Gahar
(Ga̱har).
Het hoofd van een familie van de Nethinim; sommige van zijn nakomelingen keerden in 537 v.G.T. met Zerubbabel uit de Babylonische ballingschap terug. — Ezr 2:1, 2, 43, 47; Ne 7:49.
(Ga̱har).
Het hoofd van een familie van de Nethinim; sommige van zijn nakomelingen keerden in 537 v.G.T. met Zerubbabel uit de Babylonische ballingschap terug. — Ezr 2:1, 2, 43, 47; Ne 7:49.