Helem
(He̱lem).
1. [Hebr.: Heʹlem]. Een nakomeling van Aser, wiens familie wordt vermeld in het geslachtsregister van de stam (1Kr 7:35, 40). Waarschijnlijk is hij dezelfde als Hotham uit vers 32.
2. [Hebr.: Cheʹlem]. Ook Heldai genoemd; hij was een van degenen die na de terugkeer van het overblijfsel uit Babylon goud en zilver bijdroegen voor de kroon van de hogepriester Jozua. — Za 6:10, 11, 14.