Hiddekel
(Hidde̱kel).
Een van de vier armen van de rivier die van Eden uitging (Ge 2:10-14). In het Oudperzisch heette hij de Tigra, waarvan zijn Griekse naam Tigris afkomstig is. In het Arabisch wordt hij Shatt Dijla genoemd. Sommigen noemen hem de tweelingrivier van de Eufraat. De Tigris en de Eufraat bevloeien samen de vlakten van Mesopotamië.
Aan de oever van de Tigris (Hiddekel) ontving Daniël het visioen van de machtsstrijd tussen „de koning van het noorden” en „de koning van het zuiden” (Da 10:4, 5; 11:5, 6). Na de vlakten van Mesopotamië te zijn binnengegaan, stroomt de Tigris langs de ruïnes van vele oude steden. Op de oostelijke oever, tegenover het huidige Mosoel, liggen de ruïnes van de oude stad Nineve. Aan dezelfde kant, iets zuidelijker, bevinden zich de ruïnes van Kalah (Kalach), en verder naar beneden, op de westelijke oever, ligt het oude Assur. Iets onder Bagdad, op de westelijke oever, vindt men de ruïnes van Seleucia, de oude hoofdstad van de heersers van de Seleucidendynastie.
De bronrivieren van de Tigris ontspringen in het oostelijke deel van het huidige Turkije. De meest westelijke bronrivier is het verst verwijderd; ze ontspringt in de bergen ten zuiden van het Hazarmeer ongeveer 25 km ten ZO van de stad Elâziğ en slechts een paar kilometer van een van de bronnen van de Eufraat vandaan. Het kan dus heel goed zijn dat deze twee rivieren een zelfde bron hebben gehad voordat de wereldomvattende vloed topografische veranderingen op het aardoppervlak teweegbracht. De westelijke bronrivier stroomt eerst 240 km in zuidoostelijke richting en verenigt zich met andere kortere, uit het O komende bronrivieren. Vervolgens buigt de rivier op een punt ten Z van de W-kant van het Vanmeer af in zuidelijke richting. Ze loopt door een diep ravijn voordat ze ten slotte in het bovenste gedeelte van de Vlakte van Mesopotamië door de bergen breekt. Van daar tot aan zijn vereniging met de Eufraat wordt de Tigris door vier oostelijke zijrivieren gevoed: de Grote Zab, de Kleine Zab, de ʽAdhaim en de Diyala.
Algemeen wordt aangenomen dat de Tigris en de Eufraat vroeger afzonderlijk in zee uitliepen, maar dat in de loop der eeuwen het boveneinde van de golf geleidelijk door rivierslib is opgevuld, zodat de beide rivieren zich nu vóór hun monding verenigen. Daarna vormen ze één brede rivier, de Sjat el-Arab, die na ongeveer 160 km in de Perzische Golf uitmondt.
De totale lengte van de Tigris bedraagt zo’n 1850 km. Hij is op sommige plaatsen 366 m breed, maar over het algemeen niet erg diep. Boven Bagdad is hij slechts voor schepen met een geringe diepgang bevaarbaar. De Tigris, die veel sneller stroomt dan de Eufraat, bedraagt slechts twee derde van de lengte van zijn „tweelingbroer” en is voor de handel van geringere betekenis.