Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Hertog

Hertog

Een man die als vorst of overste benoemd, aangesteld of geïnstalleerd is. Vijf Midianitische oversten, „hertogen van Sihon”, in Numeri 31:8 „koningen van Midian” genoemd, werden gedood toen Israël wraak nam op de Midianieten in verband met de Baäl van Peor (Joz 13:21). In Psalm 83:11 (12) worden de aanvoerders van de vijanden van Gods volk „hertogen” („vorsten”, NBG; SV) genoemd. De Hebreeuwse uitdrukking na·sikhʹ (hertog) komt ook in Ezechiël 32:30 voor.

Een Messiaanse profetie zegt dat wanneer de vijanden van Gods volk tegen hen optrekken, er „zeven herders . . ., ja, acht hertogen uit de mensheid [„vorsten uit de mensen”, NBG; SV]” verwekt zullen worden. Aangezien het getal zeven volledigheid vertegenwoordigt, symboliseren de „acht hertogen” blijkbaar een aanzienlijk aantal bekwame mannen die onder de Messias zijn aangesteld om te midden van Jehovah’s volk de leiding te nemen. — Mi 5:5 (4).