Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Inzicht

Inzicht

In wezen is inzicht het vermogen om een situatie te doorzien. Met inzicht handelen, betekent behoedzaam, met doorzicht, beleidvol handelen. Volgens Wilsons Old Testament Word Studies betekent het Hebreeuwse werkwoord sa·khalʹ „beschouwen; behoedzaam, omzichtig zijn; behoedzaam handelen, verstandig zijn” (1978, blz. 461). Daarom wordt sa·khalʹ weergegeven met ’inzicht hebben’ (Ps 14:2), ’beleidvol handelen’ (Sp 10:19), ’behoedzaam handelen’ (1Sa 18:5), ’succes hebben’ (Sp 17:8) en ’maken dat men van inzicht blijk geeft’ (Sp 16:23). Het zelfstandig naamwoord seʹkhel wordt vertaald met „inzicht” (Ps 111:10) en „doorzicht”. — 1Sa 25:3.

Inzicht houdt nauw verband met verstand of begrip, maar er bestaat een subtiel onderscheid tussen de twee termen. Het Theological Wordbook of the Old Testament zegt: „Terwijl bin [verstand of begrip] duidt op ’onderscheid maken tussen’, heeft [sa·khalʹ] betrekking op een verstandelijke kennis van de reden. Het gaat om het in zijn volle omvang overdenken van een complexe reeks van gedachten, wat in een verstandige handelwijze en een goed, praktisch gebruik van het gezonde verstand resulteert. Een ander eindresultaat is de nadruk die op succes wordt gelegd.” — Onder redactie van R. L. Harris, 1980, Deel 2, blz. 877; zie VERSTAND, BEGRIP.

In de Griekse Geschriften wordt in Romeinen 3:11, waar de apostel Paulus een aanhaling doet uit Psalm 14:2, het werkwoord su·ni·eʹmi vertaald met ’inzicht hebben’. Su·ni·eʹmi wordt ook weergegeven met ’de betekenis begrijpen van’ (Mt 13:13-15), ’begrijpen’ (Mt 16:12; Han 28:26) en „inzien” (Ef 5:17).

Jehovah God verleent zijn dienstknechten inzicht door hun raad te verschaffen die hen helpt hun schreden te richten en hun handelingen te beheersen (Ps 32:8; vgl. Da 9:22). Hij verschaft deze wijze leiding door middel van zijn Woord. Om inzicht te verwerven, moet men echter meer doen dan de bijbel lezen. Men moet waardering hebben voor wat men leest om zich ertoe bewogen te voelen al Gods voorschriften na te komen (Joz 1:7, 8; 1Kon 2:3). Bovendien is de hulp van Gods geest nodig (Ne 9:20; vgl. 1Kr 28:12, 19). Heeft men eenmaal inzicht verworven, dan moet het worden behoed. Men kan het weer verliezen door zich van Gods wegen af te keren. — Ps 36:1-3; Sp 21:16.

Inzicht kan op verschillende manieren aan de dag worden gelegd en resulteert voor zowel de bezitter ervan als anderen in zegeningen. De psalmist verklaart degene gelukkig „die de geringe consideratie betoont [hem met inzicht bejegent]” (Ps 41:1). Een „beleidvolle” (van inzicht blijk gevende) vrouw wordt als een zegen van Jehovah beschreven (Sp 19:14). Inzicht of het vermogen om verder te kijken dan wat zich op het eerste gezicht voordoet, stelt iemand in staat zijn mond te behoeden (Sp 10:19; 16:23) en te weten wanneer hij het stilzwijgen moet bewaren (Am 5:13). Inzicht helpt iemand ook om toorn te vermijden en overtreding voorbij te zien (Sp 19:11). Iemand die inzicht heeft, aanvaardt correctie (Ps 2:10). Wanneer, zoals in Spreuken 21:11 staat, een wijze inzicht verwerft — dat wil zeggen, wanneer hij de beschikbare inlichtingen zorgvuldig beschouwt en op grond daarvan een duidelijker beeld van de zaak krijgt — „verkrijgt hij kennis”, dat wil zeggen, hij weet wat hij dienaangaande moet doen, welke conclusies hij moet trekken en welke raad hij moet geven.