Hotham
(Ho̱tham) [Zegel; Zegelring].
1. Zoon van Heber uit de stam Aser (1Kr 7:30-32); waarschijnlijk dezelfde als de in 1 Kronieken 7:35 genoemde Helem.
2. Een Aroëriet wiens zonen Sama en Jeïël genoemd worden onder de sterke mannen van Davids strijdkrachten. — 1Kr 11:26, 44.