Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Geder

Geder

(Ge̱der) [Stenen muur].

Een stad in Kanaän; haar koning was een van de 31 koningen die door Jozua overwonnen werden (Joz 12:13). Volgens Jozua 12:7, 8 lag de stad aan de W-zijde van de Jordaan, en daar ze direct na Debir wordt genoemd, lag ze wellicht in het gebied van de Sjefela. Het kan dezelfde plaats zijn als het Beth-Gader uit 1 Kronieken 2:51. Maar de precieze ligging is onzeker. Ten tijde van David ging een man genaamd Baäl-Hanan, de Gederiet, over Davids olijfbosjes en sycomoorbomen in de Sjefela, en vermoedelijk was hij hetzij uit Geder of uit Gedera afkomstig. — 1Kr 27:28.