Guël
(Gu̱ël) [misschien: Eminentie van God].
Zoon van Machi uit de stam Gad; een van de twaalf oversten die door Mozes vanuit de Wildernis van Paran werden uitgezonden om het land Kanaän te verspieden. — Nu 13:2, 3, 15, 16.
(Gu̱ël) [misschien: Eminentie van God].
Zoon van Machi uit de stam Gad; een van de twaalf oversten die door Mozes vanuit de Wildernis van Paran werden uitgezonden om het land Kanaän te verspieden. — Nu 13:2, 3, 15, 16.