Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Hazarmaveth

Hazarmaveth

(Hazarma̱veth) [Voorhof (nederzetting) van de dood].

Een nakomeling van Noach via Sem en Joktan (Ge 10:1, 21, 25, 26; 1Kr 1:20). Men neemt over het algemeen aan dat de nakomelingen van Hazarmaveth zich in de landstreek Hadramaut in Z-Arabië hebben gevestigd. De overeenkomst van de medeklinkers in deze namen in de oorspronkelijke talen doet vermoeden dat er verband bestaat tussen Hadramaut (Arabisch) en Hazarmaveth (Hebreeuws). De geografische grenzen van Hadramaut zijn niet precies vast te stellen. Het gebied is ongeveer 880 km lang en 240 km breed. De kustvlakte is tamelijk smal, en daarna stijgt het land abrupt tot een steenachtig plateau, dat gemiddeld 900-1200 m hoog is. Deze hoogvlakte wordt doorsneden door vele diepe stroomdalen met steile rotswanden. Deze dalen zijn bijzonder vruchtbaar. Palmen en dadelbomen gedijen er; schapen, kamelen, ezels en runderen vinden er weidegrond; en er wordt onder andere gierst, luzerne, indigo, katoen en maïs verbouwd. Het belangrijkste stroomdal is de Wadi Hadramaut. Deze stroom begint zo’n 480 km landinwaarts vanaf de W-kust van het Arabisch Schiereiland, kronkelt geleidelijk zo’n 640 km oostwaarts en mondt uiteindelijk als de Wadi Masila (de naam die op de benedenloop ervan wordt toegepast) in de Arabische Zee uit. De landstreek Hadramaut was in de oudheid van speciaal belang wegens de wierookhandel. Maar de eens zo talrijke wierookbomen zijn er nu zeldzaam.