Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Hagel

Hagel

Neerslag in de vorm van ijskorrels of bevroren regen. De vernietigende kracht van hagel zoals die in de bijbel wordt beschreven, is bevestigd door gebeurtenissen die zich de laatste jaren in verschillende delen van de aarde hebben voorgedaan. In 1985 zijn in Brazilië meer dan 20 personen door een hagelstorm om het leven gekomen en raakten nog eens 300 mensen gewond. In zware onweersbuien kunnen hagelstenen ter grootte van kippeëieren of zelfs van grapefruits ontstaan. Op 3 september 1970 vond men in Kansas (VS) na een onweersbui een ongewoon grote hagelsteen die een doorsnede van zo’n 15 cm had. De grote stenen vallen met een snelheid van ongeveer 160 km/u naar beneden. Hagel is bijzonder schadelijk voor gewassen, waarbij door één enkele hagelstorm soms een schade wordt aangericht die in de miljoenen loopt.

Door Jehovah gebruikt. Hagel is een van de natuurkrachten waarvan Jehovah soms gebruik heeft gemaakt om zijn woord te volbrengen en zijn grote macht te tonen (Ps 148:1, 8; Jes 30:30). Het eerste hierover opgetekende bericht hield verband met de zevende plaag die over het oude Egypte kwam, waarbij een verwoestende hagelstorm de plantengroei neersloeg, bomen verbrijzelde en zowel mensen als dieren op het veld doodde. De Israëlieten in Gosen werden hiervoor echter gespaard (Ex 9:18-26; Ps 78:47, 48; 105:32, 33). Toen de Israëlieten later in het Beloofde Land onder leiding van Jozua de Gibeonieten te hulp kwamen, die door een bondgenootschap van vijf koningen der Amorieten werden bedreigd, liet Jehovah grote hagelstenen op de aanvallende Amorieten neerkletteren. Bij deze gelegenheid stierven er meer door de hagelstenen dan in de strijd met de Israëlieten. — Joz 10:3-7, 11.

Symbolisch. Jehovah spaarde echter ook het ontrouwe Israël niet voor verwoestende hagel (Hag 2:17). Bovendien voorzei hij bij monde van zijn profeet Jesaja de omverwerping van het tienstammenrijk door de Assyriërs, doordat hij de Assyrische veroveringsstrijdkrachten met „een onweersbui van hagel” vergeleek (Jes 28:1, 2). Op overeenkomstige wijze moesten de Babyloniërs, gelijk hagel, Juda’s „leugentoevlucht”, dat wil zeggen, Juda’s bondgenootschap met Egypte voor militaire hulp, wegvagen. — Jes 28:14, 17; 31:1-3.

In het boek Openbaring wordt melding gemaakt van hagel in samenhang met de eerste van de zeven engelen die op hun trompet blazen, en in verband met het openen van het hemelse tempelheiligdom van God (Opb 8:2, 7; 11:19). Vervolgens vallen bij het uitgieten van de zevende schaal van Gods toorn symbolische hagelstenen, ongeveer een talent (20,4 kg) zwaar, op de goddeloze mensen neer. — Opb 16:1, 17, 21.

’Voor de dag van oorlog’. Toen Jehovah uit de storm tot Job sprak, onthulde hij dat hij de voorraadschuren van hagel had teruggehouden voor „de dag van strijd en oorlog” (Job 38:1, 22, 23). Het is daarom passend dat ook hagel tot de natuurkrachten behoort die tegen de aanvallende strijdkrachten van „Gog” worden aangewend. — Ez 38:18, 22.