Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

THEMA

Goden der natiën

Goden der natiën

DE WET die Jehovah aan Israël gaf, verbood het maken van beelden voor aanbidding. De ware God is een Geest, en daarom is het volkomen ongepast een beeld te maken dat Hem voorstelt. Daarentegen zijn er veel beelden van de goden van andere oude volken opgegraven. Die goden waren niets meer dan „het produkt van mensenhanden, hout en steen” (De 4:28). Ze waren „goden die niets waard zijn”, zoals de bijbel zegt, die geen ogen hadden om hun aanbidders te zien, noch oren om hen te horen (1Kr 16:26; Ps 115:4-8). Thans zijn ze alleen nog maar museumstukken. Toch onthullen ze veel over de wortels van geloofsovertuigingen die tegenwoordig wijdverbreid zijn.

Religieuze triaden vonden hun oorsprong in Babylon. Dit stenen tablet toont een heiligdom van de Babylonische zonnegod Sjamasj, alsook symbolen van een zo’n triade: de maan (voor de god Sin), de zon (voor Sjamasj) en een ster (voor Isjtar)

Assur, de hoofdgod van de Assyriërs, wordt op dit oude zegel met drie hoofden (boven de vleugels) afgebeeld

De Egyptenaren aanbaden triaden. Links: Horus, Osiris en Isis. Rechts: Isis, Horus, Nephthys

Net zoals de madonna met kind van de christenheid, zo werd in Egypte het beeld van moeder met zoon (Isis en het kind Horus) vereerd

Lang voor het christendom werd het Egyptische kruis als heilig beschouwd

De slang speelde een grote rol in de aanbidding. Op een Egyptisch kunstwerk zijn twee gekruiste slangen te zien die vastgehouden worden door de god links, verder een grote slang in het midden en rechts een godin met een slangekop

Ook op het Griekse standbeeld van Asclepius valt de slang op. Het is interessant dat in de bijbel staat dat Satan een slang als woordvoerder gebruikte (Ge 3:1-15; Opb 12:9)

De tien plagen die over Egypte kwamen, onthulden de machteloosheid van zijn afgoden. De eerste plaag — de Nijl in bloed veranderd — bracht schande over Hapi (boven links, de Nijlgod). De godin Heket, aan wie de kikvors was gewijd, kon de Egyptenaren niet helpen toen de tweede plaag het land met kikvorsen bedekte. De tiende plaag, de dood van de eerstgeborenen, bleek de meest verwoestende te zijn, aangezien Farao’s zoon werd beschouwd als de zoon van Amon-Ra, voorgesteld door een ram