Ikonium
(Iko̱nium).
Een oude stad in Klein-Azië, die 1027 m boven de zeespiegel ligt. Ikonium wordt thans Konya (Konia) genoemd en ligt
ongeveer 240 km ten Z van Ankara op de ZW-rand van de centrale Turkse hoogvlakte. In de 1ste eeuw G.T. was Ikonium een van de belangrijkste steden van de Romeinse provincie Galatië; het lag aan weerszijden van de grote handelsroute van Efeze naar Syrië.De stad had een invloedrijke joodse bevolking. Nadat Paulus en Barnabas gedwongen waren Pisidisch Antiochië te verlaten, predikten zij in Ikonium en in de synagoge aldaar, en hielpen er veel joden en Grieken gelovigen te worden. Toen men hen echter probeerde te stenigen, vluchtten zij van Ikonium naar Lystra. Maar kort daarop kwamen er joden uit Antiochië en Ikonium naar Lystra en hitsten de menigte daar zozeer op dat zij Paulus stenigden. Daarna gingen Paulus en Barnabas naar Derbe en keerden vervolgens moedig naar Lystra, Ikonium en Antiochië terug om de broeders te sterken en in de gemeenten die in deze steden waren opgericht, „oudere mannen” in verantwoordelijke posities aan te stellen. — Han 13:50, 51; 14:1-7, 19-23.
Later, nadat het geschilpunt inzake de besnijdenis was gerezen en door de apostelen en oudere mannen van de gemeente in Jeruzalem was opgelost, heeft Paulus Ikonium wellicht opnieuw bezocht. Op deze tweede zendingsreis nam hij Timotheüs mee, een jonge man die onder de broeders in Lystra en Ikonium een goede reputatie genoot. — Han 16:1-5; 2Ti 3:10, 11.
Ikonium lag op de grens tussen Frygië en Lykaonië. Dit kan de reden zijn waarom bepaalde schrijvers uit de oudheid, onder wie Strabo en Cicero, het tot Lykaonië rekenden, terwijl Xenophon het de laatste stad van Frygië noemde. Geografisch gezien behoorde Ikonium tot Lykaonië, maar zoals uit archeologische opgravingen blijkt, was het qua cultuur en taal Frygisch. Uit inscripties die er in 1910 gevonden zijn, blijkt dat men daar 200 jaar na Paulus’ tijd nog steeds Frygisch sprak. Het is daarom passend dat de schrijver van Handelingen Ikonium niet tot Lykaonië rekende, waar „Lykaonisch” werd gesproken. — Han 14:6, 11.