Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

THEMA

Hoe de bijbel tot ons is gekomen

Hoe de bijbel tot ons is gekomen

ER ZIJN deugdelijke bewijzen dat de bijbel, het geïnspireerde Woord van God, nauwkeurig afgeschreven en aan ons overgeleverd is. Daarvan getuigen oude, thans nog voorhanden zijnde handschriften — misschien wel 6000 van de volledige Hebreeuwse Geschriften of van gedeelten ervan, en zo’n 5000 van de christelijke Griekse Geschriften.

Oorspronkelijke geschriften

De oorspronkelijke geschriften van de bijbel werden met de hand op vergankelijke materialen zoals papyrus en perkament geschreven; voor zover bekend is, bestaan er thans geen oorspronkelijke geschriften meer

Afschriften — in Hebreeuws of Grieks

Kort nadat de oorspronkelijke geschriften waren opgetekend, begon men afschriften te maken. De afschrijvers gingen uiterst zorgvuldig te werk om de tekst nauwkeurig over te leveren; de masoreten telden zelfs de letters die zij afschreven

Vroege vertalingen

Om de Schrift in andere talen toegankelijk te maken, rees de noodzaak voor bijbelvertalingen. Er bestaan thans handschriften van vroege vertalingen zoals de Septuaginta (een uit de 3de en 2de eeuw v.G.T. daterende vertaling van de Hebreeuwse Geschriften in het Grieks) en Hiëronymus’ Vulgaat (een vertaling van Hebreeuwse en Griekse teksten in het Latijn, oorspronkelijk vervaardigd omstreeks 400 G.T.)

Tekstuitgaven

Door een vergelijkende studie van honderden voorhanden zijnde bijbelhandschriften hebben geleerden tekstuitgaven of standaardteksten vervaardigd. Deze gedrukte uitgaven van teksten in de oorspronkelijke taal bieden de beste beschikbare lezingen, terwijl ze tegelijkertijd de aandacht vestigen op varianten of verschillen die in bepaalde handschriften kunnen voorkomen. Teksten van de Hebreeuwse Geschriften die in de voetnoten vergelijkende lezingen bevatten, zijn vervaardigd door geleerden als Ginsburg en Kittel. Tot de tekstuitgaven van de christelijke Griekse Geschriften behoren zowel de door Westcott en Hort als de door Nestle en Aland gepubliceerde teksten

Hedendaagse vertalingen

Bijbelvertalers gebruiken thans gewoonlijk tekstuitgaven in de oorspronkelijke taal om hedendaagse vertalingen te vervaardigen

Hebreeuwse Geschriften

Grotten te Qumran, vlak bij de noordwestoever van de Dode Zee, waar veel oude schriftrollen werden ontdekt

Gedeelte van de Dode-Zeerol van Jesaja (gedateerd tegen het einde van de 2de eeuw v.G.T.). Toen deze werd vergeleken met de meer dan 1000 jaar later vervaardigde masoretische tekst, werden er slechts onbeduidende verschillen aangetroffen, voornamelijk in de spelling

Gedeelte van de Codex van Aleppo. Merk op dat de Hebreeuwse letter ʽaʹjin hoger is geschreven om aan te geven dat het de middelste letter is van de Psalmen (80:13). In de kanttekening van de masoreten wordt speciaal de aandacht gevestigd op deze letter. Vroege afschrijvers telden zelfs de letters die zij afschreven! De masoreten hebben de klinkers en accenttekens toegevoegd die boven en onder de medeklinkertekst te zien zijn

Christelijke Griekse Geschriften

Papyrus Rylands 457 (P52) — beide zijden van een fragment van het Evangelie van Johannes, gedateerd in de eerste helft van de 2de eeuw G.T., slechts enkele tientallen jaren nadat het origineel was geschreven

Sinaïtische handschrift — een perkamentcodex uit de 4de eeuw G.T., die de gehele christelijke Griekse Geschriften bevat alsook een gedeelte van de Griekse Septuaginta-vertaling van de Hebreeuwse Geschriften

Het Catharinaklooster bij de berg Sinaï, waar het Sinaïtische handschrift werd ontdekt. Dit handschrift wordt nu bewaard in de British Library

Een vergelijkende studie van de duizenden oude handschriften bewijst dat de Schrift in de vorm zoals die tot ons is gekomen, betrouwbaar is. Sir Frederic Kenyon zei: „Al deze ontdekkingen en studies [hebben] er in het algemeen alleen maar toe . . . geleid de bewijzen voor de authenticiteit van de Schrift te versterken en ons de krachtige overtuiging te geven dat wij het waarachtige Woord van God in een in wezen ongeschonden staat in handen hebben.” — The Story of the Bible, 1937, blz. 144.