IJzer
Een van de oudste metalen die de mens kent. Heden ten dage geldt ijzer als het rijkelijkst voorkomende, nuttigste en goedkoopste van alle metalen. Het is het op drie na meest voorkomende element in de aardkorst, terwijl de aardkern, zo zegt men, voor bijna negentig procent uit ijzer bestaat. Uit het bijbelse verslag blijkt dat ijzer werd gebruikt voor het vervaardigen van werktuigen, spijkers, poorten, wapens, boeien, schrijfgerei en zelfs afgodsbeelden.
Zuiver ijzer is nagenoeg niet in de handel. Ruw ijzer bevat ongeveer drie procent koolstof plus kleine hoeveelheden van andere elementen. Smeedijzer bevat veel minder koolstof (Job 40:18). De verschillende staalsoorten zijn niets anders dan ijzer gelegeerd met koolstof en andere toevoegingen die er speciale eigenschappen aan verlenen. Het in de Statenvertaling gebruikte woord „staal” is echter een onjuiste vertaling voor „koper” (2Sa 22:35; Job 6:12; 20:24; 41:27 [18]; Ps 18:34 [35]). Door de primitieve ovens en smeltmethoden werd het ijzer in bijbelse tijden nooit volledig gezuiverd, maar was het een legering met koolstof en andere elementen. Tubal-Kaïn, die in het 4de millennium v.G.T. leefde, was de eerste van wie bekend is dat hij ijzer smeedde en bewerkte. — Ge 4:22.
Een ijzersoort die al vroeg door de mens werd gebruikt, was meteoorijzer. In Egyptische graven zijn ijzeren kralen gevonden die uit meteoorijzer bleken te bestaan. Maar de mens had ook toegang tot andere bronnen van ijzer. Hij dolf ijzeroxide en -sulfide en smolt die, ondanks de hoge temperaturen die voor het smelten van ijzer nodig zijn (Job 28:2; Ez 22:20; zie LOUTEREN, LOUTERAAR). In vergelijking met koper en brons, metalen die koud bewerkt kunnen worden, werd ijzer echter op tamelijk beperkte schaal gebruikt. Niettemin werd het ongetwijfeld van grote waarde geacht wegens zijn opmerkelijke sterkte en bruikbaarheid. IJzer was voor de Israëlieten een zeer begeerde oorlogsbuit (Nu 31:22; Joz 6:19, 24; 22:8). Maar hun zou meer ten deel vallen dan slechts buitgemaakt ijzer. Mozes beloofde dat wanneer zij eenmaal in Palestina zouden zijn, zij er ijzererts zouden vinden, en dat bleek zo te zijn (De 8:9). Andere in de bijbel genoemde plaatsen waar ijzer vandaan kwam, waren Tarsis alsook „Vedan en Javan uit Uzal”. — Ez 27:12, 19.
Bij de verovering van het Beloofde Land werden de Israëlieten geconfronteerd met strijdwagens die van ijzeren zeisen voorzien waren (Joz 17:16, 18; Re 1:19). Op een bepaald moment tijdens Sauls regering „was er in heel het land van Israël geen smid [metaalbewerker] te vinden”. Tengevolge van een verbod dat de Filistijnen hadden uitgevaardigd, bezaten alleen de koning en zijn zoon Jonathan een zwaard; de Israëlieten waren gedwongen met alle metalen werktuigen naar de Filistijnen te gaan als zij ze wilden laten scherpen. — 1Sa 13:19-22.
Later bracht koning David echter enorme hoeveelheden ijzer bijeen voor de bouw van de tempel. Onder Salomo’s regering schonk men „ijzer ter waarde van honderdduizend talenten”, of — volgens veel vertalingen — „honderdduizend talenten ijzer” (1Kr 22:14, 16; 29:2, 7). Als er gedoeld wordt op de waarde van het ijzer en als het om zilveren talenten ging, dan was het ijzer $660.600.000 waard. Als er gedoeld wordt op het gewicht van het ijzer, dan bedroeg het ongeveer 3420 ton.
Figuurlijk gebruik. De ijzersmeltoven is een symbool van onbarmhartige onderdrukking (De 4:20; 1Kon 8:51; Jer 11:4); een ijzeren juk beeldt onverbreekbare knechtschap af (De 28:48; Jer 28:13, 14). In figuurlijke zin symboliseert ijzer hardheid (Le 26:19; De 28:23), hardnekkigheid (Jes 48:4; Jer 6:28), kracht (Jer 1:18; Da 7:7; Opb 9:9), koningsmacht en rechterlijke autoriteit (Ps 2:9; Opb 2:27; 12:5; 19:15).