Hosa
(Ho̱sa).
1. Een Meraritische poortwachter voor de tent waarin David de ark van het verbond had geplaatst (1Kr 16:1, 37, 38). Hij en zijn zonen vormden een afdeling poortwachters die aan de Sallechetpoort ten W van het heiligdom waren toegewezen. — 1Kr 26:10-19.
2. Een stad in Aser, blijkbaar in de buurt van Tyrus, maar verder onbekend. — Joz 19:24, 29, 30.