Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Gerasenen

Gerasenen

(Gerase̱nen) [Van (behorend tot) Gerasa].

In „het land der Gerasenen”, waarvan op zijn minst een gedeelte ten O van de Zee van Galilea lag, genas Jezus Christus twee door demonen bezeten mannen (Mr 5:1-20; Lu 8:26-39; vgl. Mt 8:28-34). De precieze grenzen van dit gebied zijn heden ten dage onbekend en de identificatie is onzeker. Sommige geleerden brengen het in verband met het gebied aan de O-kust van de Zee van Galilea rondom Kursi, de stad die door Origenes en Eusebius is aangeduid als Gergesa. Alleen daar heeft de kust steile hellingen. Anderen vermoeden dat het gaat om het uitgestrekte district rondom de stad Gerasa (Jarash). — Zie GADARENEN.