden uitgezonden om het land Kanaän te verspieden. — Nu 13:2, 3, 10.