Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Gazez

Gazez

(Ga̱zez) [Scheerder].

In 1 Kronieken 2:46 wordt gezegd dat Efa, Kalebs bijvrouw, Haran, Moza en Gazez baarde, en vervolgens wordt er gezegd dat Haran ’de vader van Gazez werd’. Daarom is het mogelijk dat er twee mannen geweest zijn die Gazez heetten: (1) een zoon van Kaleb en (2) een kleinzoon van Kaleb. Maar als de woorden: „Wat Haran betreft, hij werd de vader van Gazez”, eenvoudig een toelichting zijn om de aanvankelijk genoemde Gazez niet als Kalebs zoon maar als zijn kleinzoon te identificeren, zou dit betekenen dat er slechts één Gazez was, namelijk de zoon van Haran en kleinzoon van Kaleb.